Afscheid dat verbindt: praten over het levenseinde

Hilde Ingels van Amfora vzw tekent verhalen op van mensen die niet zo lang meer te leven hebben. 25 verhalen en 38 tips verzamelde ze in een boek.

Sterven en sterfelijkheid zijn in onze cultuur nog altijd moeilijk bespreekbaar. Terwijl het inherent is aan het leven. Hilde Ingels merkt dat mensen vaak opgelucht zijn als ze bij het einde van hun leven over afscheid nemen en sterven kunnen praten en iets tastbaars kunnen nalaten. 

Met haar vereniging Amfora voert ze eindelevensgesprekken. Ze tekent tijdens een interview de balans op die mensen van hun leven maken. Dat wordt vervolgens creatief vormgegeven in een boekje of een doosje voor de nabestaanden. Voor hen is het meestal een ontroerend geschenk. Een kosteloze dienst waarmee Amfora in 2018 laureaat was van de prijs Passie voor Palliatieve Zorg van de Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen. 

Hilde Ingels bundelde haar ervaringen nu in een boek met 25 verhalen en 38 tips om te zorgen voor verbinding tijdens het levenseinde. Niet de verhalen die mensen vertellen tijdens eindelevensgesprekken, want die zijn privé. Wel de ervaringen van de schrijfster over het voeren van zo’n gesprekken. Ook voor zorgverleners inspirerende lectuur.

We selecteerden uit het boek een verhaal en een tip als voorproefje. 

Dominique

Het leven komt zoals het zich aandient. 
Het enige wat ik zeg is: lang leve het leven.

Rob, de oudste zoon van Dominique (62), vraagt of ik op interview kan komen bij zijn vader, die terminaal ziek is. We plannen een datum, tien dagen later, maar kort daarna vraagt Rob of het gesprek toch niet nog vroeger kan. Zijn vader gaat heel snel achteruit. ‘We zijn bang dat hij het einde van de week niet meer haalt.’ Ik gooi mijn agenda om en ga zo snel mogelijk langs. Er zijn die middag veel mensen in de woonkamer, waar Dominique in bed ligt. De dokter gaat net weg, ook een zus en schoonbroer vertrek-ken. Zijn vrouw en vier van de vijf kinderen omringen hem aan zijn bed en blijven erbij voor het gesprek. Een dochter kon er door het werk niet bij zijn.

De sfeer tijdens dat uur samen valt moeilijk te omschrijven. Het is een intiem familietafereel waarbij een stervende man met de grootste zorg en liefde door zijn vrouw en kinderen wordt omringd. De liefde die hij zelf al die jaren met een groot hart aan zijn gezin gegeven heeft, krijgt hij nu in veelvoud terug. Zijn jongste dochter zit op het voeteinde, de anderen schuiven zo dicht mogelijk naar hem toe. Het liefste maakte ik mezelf onzichtbaar. Mijn enige rol is de woorden en zinnen te helpen vinden die Dominique nog wil delen met zijn gezin. De kinderen moedigen hun vake aan zodat hij, met zijn laatste restje energie, heel langzaam – af en toe een slokje water drinkend – zijn antwoorden kan formuleren op de vragen. Zijn laatste boodschap is helder. ‘De laatste dagen heb ik wel tientallen keren gezegd hoe gelukkig ik ben met mijn schone gezin. In harmonie samenleven vind ik zo belangrijk, en als er al eens spanning is, leg het dan bij, praat het uit, doe uw best, steun elkaar, help elkaar.’ 

Laatste woorden op laatste dagen hoeven niet alleen maar rauw en zwaar te zijn. Meer dan eens worden anekdotes verteld en krijgen humor en vrolijkheid een plaats. ‘Ik kan me niet herinneren dat we ooit zwaar geruzied hebben’, zegt Dominique. ‘O ja, die keer dat de kinderen als verrassing voor mij de keukenmuur blauw geschilderd hadden – dat viel verkeerd. Maar achteraf beschouwd zijn dat de fijne dingen van het leven.’ Op hun beurt grappen de kinderen over hun vader: ‘Vake heeft altijd de aandoening gehad dat hij een paar meter voor ons uit liep en wij in zijn kielzog volgden. Op het einde van de straat keek hij dan verbaasd om waar we bleven.’ 

