Dagelijks Bijbelcitaat – maandag 5 mei 2025

Uit het evangelie volgens Johannes 6, 26-27

Jezus zei: ‘Werkelijk, Ik verzeker u, u zoekt Me niet omdat u tekenen hebt gezien, maar omdat u brood gegeten hebt en verzadigd bent. U moet geen moeite doen voor voedsel dat vergaat, maar voor voedsel dat blijft en eeuwig leven geeft; de Mensenzoon zal het u geven, want de Vader, God zelf, heeft Hem die volmacht gegeven.’

Het Heilig Gelaat van Christus

Deze icoon ademt een stille, indringende aanwezigheid: het Heilig Gelaat van Christus, ook wel “de Verlosser niet door mensenhanden gemaakt” genoemd. Het is een van de oudste en meest vereerde iconen uit de orthodoxe traditie, met wortels die reiken tot de vroege Kerk. Volgens een oude overlevering werd het gelaat van Jezus op wonderlijke wijze afgedrukt op een doek toen Hij zijn gezicht droogde – een beeld dat niet door een schilder, maar door God zelf werd gegeven. Deze doek werd later vereerd als de Mandylion, het eerste beeld van Christus, niet geschilderd maar ontvangen.

Het icoon toont alleen het hoofd van Christus, zonder lichaam, recht voor ons, symmetrisch en ernstig. Zijn ogen kijken ons aan met een blik die tegelijk streng en zacht is, onaards en toch nabij. De gouden achtergrond verwijst naar de eeuwigheid, het licht dat niet dooft. Het witte kruis achter zijn hoofd herinnert aan het lijden dat Hij droeg, maar ook aan de overwinning die Hij behaalde. Niets in dit beeld is toevallig. Alles is gericht op één doel: niet om Jezus af te beelden zoals Hij er fysiek uitzag, maar om ons binnen te leiden in de werkelijkheid van wie Hij is.

Je kijkt niet zomaar naar deze icoon. Je voelt dat je aangekeken wordt. De blik van Christus dringt door, maar dwingt niet. Hij spreekt niet met woorden, maar zijn aanwezigheid vraagt een antwoord. Het is alsof Hij vraagt: “Wie ben jij onder mijn blik?” Deze vraag klinkt niet als een oordeel, maar als een uitnodiging. Een uitnodiging tot waarheid, tot eenvoud, tot een leven dat doorzichtig wordt voor het licht van God.

De symmetrie van het gelaat, de stilte in de ogen, de waardigheid van het geheel: alles nodigt uit tot innerlijke rust. Deze icoon wil je niet bezitten, maar je laten bezitten. Niet bekeken worden, maar aanschouwd. Niet geanalyseerd worden, maar beantwoord. Zij was bedoeld voor de binnenkamer van de monnik, als venster naar de Eeuwige, als herinnering aan wie wij ten diepste zijn: geroepen om Hem gelijk te worden, niet naar uiterlijk, maar naar ziel en liefde.

In een tijd vol beelden en stemmen is dit Heilig Gelaat een andere aanwezigheid. Eén die niet opdringt, maar blijft. Die niets vraagt, maar alles uitstraalt. Die zwijgt, maar je diepste verlangen oproept. Hier kijkt Christus ons aan – niet zoals de wereld kijkt, maar zoals God kijkt. Niet om te oordelen, maar om lief te hebben. Niet om te bezitten, maar om ons te genezen.

Misschien is dat het grootste wonder van deze icoon: dat zij ons eraan herinnert dat er Eén is die ons werkelijk ziet – niet zoals wij zouden willen overkomen, maar zoals wij zijn. En dat in die blik geen afwijzing schuilt, maar licht. Schoonheid. Waarheid. Genade.

Tekst gebaseerd op de oosterse iconentraditie en de theologische betekenis van het Heilig Gelaat.