Lezingen van de dag – zondag 27 augustus 2017

21ste zondag door het jaar – A


Uit de profeet Jesaja 22, 20-23

Ik zal hem de sleutel overhandigen van het huis van David’.

Heer sprak over Sebna en Eljakim: “Ik zal hem met uw gewaad kleden en hem uw gordel omdoen; uw macht draag Ik aan hem over. Hij zal als een vader zijn voor de inwoners van Jeruzalem en het volk van Juda. Ik zal hem de sleutel overhandigen van het huis van David; wanneer hij opendoet, kan niemand sluiten, wanneer hij sluit, kan niemand openen. Ik zal hem bevestigen, als een pin in stevige grond; voor zijn familie zal hij als een erezetel zijn.”

 

Psalm 138, 1-6

Refr.: Groot is de majesteit van de Heer !

Ik wil U loven met heel mijn hart,
voor U zingen onder het oog van de goden,
mij buigen naar uw heilige tempel,
uw Naam loven om uw liefde en trouw,
grote dingen hebt U beloofd, tot eer van uw Naam.

Toen ik U aanriep, hebt U geantwoord,
mij bemoedigd en gesterkt.
Laten alle koningen op aarde U loven, Heer,
zij hebben de beloften uit uw mond gehoord.

Laten zij de wegen van de Heer bezingen:
‘Groot is de majesteit van de Heer.
De Heer is hoogverheven!
Naar de nederige ziet Hij om,
de hoogmoedige doorziet Hij van verre.’

 

Uit de brief van Paulus aan de Romeinen 11, 33-36

‘Alles is door Hem ontstaan, alles is door Hem geschapen.’

Broeders en zusters,
onuitputtelijk zijn Gods rijkdom, wijsheid en kennis, hoe ondoorgrondelijk zijn oordelen en hoe onbegrijpelijk zijn wegen. Wie kent de gedachten van de Heer, wie was ooit zijn raadsman? Wie heeft Hem iets gegeven dat door Hem moest worden terugbetaald?’ Alles is uit Hem ontstaan, alles is door Hem geschapen, alles heeft in Hem zijn doel. Hem komt de eer toe tot in eeuwigheid. Amen.

 

Alleluia.

Ik ben de deur, zegt de Heer.
Wanneer iemand door mij binnenkomt
zal Hij gered worden.

Alleluia.

 

Uit het evangelie volgens Matteüs 16, 13-20

‘Ik zeg je: jij bent Petrus, de rots waarop Ik mijn kerk zal bouwen’.

Toen Jezus in het gebied van Caesarea Filippi kwam, vroeg Hij zijn leerlingen: ‘Wie zeggen de mensen dat de Mensenzoon is?’
Ze antwoordden: ‘Sommigen zeggen Johannes de Doper, anderen Elia, weer anderen Jeremia of een van de andere profeten.’
Toen vroeg Hij hun: ‘En wie ben Ik volgens jullie?’
U bent de messias, de Zoon van de levende God,’ antwoordde Simon Petrus.
Daarop zei Jezus tegen hem: ‘Gelukkig ben je, Simon Barjona, want dit is je niet door mensen van vlees en bloed geopenbaard, maar door mijn Vader in de hemel. En Ik zeg je: jij bent Petrus, de rots waarop Ik mijn kerk zal bouwen, en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet kunnen overweldigen. Ik zal je de sleutels van het koninkrijk van de hemel geven, en al wat je op aarde bindend verklaart zal ook in de hemel bindend zijn, en al wat je op aarde ontbindt zal ook in de hemel ontbonden zijn.’
Daarop verbood Hij de leerlingen ook maar tegen iemand te zeggen dat Hij de messias was.

Van Woord naar leven

Vandaag horen we hoe Simon Petrus de sleutels in handen krijgt van het koninkrijk van de hemel. Alvorens hij deze sleutels kreeg, moest hij eerst de vraag beantwoorden wie Jezus voor hem was. We kennen zijn antwoord. Wij krijgen die sleutels niet, het was een voorrecht aan Simon Petrus. Maar de vraag voorafgaande aan het overhandigen van de sleutels, wordt wel aan ons gesteld; aan ieder van ons persoonlijk: 'Wie zegt gij dat Ik ben ?'Ja, wie zegt gij dat Hij is ? Kunnen we net als Petrus zeggen dat Jezus voor ons de Messias is, de Zoon van de levende God. Niet enkel als een belijdenis, maar als een gebed van toevertrouwen. Want als het enkel gaat over belijden met de lippen zal dat weinig gevolg geven in ons leven. Bedoeling is dat ons geloof vlees en bloed wordt, en dat kan alleen maar wanneer onze belijdenis een waarachtig bidden wordt in de zin van je geven aan Christus in je.Er bestaat een oude christelijke traditie waarbij men bij wijze van schietgebed meermaals per dag de naam 'Jezus' aanroept. 'De zoete Naam Jezus' is zelfs een gedachtenis in het kerkelijk jaar, ergens begin januari, korte tijd na de geboorte van Christus als ik het goed voorheb. Het aanroepen van deze 'Naam' heeft als inhoud het voortdurend herhalen van een soort liefdesact, een blijk van 'verliefd zijn' zeg maar. Het schept een levende band tussen de Heer en de op Hem verliefde ziel. Mooi is dat. En vooral zo eenvoudig. Iedereen kan zo bidden, op elk moment van de dag kan je op deze wijze de Heer aanroepen, zowel op momenten van vrede als op momenten waar het moeilijk zit.Allerlei door Rome geleide liturgische commissies hebben doorheen de jaren getracht het gebed van de gelovige levend te houden. Men heeft daarbij heel dikwijls zeer goed werk verricht. Denk aan het getijdengebed zoals we dat nu kennen. Maar persoonlijk vind ik dat men soms te weinig aandacht schenkt aan die vrome gebedspraktijken die zo eenvoudig zijn om te beleven. De doorsnee-gelovige grijpt doorgaans niet naar het getijdengebed (hoe graag de Kerk dit ook zou hebben), maar bidt graag eenvoudig, kort, met het hart, niet met teveel woorden. Gewoon zich richtend naar boven (of naar binnen), met een paar woorden, of zelfs zonder woorden, een kaars aanstekend, maar altijd met die inwendige blik naar de Heer. Het aanroepen van de Naam van de Heer is zo'n gebedspraktijk; een aanroepen uit liefde voor Hem die je bewoont, leidt en behoedt.Over het gebed is zoveel te zeggen ... Maar we gaan het vandaag hier bij laten.Een mooie zondag voor u allen !kris
Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Jezus, arm van geest richten wij ons hart tot U: Wij houden van U. Neem ons op in uw liefde, maar ons innig één met U, opdat wij dragers en uitdragers mogen zijn van Gods Vrede. Tot in lengte van dagen. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.