dinsdag in week 12 door het jaar

Uit het boek Genesis 13, 2 + 5-18

Ingaan op Gods uitnodiging sluit in dat wij voortdurend een keuze maken en ons eigen voordeel laten varen zoals Abram. Wie de gemakkelijkste oplossing zoekt, vernauwt zijn horizon en sluit zich op in zichzelf. Onthechting baant de weg voor de Belofte.

Abram was bijzonder rijk: hij had veel vee, zilver en goud. Ook Lot, die met Abram was meegekomen, bezat schapen, geiten, runderen en tenten. Beiden bezaten zo veel vee dat er te weinig land was om bij elkaar te blijven wonen. Hierdoor ontstond er ruzie tussen de herders van Abrams vee en de herders van Lots vee. (In die tijd woonden ook de Kanaänieten en de Perizzieten in het land.) Daarom zei Abram tegen Lot: ‘Waarom zouden we ruziemaken, jij en ik, of jouw herders en de mijne? We zijn toch familie? Het is maar beter dat we uiteengaan. Het hele land ligt voor je open. Als jij naar links gaat, ga ik naar rechts; als jij naar rechts gaat, ga ik naar links.’ 
Lot keek om zich heen en zag hoe rijk aan water de hele Jordaanvallei was; voordat Sodom en Gomorra door de Heer werden verwoest, was de vallei tot aan Soar toe even waterrijk als de tuin van de Heer en als Egypte. Daarom koos Lot voor zichzelf de Jordaanvallei en trok in oostelijke richting. Zo gingen ze uiteen. 
Abram bleef in Kanaän wonen, maar Lot ging wonen in het gebied rond de steden in de vallei. Hij sloeg zijn tenten op bij Sodom. 
De mensen daar waren slecht, ze zondigden zwaar tegen de Heer.
Nadat Lot was weggegaan, zei de Heer tegen Abram: ‘Kijk eens goed om je heen, kijk vanaf de plaats waar je nu staat naar het noorden, het zuiden, het oosten en het westen. Al het land dat je ziet geef Ik aan jou en je nakomelingen, voor altijd. En Ik zal je zo veel nakomelingen geven als er stof op de aarde is: zoals het stof van de aarde ontelbaar is, zullen zij niet te tellen zijn. Kom, doorkruis het land over de hele lengte en breedte, want aan jou zal Ik het geven.’ 
Toen brak Abram op en ging wonen bij de eiken van Mamre, bij Hebron. Daar bouwde hij een altaar voor de Heer.

Psalm 15, 1 + 2a + 3ab + 5ab

Refr.: Heer, wie mag te gast zijn in uw tent?

Heer, wie mag gast zijn in uw tent,
wie mag wonen op uw heilige berg?
Wie de volmaakte weg gaat
en doet wat goed is.

Hij doet aan lasterpraat niet mee,
hij benadeelt een ander niet
voor een lening vraagt hij geen rente,
hij verraadt geen onschuldigen voor geld.

Vers voor het evangelie (2 Kor 5, 19)

Alleluia.
God heeft in Christus
de wereld met zich verzoend.
Ons heeft Hij de verkondiging
van de verzoening toevertrouwd. 
Alleluia.

Uit het evangelie volgens Matteüs 7, 6 +12-14

Na de bergrede geeft de evangelist Matteüs enkele korte christelijke leefregels. Wil je de weg van het leven inslaan, doe dan ook voor anderen, alles wat je wilt dat mensen voor u doen. Deze weg is smal zoals de weg van het kruis.

In die dagen sprak Jezus tot zijn leerlingen
‘Geef wat heilig is niet aan de honden en gooi je parels niet voor de zwijnen; die zouden ze met hun poten vertrappen, en zich dan omkeren en jullie verscheuren. Behandel anderen dus steeds zoals je zou willen dat ze jullie behandelen. Dat is het hart van de Wet en de Profeten.
Ga door de nauwe poort naar binnen. Want de brede weg, die velen volgen, en de ruime poort, waar velen door naar binnen gaan, leiden naar de ondergang. Nauw is de poort naar het leven, en smal de weg ernaartoe, en slechts weinigen weten die te vinden.

