dinsdag in week 1 van de veertigdagentijd

Uit de profeet Jesaja 55, 10-11

De veertigdagentijd als tijd van geloofsgroei is ook een kans om ons te bezinnen over het Woord van God. Wat betekent het spreken van God voor mij ? Wat verandert het in mijn leven ? De profeet Jesaja geeft hierop een antwoord. Gods Woord is steeds werkdadig. Het keert nooit naar Hem terug zonder zijn zending vervuld te hebben.

Zo spreekt God de Heer:
Zoals regen of sneeuw neerdaalt uit de hemel en daarheen niet terugkeert zonder eerst de aarde te doordrenken, haar te bevruchten en te laten gedijen, zodat er zaad is om te zaaien en brood om te eten – zo geldt dit ook voor het woord dat voortkomt uit mijn mond: het keert niet vruchteloos naar Mij terug, niet zonder eerst te doen wat Ik wil en te volbrengen wat Ik gebied.


Psalm 34, 4 + 5 + 6 + 7 + 16 + 17 + 18 + 19

Refr.: Ik zocht de Heer en Hij gaf antwoord.

Roem met mij de grootheid van de Heer,
sluit u aan om zijn naam te verheffen.
Ik zocht de Heer en Hij gaf antwoord,
Hij heeft mij van alle angst bevrijd.

Wie naar Hem opzien, stralen van vreugde,
schaamte zal hun gezicht niet kleuren.
In mijn verdrukking riep ik tot de Heer,
Hij heeft geluisterd en mij uit de nood gered.

Het oog van de Heer rust op de rechtvaardigen,
zijn oor luistert naar hun hulpgeroep.
Toornig ziet de Heer wie kwaad doen aan,
Hij wist hun namen op aarde uit.

De Heer hoort de kreten van de rechtvaardigen,
Hij bevrijdt hen uit de nood.
Gebroken mensen is de Heer nabij,
Hij redt wie zwaar wordt getroffen.


Kyrie eleison. (Mt. 4, 4b)
De mens leeft niet van brood alleen,
maar van ieder woord
dat klinkt uit de mond van God.
Kyrie eleison.



Uit het evangelie volgens Matteüs 6, 7-15

Het gebed is het antwoord van de mens op het Woord van God. Het is de erkenning van Gods aanwezigheid in ons leven. Bidden is de taal van de gelovige mens. Jezus zelf gaf ons het voorbeeld. In Hem kunnen wij God onze Vader noemen.

Jezus sprak tot zijn leerlingen:
‘Bij het bidden moeten jullie niet eindeloos voortprevelen zoals de heidenen, die denken dat ze door hun overvloed aan woorden verhoord zullen worden. Doe hen niet na! Jullie Vader weet immers wat jullie nodig hebben, nog vóór jullie het Hem vragen. 
Bid daarom als volgt: Onze Vader in de hemel, laat uw naam geheiligd worden, laat uw koninkrijk komen, laat uw wil gedaan worden op aarde zoals in de hemel. Geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben. Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven wie ons iets schuldig is. En breng ons niet in beproeving, maar red ons van het kwaad.
Want als jullie anderen hun misstappen vergeven, zal jullie hemelse Vader ook jullie vergeven. Maar als je anderen niet vergeeft, zal jullie Vader jullie je misstappen evenmin vergeven.

Van Woord naar leven

Bid daarom als volgt… en Jezus leert zijn leerlingen het ‘Onze Vader’.

Gebed is in wezen deelname aan het leven van de heilige Drie-eenheid. Het is leven mét God, in een voortdurend ontvangen en geven. Dat is het in wezen. Maar Jezus weet, meer dan wie ook, hoe moeilijk het ons valt te bidden, in de liefde van de Geest te bidden, vol te houden met bidden, in het gebed te blijven, enz… Vandaag geeft Hij ons enkele woorden om tot waar gebed te komen; woorden waarbij Hij ons zelf meeneemt in zijn eigen gebed tot de Vader.

Het Onze Vader is een mooi, rijk en zeer diepgaand gebed. God-zij-dank leven we hier in het westen in een (christelijke) cultuur waar dit gebed werd aangeleerd. De meesten van ons kennen het dan ook vanbuiten. Laten we van harte hopen en wensen dat ook vandaag nog onze kinderen dit gebed aangeleerd krijgen.
Het mooie aan een gebed dat je vanbuiten kent is, dat je dit ten allen tijde en zowat overal kan bidden: Op je knieën, maar ook voor of na het eten, prevelend tijdens de afwas, op de fiets of tram, al wandelend,…

Deze dagen is het – hoewel nog koud – mooi weer. Velen van ons doen een wandeling om te genieten van die eerste lentezon. Ik zou zeggen: bid tijdens je wandeling een Onze Vader waarin je Hem dankt, om vergeving vraagt, bidt voor Oekraïne,…

Ik ken mensen die er een gewoonte van gemaakt hebben dit gebed als een soort mantra te bidden doorheen heel de dag. Ze prevelen het non-stop gedurende heel wat momenten. Daarom niet altijd bewust bezig zijnde met de woorden. Maar langzaam maar zeker wordt het een gebed van het hart. Door het prevelen blijf je in gebed, en blijft het gebed in jou. Een mooie gewoonte hoor.
Iets dergelijks kennen we met het zogenaamde Jezus-gebed vanuit de Russische Orthodoxe traditie, maar met het Onze Vader kan het dus ook.

Het diepe van het Onze Vader is dat Christus – die je bewoont – met je meebidt. Je bidt het dus nooit alleen vanuit je eigen persoontje. Het is het gebed van Jezus waarin Hij je meeneemt in zijn ja-woord tot de Vader. En niet alleen jou neemt Hij mee, maar in wezen de hele mensheid. Dus het bidden van het Onze Vader is nooit een persoonlijk gebed van jou alleen; je bidt het in Christus in een diepe verbondenheid met de hele christengemeenschap waarin Hij ons brengt. Zo geef je vrede aan jezelf, maar tevens aan de hele mensheid.

Het evangelie van vandaag leert ons dat ons vastenthema ‘Ik zeg je, sta op’ niet louter gaat over een fysiek opstaan, maar ook over een innerlijk opstaan, een geestelijk ontwaken, een opstaan in de wereld van het gebed, een ‘staan’ – in Christus – voor het aangezicht van de Vader, om vanuit het zijn in Hem zijn liefde gestalte te geven naar allen die Hij ons toevertrouwt en waarvoor wij bidden.

Moge het Onze Vader een dagelijkse bron van levend water zijn; een genade voor ieder van ons wat betreft ons leven in Hem.
Moge dit gebed ons tot christenen maken die dragers en uitdragers zijn van Gods vrede.

kris

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Vader,
in Jezus danken wij U voor de woorden van het Onze Vader. Mogen we dit gebed diep koesteren als een genade aan de wereld geschonken waardoor wij – in Christus – mogen groeien in uw liefde.
Door Christus, onze Broeder en Heer.
Amen.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.