Christus, Koning van het Heelal

Hoogfeest


‘Christus Koning’! Dat is tweemaal Koning, want Christus is de Latijnse vertaling van het Hebreeuwse woord dat ‘gezalfde’ betekent. Een gezalfde is iemand die door God tot koning is gezalfd. En Christus is de door God gezalfde Koning, dus Christus Koning is dubbel koning.
Jezus is de Koning in wie God Koning is. Hij is in de heilige Geest door God gezalfd, en Hij oefent het koningschap van God de Vader uit en dat is het koningschap van het hart. Jezus is Koning van de harten.



Uit de profeet Daniël 7, 13-14

In een droom heeft de profeet de opeenvolging gezien van de verschillende heerschappijen, die de wereld van zijn tijd zullen beheersen. Na hen zal een Mensenzoon, een Messias komen, wiens koninkrijk niet van deze wereld is. Als rechter van de eindtijd, zal Hij de wereld die Hij zal hebben gered, laten delen in zijn heerlijkheid.

In mijn nachtelijk visioen zag ik dat er met de wolken van de hemel iemand kwam die eruitzag als een mens. Hij naderde de oude wijze en werd voor Hem geleid. Hem werden macht, eer en het koningschap verleend, en alle volken en naties, welke taal zij ook spraken, dienden hem. Zijn heerschappij was een eeuwige heerschappij, die nooit ten einde zou komen, zijn koningschap zou nooit te gronde gaan.


Psalm 93, 1-2 + 5

Refr.: De Heer is koning, met hoogheid bekleed.

De Heer is koning, met hoogheid is Hij bekleed,
de Heer is met macht bekleed en omgord.
Vast staat de wereld, zij wankelt niet,
en vast staat van oudsher uw troon,

U bent van alle eeuwigheden.
Uw uitspraken zijn betrouwbaar.
Heiligheid is van uw huis het sieraad,
Heer, tot in lengte van dagen.


Uit het boek Apocalyps 1, 5-8

De koning van Gods hart, aanwezig in de visioenen van het Oude en het Nieuwe Testament, is Christus. Als vorst van alle koningen op aarde, heeft Hij zijn volk zozeer bemind dat Hij zijn bloed vergoot om het te redden van de zonde. Door zo’n bevrijder vrijgekocht, zijn de mensen voortaan in staat aan God de lof van het heelal aan te bieden.

Genade zij u van Jezus Christus, de betrouwbare getuige, de eerstgeborene uit de dood, de heerser over de vorsten van de aarde. Aan Hem die ons liefheeft en ons van onze zonden heeft bevrijd door zijn bloed, die een koninkrijk uit ons gevormd heeft en ons heeft gemaakt tot priesters voor God, zijn Vader – aan Hem komt de eer toe en de macht, tot in eeuwigheid. Amen.
Hij komt met de wolken, en dan zal iedereen Hem zien, ook degenen die Hem doorstoken hebben. Alle volken op aarde zullen over Hem weeklagen. Ja, amen.
‘Ik ben de alfa en de omega,’ zegt God, de Heer, ‘Ik ben het die is, die was en die komt, de Almachtige.’


Alleluia. (Mt. 11, 9-10)
Gezegend Hij die komt
in de naam van de Heer.
Gezegend het komende koninkrijk
van onze vader David.
Alleluia.



Uit het evangelie volgens Johannes 18, 33b-37

Het koningschap van Jezus is niet van deze wereld, en als Hij al gekroond wordt, dan is het op het kruis. Daar wordt Hij verheven en wordt Hij de Redder van de mensheid. Tegenover de bangelijke en slinkse Pilatus, staat Christus, rechtop, de openbaring van de goddelijke waarheid zelf.

Pilatus liet Jezus bij zich komen en vroeg Hem: ‘Bent U de koning van de Joden?’
Jezus antwoordde: ‘Vraagt u dit uit uzelf of hebben anderen dit over Mij gezegd?’
‘Ik ben toch geen Jood,’ antwoordde Pilatus. ‘Uw volk en uw hogepriesters hebben U aan mij uitgeleverd – wat hebt U gedaan?’
Jezus antwoordde: ‘Mijn koningschap hoort niet bij deze wereld. Als mijn koningschap bij deze wereld hoorde, zouden mijn dienaren wel gevochten hebben om te voorkomen dat Ik aan de Joden werd uitgeleverd. Maar mijn koninkrijk is niet van hier.’
Pilatus zei: ‘U bent dus koning?’
‘U zegt dat Ik koning ben,’ zei Jezus. ‘Ik ben geboren en naar de wereld gekomen om van de waarheid te getuigen, en ieder die de waarheid is toegedaan, luistert naar wat Ik zeg.’ 

