Hemelvaart van de Heer – A

Hoogfeest

Uit de Handelingen van de Apostelen 1, 1-11

In het boek van de Handelingen zet Lucas het verhaal van zijn evangelie verder. Tijdens de ontmoetingen met zijn leerlingen tussen zijn verrijzenis en zijn hemelvaart heeft Jezus het met hen herhaaldelijk gehad over hun zending en verantwoordelijkheid in de komst van het koninkrijk van God. Wanneer Jezus er niet meer is, zal de Kerk onder leiding van de heilige Geest op haar eigen benen moeten staan om haar opdracht tot een goed einde te brengen.

In mijn eerste boek, Theofilus, heb ik de daden en het onderricht van Jezus beschreven, vanaf het begin tot aan de dag waarop Hij in de hemel werd opgenomen, nadat Hij de apostelen die Hij door de heilige Geest had uitgekozen, had gezegd wat hun opdracht was. Dat Hij leefde heeft Hij hun na zijn lijden en dood herhaaldelijk bewezen door gedurende veertig dagen in hun midden te verschijnen en met hen over het koninkrijk van God te spreken.
Terwijl Hij met hen at, gaf Hij hun deze opdracht: ‘Ga niet weg uit Jeruzalem, maar blijf daar wachten op wat de Vader heeft beloofd, waarover jullie van Mij hebben gehoord. Johannes doopte met water, maar binnenkort worden jullie gedoopt met de heilige Geest.’ Zij die daar bijeen waren, vroegen Hem: ‘Heer, gaat U dan binnen afzienbare tijd het koningschap over Israël herstellen?’ Hij antwoordde: ‘Het is niet aan jullie om te weten wat de Vader in zijn macht heeft vastgesteld over de tijd en het ogenblik waarop deze gebeurtenissen zullen plaatsvinden. Maar wanneer de heilige Geest over jullie komt, zullen jullie kracht ontvangen om mijn getuigen te zijn in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, tot aan de uiteinden van de aarde.’
Toen Hij dit gezegd had, werd Hij voor hun ogen omhooggeheven en opgenomen in een wolk, zodat ze Hem niet meer zagen. Terwijl Hij zo van hen wegging en zij nog steeds naar de hemel staarden, stonden er opeens twee mannen in witte gewaden bij hen. Ze zeiden: ‘Galileeërs, wat staan jullie naar de hemel te kijken? Deze Jezus, die uit jullie midden in de hemel is opgenomen, zal op dezelfde wijze terugkomen als jullie Hem naar de hemel hebben zien gaan.’

Gezongen antwoordpsalm 47

(tekst onder geluidsfragment)

Refr.: God stijgt ten troon onder luid gejuich, de Heer met geschal van bazuinen

Alle volkeren, klap in de handen,
jubel voor God met blij geroep.
Want groot is de Heer en alom geducht,
een machtig vorst over heel de aarde.

God stijgt ten troon onder luid gejuich,
de Heer met geschal van bazuinen.
Zing nu voor God, laat klinken uw zang,
voor onze Koning een loflied.

Koning is God over heel de aarde,
zing dus een psalm voor Hem.
Koning is God over alle naties,
zetelend op zijn heilige troon.

Uit de brief van Paulus aan de Efeziërs 1, 17-23

Met hemelvaart zetelt Christus op de troon aan de rechterhand van de Vader. Als God en Heer ontkomt Hij voortaan aan de beperkingen van tijd en ruimte. Hij wordt de tijdgenoot van alle mensen. Zijn heil krijgt nu waarlijk een universele werkzaamheid.

Broeders en zusters,
moge de God van onze Heer Jezus Christus, de Vader in al zijn luister, u de Geest schenken die inzicht geeft in wat geopenbaard is, opdat u Hem zult kennen. Moge uw hart verlicht worden, zodat u zult zien waarop u hopen mag nu Hij u geroepen heeft, hoe rijk de luister is van de erfenis die de heiligen van Hem ontvangen, en hoe overweldigend groot de krachtige werking van Gods macht is voor ons die geloven. Die macht was ook werkzaam in Christus toen God Hem opwekte uit de dood en Hem in de hemelsferen een plaats gaf aan zijn rechterhand, hoog boven alle hemelse vorsten en heersers, alle machten en krachten en elke naam die genoemd wordt, niet alleen in deze wereld maar ook in de toekomstige. Hij heeft alles aan zijn voeten gelegd en Hem als hoofd over alles aangesteld, ten behoeve van de kerk, die zijn lichaam is, de volheid van Hem die alles in allen vervult.

