De zeven kruiswoorden van de Heer

Wij staan stil bij de laatste woorden van Jezus aan het kruis, bij de betekenis van zijn lijden en dood, van zijn hele leven voor ons. Voor christenen is het kruis geweldig kostbaar. Wij zien in de overgave van God aan ons en van mensen aan elkaar de vervulling van de hoop op een nieuwe toekomst voor deze wereld. Planeten draaien, mensen worden geboren en sterven, wetenschap vindt steeds nieuwe dingen, maar mensen blijven dezelfde zwakke wezens met vragen en twijfels, gevoelens en noden. Er is geen God als hij niet met die mensen begaan is. Juist daarin bracht Jezus duidelijkheid.

“MIJN GOD, MIJN GOD, WAAROM HEBT U MIJ IN DE STEEK GELATEN?”

Mijn God, waarom verlaat Gij mij? Waarom hoort Gij mijn smeken niet? Dag en nacht klinkt mijn geschrei, maar Gij, mijn God, Gij luistert niet.
Mensen staan alleen in hun bittere nood. Troosteloos is soms de eenzaamheid, verscheurd het hart door ruzie, scheiding, twist, verward door zoveel plotse en onbegrijpelijke dingen. Soms twijfelt een mens ook aan zichzelf, en aan alle dingen. Maar Jezus heeft één huis waar hij zich thuis weet, ook al hoort hij doorheen al zijn emoties zijn vader niet, en ziet hij hem niet klaar staan met open handen. Maar hij roept hem, troosteloos, en klampt zich aan hem vast.

“VADER, VERGEEF HET HUN, WANT ZIJ WETEN NIET WAT ZE DOEN!

Jezus bidt. Hij bidt niet voor zichzelf. Hij bidt voor zijn medemens in nood, in verwarring, in wanhoop. Ondanks zijn eigen pijn opent Hij zijn hart voor de andere. Hij vraagt vergeving. Hij vraagt dat God zijn hart zou openen voor hen, want Hij weet dat God liefheeft. Ja, zelf Liefde, heeft Hij ooit gezegd: “Heb je vijanden lief, wees goed voor wie je haten, zegen hen die je vervloeken, en bid voor degenen die je smaad toebrengen.” Vandaag doet Hij het. Dat kan alleen iemand die heel bewust oneindig kan vergeven.

“IK BELOOF JE, VANDAAG NOG ZUL JE BIJ MIJ ZIJN IN HET PARADIJS!”

Met het sterke geloof van Jezus in een leven na de dood omarmt Hij nu ook de zondaar die zijn fouten beseft. Hij geeft hem niet alleen vergeving maar geeft hem hoop in wat komen gaat. Geen enkel leven is zinvol. De dood van het lichaam is pijnlijk en wreed voor de stervende en voor de nabestaanden, maar toch is het slechts een tussenstap. God blijft immers God, ook na de dood, na de misstap. Altijd blijft er een nieuwe horizon.

“VADER, IN UW HANDEN BEVEEL IK MIJN GEEST!”

Een avondgebed voor het leven, en het rustig en vol overgave uit handen geven. Geen paniek en angst meer, maar vertrouwvol het leven in Gods handen leggen. Dat doet Jezus. God is niet ver, maar nabij. Als mensen zich gekwetst voelen, eenzaam zijn, als het leven zwaar wordt, als mensen slachtoffer worden van geweld en willekeur, dan kunnen wij vertrouwen op God. Misschien slagen zij dan ook weer het vertrouwen in de medemensen te herwinnen.

“IK HEB DORST.”

“Zoals een hert verlangt naar stromend water, zo heb ik Heer mijn hoop op U gesteld. ” Jezus kent een langzame dood, eerst geschandaliseerd, dan tot bloedens toe geslagen en verwond, doornen takken en spijkers dringen door zijn lichaam. Uitputting wacht Hem op het kruis. Het lichaam schreeuwt om drank. Miljoenen mensen op deze aarde schreeuwen ook om gehoord te worden. Sommigen wonen vlakbij, anderen veraf. Onrecht snijdt hen af van bevrijding, van een menswaardig leven en van een menswaardig sterven.

“VROUW, DAAR IS NU JE ZOON … DAAR IS JE MOEDER.”

Als mensen elkaar nabij zijn wordt elk verdriet draaglijker, elk lijden wat milder. Zelfs zonder iets te zeggen kunnen mensen elkaar tot grote troost zijn. Na het leven blijft er geen bezit meer. Jezus beseft dit ten volle. Maar mensen die leven hebben één waardevol geschenk: elkaar. Zo maakt hij hen, zijn moeder en zijn beste vriend, duidelijk wat hen rest, en wat ze altijd hadden: elkaar. In liefde tussen mensen blijft God aanwezig. Hij is geen God van bezit, maar van mensen die van elkaar trachten te houden.

“HET IS VOLBRACHT.”

Alles is volbracht, dertig jaren verborgen leven, drie jaren openbaar leven, drie dagen lijden, drie uren doodstrijd, drieëndertig jaren mens tussen de mensen. In alles heeft Hij de Vader verheerlijkt. Het cijfer drie zegt dat de cirkel rond is, alles opgebrand, alles voltooid, tevreden lijkt Jezus met zijn leven dat voorbij is. Ook mensen zeggen wel eens “Ik ben tevreden met mijn leven tot nu toe. Ik zou hetzelfde doen.” Het is goed als mensen beseffen dat hun leven, ook al liep alles niet naar wens, toch de moeite waard is geweest. Dat brengt rust en sereniteit.

Bron: Preken.be