zondag 2 door het jaar – C

Uit de profeet Jesaja 62, 1-5

De ontrouw van het uitverkoren volk werd bestraft met de ballingschap. Maar God kondigt vergiffenis aan. Jeruzalem bouwt Hij weer op en vervult het met heerlijkheid, zoals een bruidegom zijn ontrouwe bruid terugneemt en haar overlaadt met nieuwe tederheid.

Omwille van Sion zal ik niet zwijgen, omwille van Jeruzalem ben ik niet stil, totdat het licht van haar gerechtigheid daagt en de fakkel van haar redding brandt. Alle volken zullen je gerechtigheid zien, alle koningen je luister. Men zal je noemen bij een nieuwe naam die de Heer zelf heeft bepaald. Je zult een schitterende kroon zijn in de hand van de Heer, een koninklijke tulband in de hand van je God.
Men noemt je niet langer Verlatene en je land niet langer Troosteloos oord, maar je zult heten Mijn verlangen en je land Gehuwde. Want de Heer verlangt naar jou en je land wordt ten huwelijk genomen. Zoals een jongeman een meisje tot vrouw neemt, zo zullen jouw zonen jou ten huwelijk nemen, en zoals de bruidegom zich verheugt over zijn bruid, zo zal je God zich over jou verheugen.


Gezongen psalm 96, 1 + 2 + 3 + 7 + 8 + 9

(tekst onder geluidsfragment)

Refr.: Meld aan de volken Gods wondere daden.

Zing voor de Heer een nieuw gezang,
zing voor de Heer alle landen,
zing voor de Heer en verheerlijk zijn naam.

Verkondig zijn heil alle dagen,
meld aan de naties Gods heerlijkheid,
zijn wondere daden aan alle volken.

Huldig de Heer, alle stammen en volken,
huldig de Heer om zijn glorie en macht,
huldig de Heer om de roem van zijn naam.

Ga Hem aanbidden in heilig gewaad,
beef voor de Heer, alle mensen op aarde,
zeg tot elkander: “De Heer regeert,
de volken bestuurt Hij met billijkheid”.


Uit de eerste brief van Paulus aan de Korintiërs 12, 4-11

De Geest is in de Kerk de bron van de meest verscheidene gaven. Door hen werkt Hij en wordt ook bron van diepe eenheid onder het Godsvolk.

Broeders en zusters,
er zijn verschillende gaven, maar er is één Geest; er zijn verschillende dienende taken, maar er is één Heer; er zijn verschillende uitingen van bijzondere kracht, maar het is één God die ze allemaal en bij iedereen teweegbrengt. In iedereen is de Geest zichtbaar aan het werk, ten bate van de gemeente.
Aan de een wordt door de Geest het verkondigen van wijsheid geschonken, aan de ander door diezelfde Geest het overdragen van kennis; de een ontvangt van de Geest een groot geloof, de ander de gave om te genezen; en weer anderen de kracht om wonderen te verrichten, om te profeteren, om te beoordelen of een profetie van de Geest afkomstig is, om in klanktaal te spreken of om klanktaal uit te leggen. 
Al deze gaven worden geschonken door een en dezelfde Geest, die ze aan iedereen afzonderlijk toebedeelt zoals Hij wil.


Alleluia.
Maak ons hart ontvankelijk, Heer,
opdat wij de woorden
van uw Zoon zouden begrijpen.
Alleluia.



Uit het evangelie volgens Johannes 2, 1-12

De watervaten van de oude Wet lopen over van de nieuwe wijn der genade. Door de wijn te verschaffen voor het bruiloftsfeest, neemt Jezus de rol over van de bruidegom. Door dit wonder bekomt Maria van haar Zoon dat het uur van het heil als het ware wordt vervroegd. Maria wordt ‘vrouw’ genoemd, de nieuwe Eva. Zij is het symbool van de mensheid die opkijkt naar haar Redder.

Op de derde dag was er een bruiloft in Kana, in Galilea. De moeder van Jezus was er, en ook Jezus en zijn leerlingen waren op de bruiloft uitgenodigd. Toen de wijn bijna op was, zei de moeder van Jezus tegen Hem: ‘Ze hebben geen wijn meer.’ ‘Vrouw, wat wilt u van Me?’ zei Jezus. ‘Mijn tijd is nog niet gekomen.’ Daarop sprak zijn moeder de bedienden aan: ‘Doe maar wat Hij jullie zegt, wat het ook is.’
Nu stonden daar voor het Joodse reinigingsritueel zes stenen watervaten, elk met een inhoud van twee à drie metrete. Jezus zei tegen de bedienden: ‘Vul de vaten met water.’ Ze vulden ze tot de rand. Toen zei Hij: ‘Schep er nu wat uit, en breng dat naar de ceremoniemeester.’ Dat deden ze. En toen de ceremoniemeester het water dat wijn geworden was, proefde – hij wist niet waar die vandaan kwam, maar de bedienden die het water geschept hadden wisten het wel – riep hij de bruidegom en zei tegen hem: ‘Iedereen zet zijn gasten eerst de goede wijn voor en als ze dronken zijn de minder goede. Maar u hebt de beste wijn tot nu bewaard!’
Dit heeft Jezus in Kana, in Galilea, gedaan als eerste teken; Hij toonde zo zijn grootheid en zijn leerlingen geloofden in Hem.
Daarna ging Hij naar Kafarnaüm, met zijn moeder, zijn broers en zijn leerlingen, en daar bleven ze een paar dagen.