Zo kabbelt het gesprek verder in trage, soms half uitgesproken zinnen. Met een zwakke stem vertelt Dominique hoe het besef van de nabije dood net openheid creëert om te verwoorden wat hij nooit eerder gezegd kreeg. ‘Zeker de laatste dagen voelen we ons vrij om alles te zeggen wat we nog willen zeggen, zonder taboe of schaamte. Ik kan mijn kinderen en mijn vrouw nu eens stevig vastnemen en zeggen hoe graag ik hen zie, hoe blij ik ben met hen. Vroeger zag ik hen natuurlijk even graag en nam ik hen ook weleens vast, maar nu lukt dat precies gemakkelijker. Ik voel geen remmingen meer om mijn gevoelens te uiten.’ Lang leve het leven, het is de rode draad in het verhaal van Dominique, zijn boodschap voor vrouw en kinderen. Zo leeft hij verder in zijn dierbaren. Ondanks de nabije dood wordt hier vooral het leven gevierd.

Na het gesprek neem ik afscheid van Dominique. In de keuken komen de kinderen rond me staan om na te praten. Op korte tijd voel ik een bijzondere verbondenheid met deze jongvolwassenen en met dit gezin. Ze laten me niet meer los, dat staat vast. ’s Anderendaags drukt Rob in een mail nog eens zijn dank uit. ‘Het was een gesprek om in te lijsten.’

Thuis volgen meerdere uren intens schrijf- en schaafwerk aan het verhaal van Dominique. Een dag na het interview kan ik de definitieve versie doormailen. Op datzelfde moment moeten Sophie en haar kinderen hun echtgenoot en vader uit handen geven. Later verneem ik van de kinderen dat Dominique op de dag van het gesprek bijna voortdurend sliep en bij het wakker worden vroeg ‘wanneer die journaliste kwam’. Hij keek er echt naar uit om zijn verhaal te vertellen en wachtte op iemand die hij niet kende om aan zijn geliefden datgene te kunnen zeggen waar hij nog geen taal had voor gevonden. Hij had een tussenpersoon nodig om de juiste woorden te vinden over wat het leven voor hem betekende en hoe hij naar het afscheid en de dood keek.

Schrijf een ‘brief voor bij het afscheid’

Als je als zieke of als naaste aarzelt over hoe je een diepgaand gesprek begint, kun je je gedachten en gevoelens verwoorden in een brief naar de ander. Het voordeel is dat je in je eigen tempo en weloverwogen naar je woorden zoekt. In die brief kun je neerschrijven wat je graag in een gesprek zou zeggen. Je kunt ook je dankbaarheid uitspreken of een paar vragen formuleren. De ander kan, op het moment dat het hem of haar past, de brief rustig lezen. Misschien leest de ontvanger de brief als een uitnodiging en volgt er toch nog een gesprek. Wanneer je als familielid of goede vriend een dergelijke brief schrijft, zorg er dan voor dat je dat tijdig doet, zodat de ontvanger nog de kracht heeft om te antwoorden als hij dat wil. Zie het als ‘een brief voor bij het afscheid’ maar daarom niet als een ‘afscheidsbrief’. Want je weet dat het afscheid eraan komt, maar niet wanneer. 

Stina: Ik heb een brief geschreven aan mijn schoonvader en ben heel blij dat ik dat gedaan heb. Als schoondochter of -zoon kan het moeilijk zijn om aan te voelen hoe dichtbij je mag komen in de intieme kring van de familie, in de intimiteit van de laatste periode. Maar ik had evengoed de behoefte om mijn schoonvader nog iets te zeggen. Helaas hebben we daarna geen gesprek meer kunnen voeren over wat ik geschreven had, misschien omdat ik het zelf niet aandurfde om er nog eens op terug te komen. Maar vake heeft hem gelezen en dat voelt goed voor mij. Ook twee neven, die dicht bij hem stonden, schreven hem een brief. 

Berber: Mijn mama heeft aan veel vrienden en ook aan mijn zus en mij een sterk gedocumenteerde persoonlijke afscheidsbrief geschreven. Dat heeft me geholpen om al voor haar overlijden te starten met de verwerking van haar verlies. 

Meer weten

Hilde Ingels, Amfora vzw © Benoit Lannoo