‘De vreugde van het evangelie kan ons door niemand of niets worden ontnomen’

Met het oog op de komende vastentijd reflecteert Jenny Kraska op het evangelie van deze zondag. Zij nodigt ons uit om met een open hart stil te staan bij wat werkelijk telt: zelfonderzoek, bekering en innerlijke vernieuwing.

Deze week, op weg naar de heilige vastentijd die aanvangt met Aswoensdag, bieden de woorden van Jezus uit het evangelie van vandaag (Lc 6, 39-45) een krachtige en diepgaande reflectie. Jezus begint met een gelijkenis waarin Hij spreekt over blinden die blinden leiden, benadrukt het belang om eerst de balk uit ons eigen oog te halen voordat we aandacht besteden aan de splinter bij een ander, en stelt dat elke boom herkenbaar is aan zijn vruchten. Deze lessen brengen ons bij de kern van de komende veertigdagentijd: een periode van bezinning, berouw en persoonlijke bekering.

De vastentijd roept ons op tot nederigheid, vraagt ons onze eigen behoefte aan genezing en vernieuwing eerlijk onder ogen te zien voordat we anderen terechtwijzen. De as op ons voorhoofd op aswoensdag herinnert ons aan onze sterfelijkheid en zondigheid, maar symboliseert tegelijkertijd Gods uitnodiging tot verandering en genade. Ware bekering gaat verder dan uiterlijke rituelen; het gaat om een diepgaande, innerlijke verandering. De as zal snel verdwijnen, maar de innerlijke omvorming hoort blijvend te zijn. Paus Franciscus zegt hierover treffend: “De vreugde van het evangelie kan ons door niemand of niets worden ontnomen” (Evangelii Gaudium 84). Moge de komende vastentijd een periode zijn waarin deze vreugde diepere wortels krijgt in ons hart, zodat we Pasen kunnen vieren met een vernieuwd geloof en oprechte toewijding.

In Evangelii Gaudium nodigt paus Franciscus ons uit om deze innerlijke vernieuwing met vreugde en authenticiteit te beleven. Hij benadrukt dat evangelisatie begint met een persoonlijke ontmoeting met Christus, een ontmoeting die ons verandert en van ons geloofwaardige getuigen maakt. Hij waarschuwt ons tegen spirituele oppervlakkigheid en gemakzucht, en roept op tot een actieve rol als missionaire leerlingen die hun geloof oprecht en liefdevol uitdragen. Dit sluit naadloos aan bij Jezus’ woorden over goede vruchten: ons leven moet een overtuigend getuigenis zijn van Gods barmhartigheid en waarheid.

De vastentijd is bij uitstek geschikt om stil te staan bij welke vruchten we zelf voortbrengen. Zijn wij authentieke getuigen van Christus, of vervallen we gemakkelijk in hypocrisie, waarbij we meer oog hebben voor de tekortkomingen van anderen dan voor onze eigen noodzakelijke bekering? Evangelii Gaudium spoort ons aan ons geloof niet te beleven als een verplichting of routine, maar als iets levends en vreugdevols. Onze gebeden, vasten en naastenliefde horen geen routine te zijn, maar oprechte en diepgaande handelingen die ons werkelijk veranderen in authentieke leerlingen van Christus.

Tijdens onze veertigdaagse tocht richting Pasen mogen we telkens terugkeren naar Christus’ lessen uit het evangelie van deze week. Laat deze woorden ons uitdagen en veranderen, zodat we uiteindelijk leerlingen worden van wie woorden en daden voortkomen uit een hart dat vervuld is van Gods liefde. Laat ons bidden om de genade om onszelf te zien zoals God ons ziet, de hindernissen die ons van Hem scheiden weg te nemen, en vruchten voort te brengen die zijn liefde weerspiegelen. Moge deze vastentijd ons naar een diepere bekering leiden, zodat we met Pasen de Verrijzenis kunnen vieren met een vernieuwd hart en een geest vol van de vreugde van het Evangelie.

Bron: Vatican-news