Van Woord naar leven

Het is Maria die aan Jezus zegt dat de wijn bijna op was. Prachtig. Zo is Maria, zo is zij bij ons. Meer dan wie ook kent zij onze noden. En ze doet niet anders dan deze noden kenbaar maken aan haar Zoon. Zij die Maria als hun Moeder in hun hart dragen voelen dit doorgaans haarfijn aan. Dat is ook de reden waarom zij met al hun noden dikwijls eerst naar haar gaan. Omdat ze weten en aanvoelen dat Maria hun noden bij Jezus brengt.

‘Ze hebben geen wijn meer’, zegt ze tegen Jezus. In deze woorden zitten al onze noden vervat, ons lijden, onze vragen, onze twijfels, zelfs onze zonden waarmee we naar haar mogen gaan. Met dit alles gaat zij naar de Heer. Ze legt het neer in zijn schoot. Met de moederlijke bede dat Hij er zich over wilt ontfermen. Wat Hij ook doet. Daarom niet altijd zoals wij het willen. Zoals God het wilt. Zoals de liefde het vraagt.
Wat dit laatste betreft blijven wij soms op onze honger zitten, omdat wij dikwijls willen dat de Heer onze problemen oplost zoals wij dat willen. Wat God altijd op de eerste plaats zal vragen is om in zijn dienst te komen, door te doen wat de Heer vraagt.
‘Doe wat Hij jullie zegt’
, zegt Maria heel duidelijk. Concreet betekent dat: het evangelie lezen, de Heer erin ontmoeten, en doen wat het evangelie vraagt. Het is de weg van luisteren en gehoorzamen. Het is Jezus’ stem diep in je hart volgen die vraagt in Gods liefde te blijven, en Gods liefde te zijn. Het is in de ander God ontmoeten die dorst naar liefde.

Zo zal inderdaad veel water in wijn veranderen: Eenzamen zullen namelijk opgezocht worden en zullen gemeenschap ervaren, mensen en gezinnen die letterlijk honger hebben zullen te eten krijgen, gevangenen zullen bezocht worden of krijgen brieven, bejaarden in woonzorgcentra zullen bezoek krijgen, buren zullen gekend zijn, mindervaliden zullen geen probleemgevallen zijn, stervenden zullen bijgestaan worden, enzomeer. En wel door ons toedoen, door ons jawoord, door ons toevertrouwen aan de Heer en aan Gods wil. Ja, door ons christelijk engagent kan heel wat water in wijn veranderen. U en ik, wij allen, zijn hiertoe gezonden en dragen daarin een immense verantwoordelijkheid.

Even terug naar het evangelie van vandaag. Er staat namelijk iets merkwaardigs in. Wanneer Maria aan Jezus laat weten dat de wijn bijna op is krijgt ze dat merkwaardige antwoord: ‘Vrouw, wat wilt u van Me?’ Mijn tijd is nog niet gekomen.’ In de loop der tijden zijn hier tal van homilieën, essays, boeken,… aan gewijd. Wat er ook van zij, feit is dat Maria er zich (schijnbaar) niet al te veel van aantrekt. Ze heeft haar zeg gedaan, ze heeft haar zorg geuit, en daarmee heeft ze gedaan wat ze vond dat moest gedaan worden. Haar Zoon kennende is ze er zeker van dat ze gehoord is geweest door Hem.
Vincenzo Paglia (spiritueel raadgever van Sant’ Egidio) zegt hierover het volgende: ‘We zouden deze stoutmoedigheid van Maria kunnen vergelijken met het gemeenschappelijk gebed van de christelijke gemeenschap, het gebed van de Kerk voor haar kinderen, opdat het ons en de wereld nooit aan wijn zal ontbreken.’
Het gebed van de Kerk zal inderdaad altijd gaande blijven, zoals Maria niet zal ophouden de noden van de wereld bij haar Zoon te brengen. Altijd gepaard (en da’s niet onbelangrijk!) met de woorden aan ons gericht: ‘Doe wat Hij jullie zegt’. 

Het is Jezus die het wonder verricht, maar Hij heeft ons nodig die naar zijn Moeder luisteren en gehoor geven aan de oproep van het evangelie.

Laat ons Maria’s aanwezigheid diep koesteren. Laten we met onze noden naar haar gaan, zoals een kind naar zijn moeder gaat. Maar laten we ook haar oproep ernstig nemen waar ze zegt te doen wat Jezus vraagt. Mogen we als christenen, in alle nederigheid, maar met evangelische moed, alzo het verschil maken in deze wereld. Ja, laat ons Liefde zijn, beeld en gelijkenis van God.

Kijk om je heen. Zie de dorst. En les haar; doorheen gebed en leven getekend door goedheid.

kris

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Vader,
wij danken U om Maria. Zonder ophouden brengt zij onze noden bij haar Zoon. Mogen we haar diep koesteren als onze Moeder die ons leidt en behoedt. Mogen wij gehoor geven aan haar woorden, namelijk doen wat de Heer van ons vraagt. Leer ons luisterende en gehoorzame mensen te zijn, die in innige verbondenheid met Jezus uw liefde gestalte geven.
Om deze genade bidden wij, in Christus, onze Broeder en Heer.
Amen.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.