dinsdag in de paasweek

Uit de Handelingen van de Apostelen 2, 36-41

Het is typisch dat in de eerste verkondiging van de christelijke geschiedenis de verrijzenisboodschap steeds verbonden wordt met een oproep tot bekeringsgezindheid. Het aanvaarden van Jezus’ verrijzenis en dus de mogelijkheid van het leven als verrezenen eist een uittreden uit onszelf, een wil om nieuwe mens te worden. Zich bekeren is langs de kant van Christus gaan staan. Zich laten dopen is zich laten opnemen in Jezus’ leven, is Jezus in ons laten verrijzen.

Op Pinksteren sprak Petrus tot de joden: ‘Laat het hele volk van Israël er zeker van zijn dat Jezus, die u gekruisigd hebt, door God tot Heer en messias is aangesteld.’
Toen ze dit hoorden, waren ze diep getroffen en vroegen aan Petrus en de andere apostelen: ‘Wat moeten we doen, broeders?’ 
Petrus antwoordde: ‘Kom tot inkeer en laat u allen dopen in de naam van Jezus Christus om vergeving te krijgen voor uw zonden. Dan zal de heilige Geest u geschonken worden, want voor u geldt deze belofte, evenals voor uw kinderen en voor allen die ver weg zijn en die de Heer, onze God, tot zich zal roepen.’ 
En met nog veel meer woorden legde hij getuigenis af, waarbij hij een dringend beroep op zijn toehoorders deed met de woorden: ‘Laat u redden uit deze verdorven generatie!’
Degenen die zijn woorden aanvaardden, lieten zich dopen; op die dag breidde het aantal leerlingen zich uit met ongeveer drieduizend. 

Tussenzang Ps 33, 4-5 + 18-20 + 22

Refr.: Van de trouw van de Heer is de aarde vervuld.

Oprecht is het woord van de Heer,
alles wat Hij doet is betrouwbaar.
Hij heeft recht en gerechtigheid lief,
van de trouw van de Heer is de aarde vervuld.

Het oog van de Heer rust op wie Hem vrezen
en hopen op zijn trouw:
Hij zal hen redden in doodsgevaar,
bij hongersnood zal Hij hun leven sparen.

Wij wachten vol verlangen op de Heer,
Hij is onze hulp en ons schild.
Schenk ons uw trouw, Heer,
op U is al onze hoop gevestigd.

Vers voor het evangelie (Ps. 118, 24)

Alleluia.
Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt,
laten wij juichen en ons verheugen.
Alleluia.

Uit het evangelie volgens Johannes 20, 11-18

De verrezen Heer laat zich maar herkennen door de mens die Hem met liefde zoekt. Het verhaal van Maria Magdalena toont ons aan dat Jezus ontdekt wordt waar Hij niet verwacht wordt. We moeten dus Jezus leren zien waar Hij is. Hij is overal waar mensen elkaar de kans geven nieuw te zijn.

Maria stond bij het graf en huilde. Huilend boog ze zich naar het graf, en daar zag ze twee engelen in witte kleren zitten, een bij het hoofdeind en een bij het voeteneind van de plek waar het lichaam van Jezus had gelegen. 
‘Waarom huil je?’ vroegen ze haar.
Ze zei: ‘Ze hebben mijn Heer weggehaald en ik weet niet waar ze Hem hebben neergelegd.’ 
Na deze woorden keek ze om en zag ze Jezus staan, maar ze wist niet dat het Jezus was. 
‘Waarom huil je?’ vroeg Jezus. ‘Wie zoek je?’
Maria dacht dat het de tuinman was en zei: ‘Als u Hem hebt weggehaald, vertel me dan waar u Hem hebt neergelegd, dan kan ik Hem meenemen.’ 
Jezus zei tegen haar: ‘Maria!’ Ze draaide zich om en zei: ‘Rabboeni!’ (Dit Hebreeuwse woord betekent ‘meester’.) 
‘Houd Me niet vast,’ zei Jezus. ‘Ik ben nog niet opgestegen naar de Vader. Ga naar mijn broeders en zeg tegen hen dat Ik opstijg naar mijn Vader, die ook jullie Vader is, naar mijn God, die ook jullie God is.’ 
Maria van Magdala ging naar de leerlingen en zei tegen hen: ‘Ik heb de Heer gezien!’
En ze vertelde alles wat Hij tegen haar gezegd had.

