40 dagen groeien van duisternis naar licht

De liturgie van de 40-dagentijd laat ons zondag na zondag met Jezus op weg gaan, om samen de doortocht te maken van lijden en dood naar nieuw leven.

De liturgie van de veertigdagentijd biedt ons de mogelijkheid om zondag na zondag te groeien in de navolging van Jezus. Hij is ons voorgegaan op de weg van het christen-zijn. Wij worden zijn leerlingen door met Hem dezelfde weg te gaan. Die weg is getekend door beproeving, crisis, lijden en dood. Maar de uitkomst is geen somber einde, maar wel de verheerlijking die God aan zijn Zoon geeft in de verrijzenis. Dat is de paas-weg die Jezus in vertrouwen op zijn Vader is gegaan. Dit is ook de paas-gang, de geloofsweg die wij als christenen in het voetspoor van onze Heer en voorganger mogen gaan. Dan zijn de crisismomenten en de beproevingen die wij nu moeten doorstaan niet meer uitzichtloos.

De regenboog, teken van Gods Verbond

In de liturgie van de eerste zondag treffen we het beeld aan van de regenboog. Die staat er symbool voor de verbinding tussen hemel en aarde en de verzoening tussen God en mens. De regenboog ontstaat door de afstraling van het zonlicht door de regenwolken heen. Hij wijst er dus op dat er doorheen de crisistijd een licht straalt dat straks de aarde weer in heldere kleuren zal zetten.

In de liturgie van de veertigdagentijd wordt de horizon, waarbinnen wij leven, opengetrokken tot een hemelsbrede ruimte, waarin de regenboog staat als teken van Gods Verbond. De liturgie wil een zinsverband leggen tussen de crisissituaties die mensen altijd al hebben meegemaakt, en die van Jezus in zijn aardse leven in de opgang naar zijn Pasen. De weg van Jezus is daarbij het beeld van ons eigen bestaan. Hij heeft de doortocht door de crisis, lijden en dood voltrokken. Hij is de mens van Pasen. Wij worden geroepen ook mensen van de doortocht te worden. Onze stijl van leven moet getekend worden door de stijl die Jezus ons heeft voorgeleefd. In het vertrouwen op zijn Vader, de God van het Verbond, is Hij zijn weg gegaan. Samen met Hem en verbonden met al zijn leerlingen kunnen wij nu onze weg gaan.

In de liturgie van de zondagen van de veertigdagentijd worden de etappes van deze weg aangegeven. Gaandeweg wordt duidelijker hoe crisissituaties door God zelf omgebogen worden tot heilssituaties, waarin Hij ons nabij is, zoals Hij dat vroeger geweest is bij zijn uitverkoren volk en bij zijn Zoon.

De triptiek van de evangelielezingen

De evangelielezingen zijn opgebouwd als een soort triptiek, waarbij de eerste twee zondagen telkens een inleiding zijn, de derde, vierde en vijfde zondag het middenluik en de 6de zondag (Palm- en Passiezondag) de overgang naar de Goede Week.

Tijdens dit B-jaar brengt het evangelie telkens een paradox van het paasmysterie ter sprake: met de beelden van de tempelhet kruis en de graankorrel wordt opgeroepen dat de werkelijkheid van de verrijzenis niet zomaar in rationele verwoordingen is te vatten.

Eerste zondag: Geloven in Gods Verbond

“Ik zet mijn boog in de wolken; die zal het teken zijn van het verbond tussen Mij en de aarde.”

“Bekeer u en geloof in de Blijde Boodschap”

In de liturgie van de eerste zondag ontdekken we een sterke uitnodiging om te geloven in Gods Verbond. Dat is het begin: in alle omstandigheden, hoe moeilijk deze ook lijken, mogen wij het geloof in Gods Verbond niet verliezen.

Tweede zondag: Vertrouwen in Gods Verbond

“Door uw nakomelingen komt zegen over alle volken van de aarde omdat gij naar Mij hebt geluisterd.”

“Dit is mijn Zoon, de welbeminde”

In de liturgie van deze zondag staat het vertrouwen in Gods verbond centraal. Ook wij moeten de berg opgaan, bereid zijn om ons toe te vertrouwen aan God, ook wanneer ogenschijnlijk alles tegenslaat en men zelfs het dierbaarste wat men bezit, dient te offeren. Maar in die zelfvergetenheid en offerbereidheid, ontvangt men juist het hoogste goed. Dan ziet men God zoals Hij werkelijk is en wordt zegen ons deel. Wanneer vraagtekens ons leven omringen, wanneer de crisis toeslaat, wanneer wij geen uitweg meer zien naar menselijke maatstaven, dan is God ons het meest nabij in woord en kracht.

Derde zondag: Intreden in Gods Verbond

“Ik ben de Heer uw God die u heb weggeleid uit Egypte”

“Breek de tempel af en in drie dagen zal ik hem doen herrijzen.”

Het paasmysterie wordt in deze zondag reeds sterk vertolkt. De liturgie van deze zondag nodigt ons uit de stap te zetten tot het intreden in Gods Verbond door geloof en vertrouwen op God, verbonden met een vurige ijver voor de ware eredienst en daadwerkelijke naastenliefde. Door een leven naar de geboden en in een diepe Godsverbondenheid zetten wij ons in het spoor, dat Jezus getrokken heeft. Met Hem gaan wij de weg van het paasmysterie.

Vierde zondag: Leven in Gods licht

De Heer wekte de geest op in Cyrus en liet het volk naar Jeruzalem terugkeren.

“Maar wie de waarheid doet, gaat naar het licht.”

Als karakteristiek voor deze zondag komt naar voren: leven in Gods licht. Onzegoede dadenzullen voor de mensen in crisistijd licht brengen als de afstraling van Gods eigen liefdevoor hen, zoals Hij die getoond heeft in Jezus, het licht voor de wereld. Dan wordt de duisternis doorbroken. Er is weer uitzicht. Door onze goede daden gaan wij naar het licht van Pasen.

Vijfde zondag: Met God in ons hart

“Ik grif ze in hun hart: Ik zal hun God zijn en zij mijn volk.”

“Wil iemand Mij dienen dan moet hij Mij volgen.”

De liturgie van deze zondag staat opnieuw duidelijk gericht op het paasmysterie. Alleen door het lijden kunnen wij echt openbloeien in Gods Verbond, met God in ons hart. De weg van de graankorrel is ook onze weg. Dit is een weg van prijsgegeven liefde. Van dat liefdesgeheim is het hart het symbool.

Palm- en Passiezondag: Pasen is dichtbij

“God de Heer heeft tot mij gesproken en ik heb mij niet verzet, ik ben niet teruggedeinsd.”

“Abba, Vader, … niet wat ik, maar wat Gij wilt.”

Het paasfeest komt nu dichtbij. Jezus’ tocht loopt ten einde. Hij nadert Jeruzalem, waar Hij omstuwd door velen, onder luid gejuich en met grote vreugde, ontvangen wordt. Nog even en de vreugde zal omslaan in spot en vernedering.

Bron: Interdiocesane Commissie voor Liturgie