Vers voor het evangelie (Mt. 28, 19a + 20b)

Alleluia.
Ga op weg, zegt de Heer,
en maak alle volken tot mijn leerlingen.
Ik ben met jullie, alle dagen,
tot aan de voltooiing van deze wereld.
Alleluia.

Uit het evangelie volgens Matteüs 28, 16-20

‘Ik ben met jullie, alle dagen’

De elf leerlingen gingen naar Galilea, naar de berg die Jezus hun had genoemd, en toen ze Hem zagen wierpen ze zich in aanbidding voor Hem neer, al twijfelden sommigen. 
Jezus kwam dichterbij en zei tegen hen: ‘Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde. Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest, en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat Ik jullie opgedragen heb. En houd dit voor ogen: Ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.’

Van Woord naar leven

FEEST VAN NABIJHEID

‘Houd dit voor ogen: Ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld’, zo zegt de Heer vandaag aan de elf, en daarmee ook aan ieder van ons.

Hemelvaart is in die zin geen feest van afscheid. Het is integendeel een feest van nabijheid; van goddelijke nabijheid. Fysiek mag Hij dan de mensheid verlaten hebben, op mystieke wijze komt en blijft Hij ten diepste aanwezig in en onder ons. In al wat liefde, en oproep tot liefde is, mogen we Christus ontmoeten.

Te beginnen in ons eigen innerlijk. Door aan te sluiten bij het gebed van de Geest mogen wij ons verenigen met Christus’ aanwezigheid om in eenheid met Hem te bidden en biddend te leven. De Geest zal ons voortdurend in herinnering brengen dat onze roeping erin bestaat in naam van de Heer ons leven te geven aan de liefde. Moge ons leven getekend zijn door één groot ‘ja’ aan deze rijke oproep.

Het ‘Ik ben met jullie’ is ook bijzonder aanwezig in de Kerk. Christus’ aanwezigheid maakt de Kerk heilig, en doet ons iedere zondag opnieuw weer zingen: ‘Ik geloof in de heilige katholieke Kerk’. Ze is heilig omdat Christus er het levend hart van is. Onze roeping is het deze heiligheid van de Heer gestalte te geven in ons dagelijks leven. En ook al kampt de katholieke geloofsgemeenschap met veel onheiligheid, in wezen blijft de Kerk heilig. Onze roeping is het Christus handen en voeten te geven; groeiend en als gemeenschap in Hem.

Eigen aan alle christelijke kerken, is het om de Blijde Boodschap uit te dragen, tot aan de ‘uiteinden der aarde’. Dus geen geloofsbeleving enkel onder de kerktoren. Nee: de wereld in. Daar is (ook) het werkterrein van de christen. Ieder moet in gebed uitmaken wat zijn of haar deel kan zijn in deze opdracht, maar met z’n allen dragen we deze missionaire roeping in ons. Van belang is – en dat zegt de Heer ons vandaag zeer nadrukkelijk – dat Hij ons in deze taak nabij is. Het is niet de bedoeling dat we het evangelie uitdragen, en handen en voeten geven, los van de Heer. Dit zou fundamenteel onchristelijk zijn. Ook hier geldt: mét Hem, in Hem en door Hem.

Laten we de belofte van de Heer – dat Hij altijd bij ons is – diep koesteren. Als een geschenk in ons hart neergelegd.

Wat een eer om in zijn naam te mogen leven, en vanuit Hem Gods liefde gestalte te mogen geven.

Laten we bidden …

Heer Jezus,
wij danken God om uw aanwezigheid in en onder ons. Mogen wij uw tegenwoordigheid diep koesteren, en vanuit U het leven en ieder medemens beminnen.
In uw naam.
Amen.

Een gezegende hoogdag,
kris

 

 

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.