Van Woord naar leven

EEN UITDAGING

Vandaag een kort evangelie, met wijze woorden. Het lijken losse spreuken.
Ik wil er één zin uithalen: Nauw is de poort naar het leven, en smal de weg ernaartoe, en slechts weinigen weten die te vinden. (Mt 7,14)

Kortgeleden vond ik in mijn boekenkast een oud boekje, ooit van iemand gekregen. Ik had het nog nooit gelezen omdat het me niet aansprak. Het was, leek me, zo moralistisch. De schrijver is John Bunyan, een Engelsman. Het boekje is gepubliceerd in 1648. Meerdere keren vertaald onder andere ook door Ds C.M. van Endt in 1949 (9e duizendtal). Nu met de titel De pelgrimsreis. In eerdere vertalingen droeg het de titel Eens Christens Reize naar de eeuwigheid. Het is gebaseerd op bovenstaande vetgedrukte tekst van Matteüs, in de vorm van een droom over iemand die Christen heet, de hoofdpersoon die deze weg onderneemt. Alle personen die er verder in voorkomen hebben symbolische namen, die precies weergeven wat hun karaktertrek is, zoals Koppig, Plooibaar, Wereldwijze, Welbehagen, Hartstocht, Geduld, Lui Verwaand, Evangelist, Wantrouwen enz.
Om de reis te maken moet Christen eerst door de nauwe poort. Daarna wemelt het er van gevaarlijke situaties die hij maar ternauwernood kan overwinnen. Uiteindelijk komt hij toch bij zijn doel aan in De Hemelstad, samen met Hope. Daar worden ze met feestelijkheden binnengehaald.

Het is een, wel eenzijdig, verhaal van de weg die we allemaal door moeten maken: de weg over het smalle pad. Voor niemand van ons gaat de levensweg over rozen. En al ging die tijdelijk over rozen, we komen ook de doornen tegen die ons venijnig kunnen prikken en ons doen afwijken van die smalle weg, die lang niet altijd leuk is. Dan vinden we het misschien wel even genoeg en zoeken vertier, afleiding, genoegens. Waarom zouden we zo moeilijk doen en alleen over het smalle pad lopen? We zijn toch geboren voor het geluk? Waarom zouden we het brede pad niet nemen, dat loopt toch heel wat prettiger?

Matteüs heeft bovenstaande zin geschreven en John Bunyan heeft er een lang beeldverhaal van gemaakt, waarin hij de weg langs symbolische landschappen beschrijft en waarin er verleidelijke ontmoetingen plaatsvinden. Wel een knap stukje werk, zoals het beschreven staat, al is de tekst zeer tijdgebonden qua zeggingskracht. Het gaat echter wel over de levensweg.

Ons leven ís een pelgrimsreis en de gevaren zijn eeuwen later alleen nog maar groter geworden. Anders van vorm, maar talrijker. Ieder van ons heeft er een heel leven voor nodig om de weg, al zoekend te vinden, soms via omwegen. Ook wij verdwalen weleens of maken verkeerde keuzes.

De tweede helft van de vetgedrukte zin slechts weinigen weten die te vinden, klinkt niet direct bemoedigend. In het verhaal komt een Evangelist voor. Dat zal Matteüs zelf zijn in een tijdloze rol om ons de weg te wijzen in de juiste richting. Als we de overdaad aan beelden in dit verhaal kunnen relativeren, zullen we erop mogen vertrouwen dat onze God ons niet bang wil maken, en dat Hij in ons eigen hart de taal van de liefde telkens weer zal wekken. Zijn trouw is eindeloos groot en ook zijn vertrouwen in ons. We hoeven het niet alleen te doen.

Laten we bidden

Goede God,
diep in ons horen we uw roepende stem.
U kent ons beter dan wij onszelf kennen.
Leid ons op de weg die ons steeds dichter bij U brengt.
Mogen we de Schriftwoorden als routeboekje hanteren.
En mogen we tevens levende mensen tegenkomen
die ons in liefde ondersteunen als we afwijken
van het pad dat U voor ons bedoeld hebt.
Dat vragen we U door Jezus,
Uw Zoon, die ons is voorgegaan
op de meest smalle weg.
Amen.

Beste medepelgrims,
laten we samen optrekken, onder de hoede van de Allerhoogste!
Ricky Rieter

 

 

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.