dinsdag in week 2 van de veertigdagentijd

Uit de profeet Jesaja 1, 10 + 16-20

Uiterlijke eredienst moet samengaan met een bekering van ons hart. De profeet Jesaja legt het verband tussen de reinigingsriten en de verandering van mentaliteit. ‘Laten we zien wie er in zijn recht staat’, zegt de Heer. Wat menselijk gezien onherstelbaar lijkt, wordt mogelijk bij God, als we maar van goede wil zijn en bereid ons leven te veranderen.

Hoor de woorden van de Heer, leiders van Sodom, geef gehoor aan het onderricht van onze God, volk van Gomorra.
‘Was je, reinig je, maak een eind aan je misdaden, Ik kan ze niet meer zien. Breek met het kwaad en leer goed te doen. Zoek het recht, houd tirannen in toom, kom op voor wezen, sta weduwen bij.
De Heer zegt: Laten we zien wie er in zijn recht staat. Al zijn je zonden rood als scharlaken, ze worden wit als sneeuw, al zijn ze rood als purper, ze worden wit als wol.
Als je weer naar Mij wilt luisteren, zal het beste van het land je ten deel vallen. Als je koppig bent en niet wilt luisteren, zul je vallen door het zwaard.’
De Heer heeft gesproken.

Psalm 50, 8 + 9 + 16bc + 17 + 21 + 23

Refr.: Wie rechte wegen gaat, die vindt het heil bij God.

Ik klaag je niet aan om je offers,
nooit dooft voor Mij het offervuur.
Maar de stier uit je stal heb Ik niet nodig,
noch de bokken uit je kooien.

Wat baat het dat je mijn geboden opzegt
en mijn verbond in de mond neemt?
Je haat het als Ik je terechtwijs,
mijn woorden schuif je terzijde.

Zou Ik dan zwijgen bij wat je doet,
je denkt toch niet dat Ik ben als jij?
Ik klaag je aan,
Ik som je wandaden op.

Wie een dankoffer brengt,
geeft Mij alle eer,
wie zo zijn weg gaat,
zal zien dat God redt.

Vers voor het evangelie (Ez 18, 31a)

Breek met het zondige leven
dat jullie hebben geleid, zegt de Heer,
en vernieuw je hart en je geest.

Uit het evangelie volgens Matteüs 23, 1-12

Christus wijst op de plichten van zijn volgelingen in de gemeenschap. Opvallend vertoon en ijdelheid zijn uit den boze. De christen zal de nederige dienaar zijn van zijn broeders. Hij zal zich niet de eigenschappen aanmatigen die alleen aan God of aan zijn Zoon toekomen.

Jezus richtte zich tot de menigte en tot zijn leerlingen en zei:
‘De schriftgeleerden en de farizeeën hebben plaatsgenomen op de stoel van Mozes. Houd je dus aan alles wat ze jullie zeggen en handel daarnaar; maar handel niet naar hun daden, want ze doen zelf niet wat ze jullie voorhouden. Ze bundelen alle voorschriften tot een zware last en leggen die de mensen op de schouders, terwijl ze zelf geen vinger uitsteken om die te verlichten. Al hun daden zijn erop gericht om door de mensen gezien te worden. Ze verbreden immers hun gebedsriemen en maken de kwastjes aan hun kleren langer, ze verlangen een ereplaats bij feestmaaltijden en in synagogen, en hechten eraan op het marktplein eerbiedig begroet te worden en door de mensen rabbi genoemd te worden. 
Jullie moeten je niet rabbi laten noemen, want jullie hebben maar één meester, en jullie zijn elkaars broeders en zusters. En noem niemand op aarde vader, want jullie hebben maar één vader, de Vader in de hemel. Laat je ook geen leraar noemen, want jullie hebben maar één leraar, de messias. De belangrijkste onder jullie zal jullie dienaar zijn. 
Wie zichzelf verhoogt zal worden vernederd, en wie zichzelf vernedert zal worden verhoogd.’

Van Woord naar leven

Al zijn je zonden rood als scharlaken, ze worden wit als sneeuw, al zijn ze rood als purper, ze worden wit als wol.
Jesaja 1,18

Beste mensen,
vandaag zijn het pittige teksten, zowel in de lezing van Jesaja, als in de psalm, en ook in de evangelietekst.

