dinsdag in week 10 door het jaar

Uit het eerste boek Koningen 17, 7-16

Elia de profeet, stelt zijn volledig vertrouwen op God, ook al schijnen Gods woorden niet altijd definitief te zijn. Van de beek waar hij zich ophield wordt hij naar een weduwe gezonden. Ook zij stelt volledig vertrouwen in Elia als gezant van God en geeft hem zelfs dat waar ze van leven moet. Met God komt men nooit bedrogen uit.

Doordat het almaar niet regende in het land, viel de rivier na verloop van tijd droog.
Toen richtte de Heer zich tot Elia met de woorden: ‘Ga naar Sarefat, in de buurt van Sidon, en neem daar je intrek. Ik heb een weduwe daar opgedragen je van voedsel te voorzien.’ 
Elia ging op weg naar Sarefat, en toen hij bij de stadspoort aankwam, zag hij een weduwe die bezig was hout te sprokkelen. Hij riep haar en vroeg of ze een kommetje water voor hem wilde halen, zodat hij zijn dorst kon lessen. Terwijl ze wegliep om water te halen, riep hij haar na of ze ook een stuk brood voor hem wilde meenemen. ‘Zo waar de Heer, uw God, leeft,’ antwoordde zij, ‘ik heb niets meer in voorraad, alleen een handjevol meel in de pot en een restje olijfolie in de kruik. Kijk, ik heb net een paar takken geraapt om iets te eten te maken voor mij en mijn zoon. Als dat op is, zullen we van honger sterven.’ 
Maar Elia zei: ‘Maak u niet ongerust. Doe wat u van plan was, maar bak van wat u in huis hebt eerst iets voor mij en kom me dat brengen. Daarna kunt u voor uzelf en uw zoon iets klaarmaken, 14want dit zegt de Heer, de God van Israël: Tot op de dag dat Ik weer regen op de aarde zal laten vallen, zal er meel in de pot zijn en zal de oliekruik niet leeg raken.’ 
De vrouw ging naar huis en deed wat Elia had gezegd. En ze hadden elke dag te eten, zij, Elia en haar familie. 
Er was meel in de pot en de oliekruik raakte niet leeg, zoals de Heer bij monde van Elia had beloofd.


Psalm 4, 2-8

Refr.: Heer, in U vindt mijn hart vreugde.

Antwoord mij als ik roep,
God die mij recht doet.
Geef mij ruimte als ik belaagd word,
wees genadig, hoor mijn gebed.

Machtigen, hoe lang nog maakt u mij te schande,
is de schijn u lief, de leugen uw leidraad?
De Heer schenkt zijn gunst aan wie Hem trouw is,
de Heer luistert als ik tot Hem roep.

Beef voor Hem en zondig niet,
bezin u in de nacht en zwijg.
Breng de juiste offers,
heb vertrouwen in de Heer.

Velen zeggen: ‘Wie maakt ons gelukkig?’
Heer, laat het licht van uw gelaat over ons schijnen.
In U vindt mijn hart meer vreugde
dan zij in hun koren en wijn.


Vers voor het evangelie (Ps. 119, 88)

Alleluia.
Blijf mij trouw, Heer, laat mij leven,
dan houd ik mij aan de richtlijn uit uw mond.
Alleluia.


Uit het evangelie volgens Matteüs 5, 13-16

De leerlingen van Christus worden het zout van de aarde en het licht van de wereld genoemd. Zoals het zout het voedsel smaak geeft, moeten zij de wereld de smaak van de liefde geven. Deze zorg om het Rijk Gods zal hen van binnenuit stuwen tot getuigenis, tot een licht zijn voor de wereld.

