dinsdag in week 22 door het jaar

Uit de eerste brief van Paulus aan de Korintiërs 2, 10b-16

Diep godsdienstige mensen bezitten een geheime kracht die niet te verklaren is met verstand of wetenschap. Paulus zegt dat het de Geest van God is die hen dit dieper inzicht geeft. Zo iemand noemt hij een geestelijk mens. Deze kan alles beoordelen.

Broeders en zusters,
de Geest doorgrondt alles, ook de diepten van God. Wie is in staat de mens te kennen, behalve de geest van de mens? Zo is alleen de Geest van God in staat om God te kennen. 
Wij hebben niet de geest van de wereld ontvangen, maar de Geest die van God komt, opdat we zouden weten wat God ons in zijn goedheid heeft geschonken. Daarover spreken wij, niet op een manier die ons door menselijke wijsheid is geleerd, maar zoals de Geest het ons leert: wij verklaren het geestelijke met het geestelijke. 
Een mens die de Geest niet bezit, aanvaardt niet wat van de Geest van God komt, want voor hem is het dwaasheid. Hij kan het ook niet begrijpen, omdat het geestelijk moet worden beoordeeld. Maar een mens die de Geest wel bezit, kan alles op de juiste wijze beoordelen, en zelf kan hij door niemand beoordeeld worden. 
Er staat immers geschreven: ‘Wie kent de gedachten van de Heer, zodat hij Hem zou kunnen onderwijzen?’ Welnu, onze gedachten zijn die van Christus.


Psalm 145, 8-13

Refr.: Uw koningschap, Heer, omspant de eeuwen.

Genadig en liefdevol is de Heer,
Hij blijft geduldig en groot is zijn trouw.
Goed is de Heer voor alles en allen,
Hij ontfermt zich over heel zijn schepping.

Laten al uw schepselen U loven, Heer,
en uw getrouwen U prijzen.
Laten zij getuigen van de luister van uw koningschap,
spreken over uw machtige werken.

Laten zij aan de stervelingen uw machtige daden verkondigen,
de glorie en de glans van uw koningschap:
‘Uw koningschap omspant de eeuwen,
uw heerschappij omvat alle geslachten.’


Vers voor het evangelie (Joh 10, 27)

Alleluia.
Mijn schapen luisteren naar mijn stem,
zegt de Heer,
Ik ken ze en zij volgen Mij. 
Alleluia.


Uit het evangelie volgens Lucas 4, 31-37

Jezus’ optreden wekte verwondering. Zijn leer bracht Hij met gezag als een bevrijding. De andere leraars brachten lange lijsten voorschriften, die drukten als een juk. Zelfs mensen die bezeten waren, wist Hij van hun boeien te bevrijden. Het geheim van deze kracht blijft hier nog een vraag. Later zal Jezus antwoorden dat het zijn verbondenheid is met de Vader, die Hem deze kracht en dit gezag geeft.

Jezus ging naar Kafarnaüm, een stad in Galilea, waar Hij de inwoners steeds op sabbat onderwees. Ze waren diep onder de indruk van zijn onderricht, want Hij sprak met gezag. 
Er was in de synagoge een man die bezeten was door een geest, een onreine demon, en deze schreeuwde luidkeels: ‘Aaah! Wat hebben wij met Jou te maken, Jezus van Nazaret? Ben Je gekomen om ons te vernietigen? Ik weet wel wie Je bent: de heilige van God.’ 
Maar Jezus sprak hem streng toe en zei: ‘Zwijg en ga uit hem weg!’
De demon smeet de man op de grond, midden tussen de mensen, en ging uit hem weg zonder hem te verwonden. Allen waren verbijsterd. Ze bespraken het voorval met elkaar en zeiden: ‘Wat zijn dat voor dingen die Hij zegt? Hoe komt het dat Hij het gezag en de macht heeft om onreine geesten zijn bevelen te geven zodat zij de mensen verlaten?’ 
Het nieuws over Hem verspreidde zich overal in de streek.

Van Woord naar leven

Alleen de Geest van God is in staat om God te kennen. Zo lezen we bij Paulus vandaag.