We leven nu in de veertigdagentijd, waarin we ons openstellen om inzicht te krijgen in wie we zelf zijn ten opzichte van de Eeuwige. Een tijd van inkeer, en ommekeer. Inkeer: we kijken naar onze binnenkant. Ommekeer: na een nieuw inzicht in onze levenspraktijk mogen we proberen ons gedrag bij te stellen of om te keren. Dat is echter gemakkelijker gezegd dan gedaan. Of het nu over kleine dingen gaat, of grote, het blijft moeilijk om je gewoontes te veranderen. Het belangrijkste is onze bereidheid om de goede richting te kiezen. Het uitvoeren ervan kost ons energie en vooral geduld met onszelf. Het lukt ons niet meteen, we kunnen af en toe de neiging krijgen om die poging tot verandering op te geven. Misschien gaat er dan wel een belletje rinkelen dat ons waarschuwt om alert te blijven. We willen immers trouw zijn aan onze voornemens!

Wat ons dan kan helpen is juist op dat moment van zwakte in alle eenvoud onze realiteit in ons gebed neer te leggen. Het is immers niet gek dat we onze gewoontes niet meteen los kunnen laten. We kunnen het gewoon niet uit onszelf, maar er is er Een die ons graag wil helpen.

De zin die we als rode draad in onszelf mee willen nemen in deze veertigdagentijd, zouden we kunnen herhalen, of bijvoorbeeld de woorden overschrijven en ergens neerleggen op een in het oog vallende plek: Je hebt genoeg aan mijn genade, want kracht openbaart zich juist ten volle wanneer iemand zwak is. (2 Kor 12,9) Misschien dringt de zin niet meteen echt tot ons door. We zouden ons nu af kunnen afvragen hoe dit kan, maar als we de tekst regelmatig herhalen verandert er, stukje bij beetje, iets in ons. Op een bepaald moment gaan we ervaren dat het echt waar is. Dat is een grote stap vooruit, zelfs als het daarna toch weer een keer, of meerdere keren, misgaat. We blijven zwakke mensen. Zwakheid erkennen, kan echt tot kracht worden!

Even terug naar de zin van Jesaja. Al zijn je zonden rood als scharlaken, ze worden wit als sneeuw… Wat een grandioos perspectief!
Heb je wel weleens lelijke rode vlekken gemaakt op je beste tafellaken: wijnvlekken, vlekken van bessensap of van knalrode bieten? Nooit zul je aan scharlakenrood hebben gedacht. Je denkt alleen maar: Hoe krijg ik die vlekken er ooit uit? Misschien is er een advies op internet… of weet de buurvrouw het? Tips te over, maar je zucht bij voorbaat al ‘zonde, ik heb het kleed nog van mijn moeder geërfd.’

Zonde zei je, wat is zonde? Zeker is het jammer van dat mooie tafelkleed maar Jesaja heeft het niet over je tafelkleed maar over je binnenste. Hij garandeert, geïnspireerd door de Geest, dat welke zonde we ook ooit hebben gedaan, deze er uitgewassen kan worden. We mogen keer op keer opnieuw beginnen.

Lieve God, en Vader,
dank U voor de woorden uit de Schrift.
Ze komen soms zo zwaar over,
maar ook zijn ze soms zo troostend
zoals die zin over onze zonden en tekortkomingen.
Ons binnenste zal witter dan sneeuw worden
en witter dan schapenwol,
zelfs het indringende scharlakenrood van onze fouten
zal in het licht van uw Aanschijn geheel verdwijnen
als we onze levenspraktijk voor God deemoedig erkennen.

Dank U wel dat U in Uw barmhartigheid ons
elke keer opnieuw vergeeft
en de relatie met U hersteld wordt.
Dank voor de kracht en de genade die U ons geeft
om met vertrouwen verder te gaan.
Daar blijven we U om vragen,
door Jezus, Uw Zoon, en onze Broeder.

Met nieuwe moed gaan we weer verder op onze wegen, met Gods naam op  onze lippen. Dat wensen we ieder van jullie toe.
Ricky Rieter

 

 

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.