dinsdag in week 27 door het jaar (even jaren)

Uit de brief van Paulus aan de Galaten 1, 13-24

Paulus verantwoordt zijn apostolaat. Het is alleen gesteund op een persoonlijk initiatief van God. Eerst later maakt de apostel kennis met Petrus en Jakobus en kan hij zijn prediking met die van hen vergelijken.

Broeders en zusters,
u hebt gehoord hoe ik vroeger volgens de Joodse godsdienst leefde, dat ik de gemeente van God fanatiek vervolgde en haar probeerde uit te roeien. Ik leefde de Joodse wetten heel wat strikter na dan velen van mijn generatie en zette mij vol overgave in voor de tradities van ons voorgeslacht.
Maar toen besloot God, die mij al vóór mijn geboorte had uitgekozen en die mij door zijn genade heeft geroepen, zijn Zoon in mij te openbaren, opdat ik Hem aan de heidenen zou verkondigen. Ik heb toen geen mens om raad gevraagd en ben ook niet naar Jeruzalem gegaan, naar hen die eerder apostel waren dan ik. Ik ben onmiddellijk naar Arabia gegaan en ben van daar weer teruggekeerd naar Damascus. Pas drie jaar later ging ik naar Jeruzalem om Kefas te ontmoeten, en bij hem bleef ik twee weken. Maar van de overige apostelen heb ik niemand gezien, behalve Jakobus, de broer van de Heer.
God is mijn getuige dat ik u de waarheid schrijf. Daarna ging ik naar het kustgebied van Syrië en van Cilicië. De christengemeenten in Judea hadden mij nog nooit ontmoet, maar iedereen had over mij horen vertellen: ‘De man die ons vroeger vervolgde, verkondigt nu het geloof dat hij toen probeerde uit te roeien.’ En zij prezen God om mij.

Psalm 139, 1-3 + 13-14

Refr.: Heer, U doorgrondt mij.

Heer, U kent mij, U doorgrondt mij,
U weet het als ik zit of sta,
U doorziet van verre mijn gedachten.

Ga ik op weg of rust ik uit,
U merkt het op,
met al mijn wegen bent U vertrouwd.

U was het die mijn nieren vormde,
die mij weefde in de buik van mijn moeder.
Ik loof U voor het ontzaglijke wonder van mijn bestaan.

Wonderbaarlijk is wat U gemaakt hebt.
Ik weet het, tot in het diepst van mijn ziel.

Uit het evangelie volgens Lucas 10, 38-42

Marta loopt verloren in duizend zorgen van bijkomstige aard. Maria is een voorbeeld van zuivere aandacht voor het Woord. Jezus herinnert Marta dat niet alles evenveel waarde heeft; eerst komt het Rijk van God.

Toen ze verder trokken ging Jezus een dorp in, waar Hij gastvrij werd ontvangen door een vrouw die Marta heette.
Haar zuster, Maria, ging aan de voeten van de Heer zitten en luisterde naar zijn woorden. Maar Marta werd helemaal in beslag genomen door de zorg voor haar gasten.
Ze ging naar Jezus toe en zei: ‘Heer, kan het U niet schelen dat mijn zuster mij al het werk alleen laat doen? Zeg tegen haar dat ze mij moet helpen.’
De Heer zei tegen haar: ‘Marta, Marta, je bent zo bezorgd en je maakt je veel te druk. Er is maar één ding noodzakelijk. Maria heeft het beste deel gekozen, en dat zal haar niet worden ontnomen.’

Van Woord naar leven

Heel wat mensen dragen diep in zichzelf de intentie om meer tijd te besteden aan gebed, om intenser te bidden, er meer of dieper aandacht aan te besteden. Een rem om deze intentie gestalte te geven is dikwijls de drukte van het leven, vermoeidheid, of welke reden ook. In de intentie voelt men eigenlijk haarfijn aan waar het om te doen is in het evangelie van vandaag, namelijk: het noodzakelijk belang van te knielen bij de Heer, en dit te kiezen vóór al de rest.

Deze intentie gewaar worden is het zuchten van de Geest in ieder van ons. Misschien moeten we dit ‘zuchten’ meer ernstig nemen. Het is het zachte nederige vuur van God dat ons in vrijheid in beweging wilt brengen ons te keren naar Hem, en daar daadwerkelijk tijd voor te maken.

Het spreekt voor zich dat, wie tijd maakt voor de Heer, niet zorgeloos door het leven gaat. Tijd maken voor gebed neemt de dagelijkse zorgen en de drukte van de dag niet weg.
Maar wie de dag start met gebed kijkt anders naar zijn agenda. Wie zijn bestaan biddend in de schoot van de Heer neerlegt gaat anders met zijn zorgen om. Hij vertrouwt ze niet enkel toe aan God, maar stelt zich ook open om de dag in genade door te gaan; met de hulp dus van de Heer. Hij zal ervaren dat hij geroepen is de zorgen van het bestaan niet alleen te dragen, maar ‘in’ de Heer. Jezus draagt ze mee. Van Hem zullen we leren de lasten van de dag in liefde door te gaan. Mogelijke gevolgen van dagelijkse zorgen, zoals bijvoorbeeld verbittering, de neiging om te veroordelen, hardheid, agressie,… zullen nog weinig kans krijgen. Want we zullen de Heer aan onze zijde weten, die ons zal aanzetten het leven in zijn vrede door te gaan; in Hem dus.

Lieve mensen, voel je diep vanbinnen het verlangen om meer tijd te geven aan daadwerkelijk gebed… Ik zou zeggen: doe het. Beslis. Doe het verstandig, niet overdreven, maar doe het. En ik zou zeggen: dagelijks.
De beste moment is, denk ik, ’s morgens. Sta wat vroeger op dan anders, was je, drink een heerlijke tas koffie, en maak het stil. Schep een sfeer waar je tot inkeer kan komen. Wat je bidt is niet belangrijk, wel dàt je bidt. Maar ik zou zeggen: neem vooral tijd om in stilte bij de Heer te zijn, je neervlijend (bij wijze van spreken) tegen de Heer, drinkend van zijn aanwezigheid. Laat je diep omhelzen door Hem, wees arm van hart, en ontvang.

Om dan de dag in te gaan, met je mogelijke drukke agenda, met de zorgen die je zult moeten dragen. Maar je bent – en daar gaat het om – de dag gestart met Hem, je leven leggend in zijn ‘ja’ tot de Vader. Zo heb je het ‘beste deel’ gekozen; echt waar.

kris

Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer,
het leven heeft z’n zorgen, en dikwijls is er zoveel te doen. En we vergeten daardoor hoe belangrijk het is  dagelijks aan uw voeten te gaan neerzitten, om te luisteren naar uw Woord, om te ontvangen van U, om gewoon bij en in U te zijn. Schenk ons de nodige rust, de moed en de discipline om elke dag tijd te maken voor U. Om vanuit deze ontmoeting de dingen te doen  die we moeten doen.
Kom heilige Geest. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.