Van Woord naar leven

OVER HET HERKENNEN VAN DE HEER

Onderstaande overweging is van aartsbisschop Vincenzo Paglia, ontleend aan ‘Het Woord van God elke dag 2024’, uitgegeven bij Halewijn.

Maria van Magdala staat voor het lege graf en rouwt om de dood van haar Heer en de verdwijning van zijn lichaam. Maria is ontroostbaar, zeker, maar niet berustend. Ze vraagt aan iedereen waar haar Meester kan zijn: aan de twee in het wit gekleede engelen en aan de tuinman. Ze doet er alles aan om Hem te vinden zonder wie ze zich verloren voelt. Dat is het enige dat telt voor haar. Door deze hartstocht is zij een voorbeeld van de ware gelovige die niet ophoudt de Heer te zoeken.

Na de twee engelen te hebben ondervraagd ziet ze een man die ze voor de tuinman houdt. Maria ziet Jezus met haar ogen, maar ze herkent Hem niet. Pas als ze zichzelf bij haar naam hoort noemen, gaan haar ogen open. Dat is er wat er met ons gebeurt als we, in onze behoefte aan ware woorden, naar het evangelie luisteren. We zien Jezus niet met onze ogen, maar ons hart dat wacht op de woorden van liefde herkent zijn stem.

Het is een woord van liefde dat ons hart bereikt. Er moet naar geluisterd worden in gebed, in een zoektocht naar betekenis, in een nood aan visioenen. We moeten er naar luisteren met het hart van die vrouw. Als je naar Hem luistert met je hart, zoals deze vrouw die op alle mogelijke manieren haar Meester zocht, dan herken je Hem en laat je Hem nooit meer in de steek.

De stem van de verrezen Jezus is het evangelie. Vertrouwd worden met de woorden van het evangelie betekent vertrouwd worden met de Heer zelf: dat is de weg om Hem te ontmoeten en te herkennen.

Maria werpt zich neer aan de voeten van Jezus en omhelst Hem. ‘Hou me niet vast … Ga naar mijn broeders …’ De liefde van het evangelie is een engergie die ons drijft om verder te gaan, én te verkonidgen. Het is geen liefde die ons doet blijven waar we zijn. Het is geen bezit om individueel van te genieten. Maria heeft begrepen dat de Verrezene voor altijd bij haar zal zijn. Daarom loopt ze vol vreugde naar de leerlingen om aan iedereen te verkondigen: ‘Ik heb de Heer gezien’.
Zij, de zondares, is de eerste apostel van het evangelie van de verrijzenis geworden.

Laten we bidden

Lieve Heer,
moge ons hart uitgaan naar uw aanwezigheid.
Moge uw Geest uw stem in ons doen herkennen
doorheen het evangelie.
Help ons om niet te rusten
totdat we uw aanwezigheid ervaren
en uw woorden in ons hart
bewaren en koesteren.
Mogen we vanuit dit gebeuren
gaan en verkondigen,
doorheen daad en woord.
In uw naam.
Amen.

Lieve mensen, mijn wens voor ieder van jullie: moge onze zoektocht naar de Heer net zo onvermoeibaar zijn als die van Maria van Magdala. Hij zal ons noemen bij onze naam. Hij zal zich ten diepste tonen. Zeker weten.
Een genadevolle dag,
kris


Vragen om mee op weg te gaan

Op welke manier luister ik naar de stem van de Verrezene doorheen het evangelie? Hoe kan ik – biddend – die luisterhouding verdiepen?

Hoe kan ik de vreugde van de ontmoeting met de Verrezene delen met anderen die misschien ook op zoek zijn naar religieuze zingeving in hun leven?


Blog ‘Van Woord naar leven’

Reageren of uitwisselen betreffende de lezingen of de overweging, kan via de blog ‘Van Woord naar leven’.

Klik hier voor de blog.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.