5e paaszondag – B

Uit de Handelingen van de Apostelen 9, 26-31

Toen Paulus terug was in Jeruzalem wilde hij zich aansluiten bij de leerlingen, maar die waren bang voor hem omdat ze niet geloofden dat ook hij een leerling was geworden. Barnabas nam hem echter onder zijn hoede en bracht hem naar de apostelen, aan wie hij vertelde dat Saulus onderweg de Heer had gezien, dat die met hem had gesproken en dat hij in Damascus vrijmoedig de naam van Jezus had verkondigd.
Saulus liep nu openlijk met de apostelen in Jeruzalem rond en verkondigde vrijmoedig de naam van de Heer. Hij ging in debat met de Griekstalige Joden, maar die beraamden een aanslag op zijn leven. Toen de broeders dat te weten kwamen, brachten ze hem naar Caesarea en stuurden hem van daar naar Tarsus.
In heel Judea en Galilea en Samaria leefde de gemeente in vrede en kwam tot bloei. De gelovigen leefden in ontzag voor de Heer, en dankzij de bijstand van de heilige Geest nam hun aantal steeds meer toe.


Tussenzang: Uit ps 22

(tekst onder geluidsfragment)

Refr.: Voor heel de menigte zal ik U prijzen.

Voor heel de menigte zal ik U prijzen,
bij de godvrezenden breng ik U dank,
de armen zullen eten en verzadigd worden,
en allen die God zoeken prijzen Hem,
hun moed zal weer herleven.

Dan zullen alle landen van de aarde
de Heer gedenken en zich tot Hem keren.
En nedervallen zullen voor zijn aangezicht
de stammen en de volken overal.
Die rusten in de aarde zullen Hem aanbidden,
voor Hem zal buigen al wie afdaalt in het stof.

Mijn ziel zal voor zijn aanschijn blijven leven,
mijn nageslacht zal steeds zijn dienaar zijn.
Het zal verhalen van de Heer aan het geslacht dat komt,
van zijn gerechtigheid aan die geboren worden,
dit heeft de Heer gedaan.

Uit de eerste brief van Johannes 3, 18-24

Kinderen, we moeten niet liefhebben met de mond, met woorden, maar waarachtig, met daden. Dan weten we dat we voortkomen uit de waarheid en kunnen we met een gerust hart voor God staan.
En zelfs als ons hart ons aanklaagt: God is groter dan ons hart, Hij weet alles.
Geliefde broeders en zusters, als ons hart ons niet aanklaagt, kunnen we ons vol vertrouwen tot God wenden en ontvangen we van Hem wat we maar vragen, omdat we ons aan zijn geboden houden en doen wat Hij wil.
Dit is zijn gebod: dat we geloven in de naam van zijn Zoon Jezus Christus en elkaar liefhebben, zoals Hij ons heeft opgedragen. Wie zich aan zijn geboden houdt blijft in God, en God blijft in hem.
Dat Hij in ons blijft, weten we door de Geest die Hij ons heeft gegeven.

Vers voor het evangelie (Joh 15, 4a + 5b)

Alleluia.
Blijf in Mij, dan blijf Ik in jullie, zegt de Heer.
Als iemand in Mij blijft en Ik in hem,
zal hij veel vruchten voortbrengen.
Alleluia.

Uit het evangelie volgens Johannes 15, 1-8

Jezus sprak tot zijn leerlingen:
‘Ik ben de ware wijnstok en mijn Vader is de wijnbouwer. Iedere rank aan Mij die geen vrucht draagt snijdt Hij weg, en iedere rank die wel vrucht draagt snoeit Hij bij, opdat hij meer vruchten voortbrengt.
Jullie zijn al rein door alles wat Ik tegen jullie gezegd heb.
Blijf in Mij, dan blijf Ik in jullie. Een rank die niet aan de wijnstok blijft, kan uit zichzelf geen vrucht dragen. Zo kunnen jullie geen vrucht dragen als jullie niet in Mij blijven.
Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken. Als iemand in Mij blijft en Ik in hem, zal hij veel vruchten voortbrengen.
Maar zonder Mij kun je niets doen. Wie niet in Mij blijft is als een wijnrank die weggegooid wordt en verdort; hij wordt met andere ranken verzameld, in het vuur gegooid en verbrand. Als jullie in Mij blijven en mijn woorden in jullie, kun je vragen wat je wilt en het zal gebeuren.
De grootheid van mijn Vader zal zichtbaar worden wanneer jullie veel vruchten voortbrengen en mijn leerlingen zijn.’

Van Woord naar leven

EEN WEG NAAR INNERLIJKE VRIJHEID

In de tweede lezing van vandaag schrijft Johannes dat, wanneer ons hart ons aanklaagt, God groter is dan ons hart.

