De verrijzenis van Jezus is geen toverpilletje

Homilie van Nikolaas Sintobin sj op paasdag

Als ik denk aan Kerstmis, dan komen spontaan woorden bij me op als familie en gezelligheid. Als ik denk aan Pasen, dan voel ik vreugde en hoor ik het halleluja van Händel weerklinken. Als ik echter de evangelietekst van deze paaszondag lees, dan vind ik geen spoor van die vreugde of van de muzikale overdaad van Händel terug. Integendeel. Johannes biedt een bijna onderkoelde beschrijving van de ontdekking van het lege graf en van het begin van het verrijzenisgeloof. Ook de daaropvolgende scène van het johannesevangelie, de ontmoeting tussen Maria van Magdalena en de verrezen Jezus, is nog steeds stil en aarzelend. Het is pas naar de avond van die dag toe, als Jezus zijn angstige leerlingen ontmoet, dat voor het eerst sprake is van vreugde.

De vreugde van het geloof in de verrijzenis is  duidelijk niet zomaar gekomen. Pasen is geen toverpilletje dat de pijn van het absurde mensengeweld eventjes snel uit de wereld helpt. Pasen is een complexe ervaring met talrijke lagen.  De evangelist Johannes leidt er ons behoedzaam in binnen, met zin voor subtiliteit en dramatiek. Laten we in detail lezen wat Johannes vertelt.

De eerste die bij het graf komt is Maria Magdalena. Zij ziet dat de steen is weggerold en het lichaam verdwenen. Maria kende Jezus goed. Even later zal Hij aan haar als eerste verschijnen. Maar op dit ogenblijk kan Maria, alleen als ze daar staat, nog  geen verband leggen tussen het verdwijnen van het lichaam en de opstanding. Het lege graf lijkt haar droefheid om het gebeurde eerder te versterken. Maria snelt naar Petrus en naar Johannes – “de andere, de door Jezus beminde leerling” en vertelt hen wat ze gezien heeft. Meteen haasten beide mannen zich, letterlijk vol ongeloof, naar het lege graf. Nu wordt het verhaal ingewikkeld: Johannes blijkt sneller te lopen dan Petrus. Hij komt vóór Petrus aan. Toch is het Petrus die als eerste het graf binnengaat. Johannes gaat pas ná hem binnen. Toch is het Johannes, de door Jezus beminde leerling, die als eerste gelooft.

Wat moeten we met al die vreemde details die de tekst ons verschaft? Wetend dat Johannes doorgaans goed geïnformeerd is en precieze historische details geeft. Petrus neemt in dit tafereel de centrale plaats in. Hij wordt als eerste vernoemd en Johannes laat hem voorgaan in het lege graf. Petrus staat voor de Kerk. Het is in de gelovige gemeenschap dat je tot het geloof kan komen. Als ik kijk naar mezelf, ik ben maar  christen en jezuïet kunnen worden en blijven omdat anderen mij over Jezus en God gesproken hebben en  mij telkens weer gedragen, gevoed en uitgedaagd hebben. Geloven doe je niet in je eentje. Wel sámen met anderen. De Kerk is de bevoorrechte plaats om de verrezen Heer te leren kennen.

Maar verbondenheid met de  Kerk volstaat niet om te komen tot verrijzenisgeloof. Het is niet Petrus, wel “de door Jezus beminde leerling” die als eerste het geloof ontvangt. Bovendien rent Johannes sneller dan Petrus. Geloven is veel meer dan het lidmaatschap van een organisatie of het beleven van rituelen. Geloven is een liefdesavontuur dat vleugels geeft. Een liefdesavontuur waartoe God zélf het initiatief neemt. Er staat idd niet “de leerling die Jezus beminde”, maar wel “de door Jezus beminde leerling”.

Waarom trouwens noemt de Evangelist Johannes “de door Jezus beminde leerling” niet gewoon bij zijn naam. Heeft dit te maken met de bescheidenheid van de evangelist Johannes die zichzelf niet al te zeer in de kijker wil stellen? Kan zijn. Maar er is een rijkere interpretatie. Door niet in te vullen wie die leerling is, biedt Johannes de lezer, en dus elk van ons, de kans om zélf de plaats in te nemen van die leerling. Om zélf open te komen voor de liefde van Jezus en het verrijzenisgeloof te ontvangen. De eerste waarvan Johannes vermeldt dat die dit zal doen is Maria Magdalena, door haar tranen heen.

Dat geloof, ik zei het reeds, werkt niet als een toverpilletje. Ook niet voor ons, bijna 2000 jaar na de kruisdood van Jezus. Het is een levenslange tocht van groei, van bevrijding, van uittocht en aankomst. Paasgeloof maakt mogelijk dat ook wij op onze beurt de ruigheid van het mensenbestaan aankunnen en ons eigen kruis opnemen. De vreugde van Pasen is een gelouterde vreugde. Niet een vuurwerk dat sierlijk over het kruis heen vliegt en meteen weer uitdooft. De vreugde van Pasen komt maar geleidelijk, vanuit het diepste van het hart. Zij maakt dat mensen meer en meer gaan gelijken op Jezus zelf.

Broeders en zusters, de Heer is verrezen. Hij komt naar ons toe. Hier. Vandaag. Hij nodigt ons uit tot nieuw leven. De Heer is waarlijk verrezen. Wij hoeven niet langer bang te zijn. Jezus is verrezen uit de dood en wij met Hem.

Nikolaas Sintobin sj

Bron: ‘In alle dingen’ – mijmeringen van een jezuiet – Nikolaas Sintobin

Nikolaas Sintobin