De voorrangsregel

Waarom sommige problemen niet simpel op te lossen zijn.

Waarom is er geen eenvoudige regel die alles in goede banen leidt? Zo’n simpele regel als de voorrang van rechts? Waarom moet het gaan over twaalf of veertien of achttien weken, over wel of niet pijn voelen, over buikgevoel of geweten?

Als je zwanger bent en je dolgraag wilt weten wat er zich binnenin die geheimzinnige baarmoeder afspeelt, kun je terecht op een site waar je van week tot week de evolutie van je baby in spe kunt volgen.

Wat ontwikkelt er deze week? Ziet dat vruchtje er heel in de verte al uit als een mensje?

Welke organen krijgen stilaan hun definitieve vorm? Welke zenuwverbindingen worden er gelegd? Wat kan hij al voelen, zien of horen? Kan hij al bewegen met armpjes en beentjes? Kan hij al schrikken en hikken? 

Elke week zijn er foto’s en feiten, die je helpen om verder te verlangen.

Hoe anders is het wanneer de zwangerschap uiterst ongelegen komt. Dan wordt er gezwegen over de evolutie van het embryo. Dan is er enkel discussie over het aantal weken en hoeveel tijd je nog hebt om het vruchtje te verwijderen. Dan wordt er verzekerd dat het embryo nog geen pijn kan voelen vóór vijftien of achttien of tweeëntwintig weken. Dan wordt er gesproken over manieren om het embryo uit de baarmoeder te halen en hoe dat best kan gebeuren. Die verhalen gaan liever niet in op de details, want die zijn nauwelijks te verdragen.

Abortus is wellicht altijd hartverscheurend. In een ideale wereld is elk ongeboren kind gewenst en welkom en krijgen de ouders volledige ondersteuning. 

In de praktijk kunnen we dat niet waarmaken. En dus regelen we wat eigenlijk niet te regelen valt. Een abortuswet is niet meer dan een terecht constateren van onze onmacht.

Toch blijf ik zitten met mijn verlangen naar een eenvoudige regel. In de bergen heeft stijgend verkeer voorrang op wie afdaalt. 

Mijn hart zegt dat nieuw leven altijd voorrang zou moeten krijgen op ander leven. 

Maar dat betekent niet dat ouders ervoor moeten opdraaien als het hun krachten te boven gaat. Er zou een hele kring moeten klaarstaan om het nieuwe leven op te vangen: een steungezin, tijd en geld om met het kind door te brengen, kansen om alle kanten uit te kunnen met dat kind. Als een kind een blok aan je been wordt, is dat voor niemand goed.

Elk compromis over abortus doet ergens pijn. Want het blijft verschrikkelijk dat een ongeboren kind door een vrouw ervaren wordt als een vijand en niet als een bondgenoot of een geschenk. Maar het is de realiteit waarin we leven en waarin we voor iedereen zo goed mogelijk moeten zorgen. Ook al blijft het wringen.

Kolet Janssen