Als pastoraal medewerker in een woonzorgcentrum voer ik vaak gesprekken met onze bewoners over dit thema. Velen van hen worstelen met het verleden waarin de Kerk sterk de nadruk legde op zondebesef en de dreiging van de hel, met weinig aandacht voor Gods barmhartigheid. Dit is jammer, want velen dragen daardoor een zwaar schuldbesef met zich mee, wat hen ervan weerhoudt Gods helende en bevrijdende genade welkom te heten. Ze veroordelen zichzelf.

Uiteraard is er niets fout mee om eigen zondigheid, of onvermogen, in je leven te herkennen, en je ootmoedig op de borst te kloppen. Het is een vorm van nederigheid tegenover God, en dat siert een mens ten diepste. Denk aan de tollenaar die achteraan in de tempel nederig zijn zonde beweent (Lc 18, 13). Maar dit bewustzijn van eigen zondigheid mag je niet terneerdrukken. Het zou je leven niet mogen bezwaren. Je kan oprecht spijt hebben, maar daar mag het niet bij blijven. Gods Blijde Boodschap bestaat er juist in dat Jezus gekomen is om de zondaars te roepen (Mc 2, 17). In hen wil Hij geboren, of herboren, worden. Jezus is bereid af te dalen tot in het diepst van onszelf waar de oorzaak ligt van onze ‘ongehoorzaamheid’. Daar wil Hij ons aanraken met zijn barmhartigheid om ons ten diepste te bevrijden en ons op te tillen in zijn licht. Dus: geen neerslachtigheid, geen zelfveroordeling, maar opstanding, en wel in Christus.
Het is Gods Pasen dat Jezus voor ieder van ons wenst. Het is de Blijde Boodschap bij uitstek aan het adres van elk mensenkind.

Ik denk dat we als Kerk deze boodschap meer in de verf moeten zetten. Niet enkel door die mensen die homilieën verzorgen, maar door ieder van ons.
Het begint al in ons eigen gebedsleven. Dragen wij die nederigheid in ons om afstand te nemen van elke vorm van zelfveroordeling om Gods barmhartigheid toe te laten in ons eigen hart? Kunnen wij de Heer zó welkom heten dat Hij ons in zijn Pasen mag en kan binnenvoeren?
Maar ook in onze omgang met elkaar: Belichamen wij werkelijk die barmhartigheid naar mekaar toe zoals Jezus barmhartig is naar ieder van ons? Want dat vraagt Hij wel: ‘Wees barmhartig zoals jullie Vader barmhartig is’ (Lc 6, 36). Het zal ons samenzijn kleur geven, namelijk de kleur van de Blijde Boodschap, de kleur van liefde en gemeenschap. We zullen naar elkaar kijken met de ogen van de Heer, niet oordelend, maar – indien nodig – vergevend en vol mededogen en goedheid.

Het evangelie van vandaag nodigt ons uit gehecht te blijven aan de Heer, zoals ranken aan de wijnstok. Onze relatie met Christus voedt ons, versterkt ons en maakt ons vruchtbaar in het belichamen van Gods barmhartigheid naar elkaar toe.

Laten we erover waken dat de boodschap die we als Kerk uitdragen een Blijde Boodschap is, met nadruk op ‘blijde’. Een boodschap die nederig verkondigt dat God ieder mens bemint, ondanks mogelijke misstappen. God is enkel uit op leven, op vol leven, en niet op terneerdrukking door een soort bewustzijn van eigen zonden.

Laten we bidden

Help ons, Heer,
om ware nederigheid te vinden,
niet neergedrukt door schuld,
maar verheven door uw barmhartigheid.
Mogen wij alzo,
opgenomen in uw Pasen,
licht zijn elkaar.
In uw naam.
Amen.

Geliefde mensen, mijn wens voor jullie vandaag: mogen we openstaan voor de liefdevolle barmhartigheid van de Heer. Laten we samen streven naar een gemeenschap doordrongen van goedheid en mededogen, waarin we elkaar benaderen met veel warme mildheid.


Vragen om mee op weg te gaan

Hoe kan ik de diepte van mijn eigen gebrokenheid omarmen als een poort naar het ervaren van Gods liefde en vergeving?

Hoe kan ik de Blijde Boodschap op een levendige en inspirerende manier uitdragen, zodat anderen worden aangemoedigd Gods barmhartigheid te omarmen?


Blog ‘Van Woord naar leven’

Reageren of uitwisselen betreffende de lezingen of de overweging, kan via de blog ‘Van Woord naar leven’.

Klik hier voor de blog.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.