In die dagen sprak Jezus tot zijn leerlingen:
‘Jullie zijn het zout van de aarde. Maar als het zout zijn smaak verliest, hoe kan het dan weer zout worden gemaakt? Het dient nergens meer voor, het wordt weggegooid en vertrapt. Jullie zijn het licht voor de wereld. Een stad die op een berg ligt, kan niet verborgen blijven. Je steekt ook geen lamp aan om hem vervolgens onder een korenmaat weg te zetten, nee, je zet hem op een standaard, zodat hij licht geeft voor ieder die in huis is. Zo moet jullie licht schijnen voor de mensen, zodat zij jullie goede daden kunnen zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel.

Van Woord naar leven

Vandaag horen we in de psalm: ‘Breng de juiste offers, heb vertrouwen in de Heer.’

Het offer waartoe we geroepen zijn is het offer van de liefde, en wel in diepe verbondenheid met de Heer; Hij, die een en al liefde was, en is. Opnemend in zichzelf, zal Hij met ons de weg gaan die God van ons vraagt.

Concreet betekent dit: leven voor en in de liefde. En dit heel de dag door. Mét, in en door de Heer. Altijd oog hebbend waar je kan liefhebben. En je daar eenvoudig aan geven. Als het kan met een beetje enthousiasme.

’t Is een keuze als een ander.
Vraag is: waarvoor kiezen we?

‘k Zou zeggen: Laten we kiezen voor het leven, kiezen voor de liefde, kiezen voor God, kiezen voor de ander.

Vorige zondag was het Pinksteren, waarbij we liturgisch gezien de paastijd officieel afsloten. Liturgisch gezien misschien wel, maar niet in ’t dagelijks leven. Daar is het de bedoeling dat de paastijd altijd doorgaat. Een christen is geroepen een paasmens te zijn. Dat wil zeggen dat je leven geënt is op de verrezen Heer, en dat je leeft (lees: liefhebt) in zijn paasgenade.

Dat betekent niet dat je leven zorgeloos zal zijn. Het leven zit vol zorgen, ieder draagt z’n rugzak, soms is het leven hard en doet het pijn. Maar dit doet niets af aan het feit dat we al deze zaken in Christus kunnen dragen. Of beter gezegd: Hij zal ons dragen midden de zorgen van het leven. En dan leef je fundamenteel anders. Je weet je bemind, getroost, gesteund, gezegend,… kortom, gedragen. Niet als een mooie en troostvolle gedachte, maar als een vredevolle realiteit. Zo is de Heer bij ons, trouw en zich gevend als Hij is.

Het betekent ook niet dat de liefde als vanzelfsprekend zal ervaren worden. Liefde is dat gewoonlijk niet. Een leven leiden van liefde is niet evident. Het vraagt keuze, het vraagt moeite en engagement. Maar juist deze weg geeft in de diepte vreugde; aan jezelf en als het goed is aan degene die je bemint. God is er blij om, en hopelijk ook degene naar wie je je liefde concreet toedraagt. Maar zelfs al is deze laatste er niet blij om, en hebben we het niet klaar gespeeld hem iets van Gods vrede te geven, het mag je zelf niet weerhouden in de liefde te blijven staan.

En mensen, weet dat je niet heilig hoeft te zijn om lief te hebben. Gewoon je best doen, goed wetend waarmee je bezig bent. Liefst spontaan. Als een levenshouding. Vanuit een gezond gebedsleven. Gewoon elkaar graag zien. Trouw. Jezelf gevend aan het leven, aan God, aan de ander.
Is je liefde niet volmaakt? Ach… wie is volmaakt? De Heer is er om ons bij te staan. In zijn barmhartigheid is Hij altijd opnieuw bereid ons in zich op te nemen, op te tillen als we gevallen zijn, te vergeven indien nodig. Van belang is Hem niet uit het oog en het hart te verliezen. Jezelf voortdurend aan Hem geven is de opdracht. En dat komt veel goed.

Een mooie dag,

kris

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Vader,
mogen wij ons de eenvoud van het evangelie eigen maken: leven in en met de Heer. Moge ons leven lichtend zijn opdat ieder U mag ontmoeten.
Om deze genade bidden wij U, in Christus, onze Broeder en Heer.
Amen.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.