Paulus onderstreept hier het belang van het dragen van de Geest. Of anders gezegd: het belang van het bidden om de Geest. Het is immers in de Geest dat wij kunnen geloven, zullen begrijpen, zullen kennen. Los van de Geest zal het ons bijzonder moeilijk vallen God te kennen, laat staan Hem te ontmoeten. Het zullen magere pogingen blijven om vanuit een zeker innerlijk spiritualisme Hem te zoeken. Het blijft in zekere zin een ik-zoektocht; een zoeken vanuit het ik. Terwijl God zijn Geest geeft om Hem te zoeken vanuit de gave die de  Geest is.

De Geest is als het ware de aansluiting tussen mens en God. De Geest is een soort hemelse wifi die ons met God verbindt. Als je thuis geen wifi of 4G hebt kan je niet op het internet. Als je de Geest niet in je draagt krijgt je geen verbinding met God. Je kan, zonder de Geest, denken verbonden te zijn met God, maar in de diepte zal het enkel een krachtmeting zijn met jezelf, met een uiterst pover resultaat.

Het verschil met internet is dat je voor het internet moet betalen. Dat is bij het dragen van de Geest niet. Deze wordt je gratis geschonken, als gave. Het enige dat je moet doen is je hart openen, beschikbaar zijn, leeg worden van jezelf; arm van geest. In wezen gaat het hier om een gebedshouding: je hart, je lijf, je ziel, je hele zijn gericht naar God, geopend voor Hem. Het gaat hier om een diep vertrouwen dat God je de weg zal wijzen en u in verbinding zal brengen met Christus.

Het zou een vergissing zijn te denken dat het ontvangen van de Geest een soort onderonsje wordt tussen jij en God: jij ontmoet Hem, Hij ontmoet jou, en gedaan. Het ontvangen en dragen van de Geest zal in jou een vuur tot stand brengen dat niet enkel doet begrijpen, maar je ook zal enthousiasmeren God uit te dragen. De Geest zal je het verlangen en de kracht geven getuigen te zijn van Gods liefde, zowel wat betreft het belichamen van deze liefde alsook het uitdragen ervan.

Dat we geroepen zijn Gods liefde te belichamen… dat weten we, en dat doen we – als het goed is – graag. Wat het verkondigen betreft… daar hebben we het soms moeilijker mee. Vaak is het makkelijker te zwijgen dan te spreken. Nochtans behoort dit laatste zeer wezenlijk ook tot ons christenzijn. Te vaak zijn we een zwijgende Kerk naar ‘de wereld’ toe, terwijl de zending van de Kerk er juist in bestaat aanwezig te zijn ‘in de wereld’ doorheen daad en woord. Licht zijn… Zout zijn… we weten het, we kennen de oproep van de Heer.
Wanneer we dit ‘aanwezig willen zijn’ ons toe-eigenen loopt het gegarandeerd fout. Ook hier is het belangrijk dat we ons onder de Geest plaatsen. Verkondiging vanuit het eigen ik is gedoemd tot mislukken. Verkondigen vanuit de Geest is toelaten dat de Heer – door jou heen – de wereld komt aanraken, zowel door jouw daden van liefde alsook door je woorden die je spreekt. Zoals Paulus het vandaag zegt: ‘Daarover spreken wij, niet op een manier die ons door menselijke wijsheid is geleerd, maar zoals de Geest het ons leert.’ We mogen erop vertrouwen dat de Geest ons een manier van spreken zal schenken dat mensen zal ‘raken’, dat mensen doet dorsten naar God. De Geest zal ons in het ‘goede gesprek’ brengen met anderen, in de zin van dat de Geest ons zal verinnigen met Jezus diep in onszelf die ons gesprek zal leiden. De Geest is het vuur, Christus is de genade.

Laten we iedere dag, laten we ons gebed, beginnen met het vragen om Gods heilige Geest. Moge Hij ons doen verlangen, moge Hij ons openen, ons beschikbaar maken, ons brengen in Christus. Opdat we, doorheen daad en woord, Christus’ Pasen mogen zijn, én tonen, in deze wereld waartoe we gezonden zijn.

Een gezegende dinsdag voor ieder van u,

kris

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Vader,
beziel ons met uw heilige Geest, opdat wij – verinnigd in Christus – blijde getuigen zouden zijn van uw goedheid voor de wereld.
In Christus, onze Heer.
Amen.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.