Van Woord naar leven

Vandaag zien we twee koningen tegenover elkaar. Ze staan in dezelfde ruimte. Pilatus met zijn koningschap, en Jezus met zijn koningschap. Hetzelfde woord met een totaal andere invulling. Pilatus zijn koningschap staat voor macht, boven de ander staan, gediend willen worden, hebben, toe-eigening,… Jezus koningschap staat voor nederigheid, vrede, liefde, afdalen, dienstbaarheid,… Twee koningen in eenzelfde ruimte, dicht bij elkaar.

Iets soortgelijks zien we bij het laatste avondmaal, één van de grootste momenten uit de geschiedenis: Jezus en Judas, aan dezelfde tafel. Jezus die de mensheid komt verlossen, en Judas die de Liefde zal verraden.

We zien het ook in de grote wereld, zowel in de geschiedenis als heden ten dage. Liefde en kwaad, waarheid en leugen. Ze leven naast elkaar, dicht bij elkaar, als het ware in ‘dezelfde ruimte’.

En als we in de spiegel kijken, zien we het ook in onszelf: licht en donkerte, liefde en waarheid, aanbidding en weglopen. In dezelfde persoon, in hetzelfde lichaam, in hetzelfde hart, in ‘dezelfde ruimte’.

Zowel het koningschap van Pilatus, als het koningschap van Jezus, is getekend door macht, door almacht. Ook hier hetzelfde woord voor een totaal andere, en zelfs tegenovergestelde, invulling. De almacht van Pilatus is puur menselijk zonder God, met de bedoeling macht te hebben over de onderdanen, het gewone volk in de straat. De almacht van Jezus is getekend door broosheid, nederigheid, vergeving, barmhartigheid, afdaling, opzoeking, voetwassing, kruis en Pasen.

Vraag is: voor welk koningschap kiezen wij?
Of anders gezegd: welk koningschap laten we diep in onszelf toe?

Kiezen we voor het duiveltje van de wereldse macht, of heten we de Heer welkom in zijn goddelijke broosheid?

Met dit laatste bedoel ik: Laten we de Heer toe dat Hij als Zoon van God voor ons neerknielt om ons de voeten te wassen, om ons door Hem te laten reinigen, zodat we, vanuit de reiniging, deelgenoot kunnen worden van zijn liefde? Heten we Hem welkom in onze duistere plekjes? Laten we toe dat Hij ons aanraakt daar waar het licht zoek is, opdat hij de donkerte kan omkeren naar Gods licht?

Dit laatste is de almacht en het koningschap van God. Dit kan geen enkele Pilatus aanbieden of bewerkstelligen, hoeveel legers en onderdanen hij ook onder zich heeft, hoeveel paleizen hij ook bezit, hoe rijk hij ook is.

Niemand op deze wereld draagt deze goddelijke almacht in zich. Enkel Jezus. Hij is er niet enkel de belichaming van, maar Hij bezoekt er ons ook persoonlijk mee, én ons als Kerk, én ons als mensheid.

Jezus’ koningschap heeft oog en hart voor de medemens. Het is erop uit dat men God in waarheid leert kennen. Het wilt van binnenuit in ieder mens tot leven komen, om Gods liefde daadwerkelijk gestalte te geven in deze wereld.

Gedaan met honger in de wereld, gedaan met oorlog en geweld, gedaan met wereldse macht; zowel in de grote wereld, alsook in onze kleine gemeenschappen, gezinnen, onze steden, dorpen en straten, alsook in onszelf.

Laat ons de Heer welkom heten in zijn goddelijke broosheid, in zijn hemelse almacht. Als een bedelaar komt Hij naar ons toe, komt Hij in ons, vragend ons hart te leggen in het Zijne. En dit opdat we deelgenoot zouden worden van Gods liefde. Gods liefde voor allen.

Kom, laten we ons toevertrouwen aan Jezus, aan zijn koningschap. Het loont de moeite. Absoluut!

Of anders gezegd: laat ons Kerk zijn, elkaar beminnend, de wereld omarmend.
Laten we een paasgemeenschap zijn die Gods liefde is, een gemeenschap die voortdurend groeit in Hem.

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

 

Laten wij bidden

Heer Jezus, Christus Koning,
als een bedelaar komt Gij naar ons toe, smekend om liefde. Mogen wij U lof toezingen door uw liefde te zijn voor elkaar; verinnigd in U.
Amen.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.