woensdag in week 34 door het jaar

Uit het boek Apocalyps 15, 1-4

In een loflied wordt door Johannes de uiteindelijke overwinning van Gods wonderdaden bezongen. Hij heeft ze bekroond door het werk van zijn Zoon, door het bloed van het Lam. Het volk van God zal eindelijk definitief triomferen en deze hymne voor haar Heer aanheffen.

Ik, Johannes, zag in de hemel opnieuw een indrukwekkend, wonderbaarlijk teken: het waren zeven engelen met de zeven laatste plagen, waarmee aan Gods woede een einde komt. 
Toen zag ik iets als een zee van glas, vermengd met vuur. Op de glazen zee stonden zij die het beest, zijn beeld en het getal van zijn naam hadden overwonnen. Ze hadden lieren om daarop te spelen voor God. Ze zongen het lied van Gods dienaar Mozes en het lied van het lam: ‘Groot en wonderbaarlijk zijn uw werken, Heer, onze God, Almachtige, rechtvaardig en betrouwbaar is uw bestuur, vorst van de volken. Wie zou U, Heer, niet vereren, uw Naam niet prijzen? Want U alleen bent heilig. Alle volken zullen komen en zich voor U neerwerpen, want uw rechtvaardige daden zijn geopenbaard.’


Psalm 98, 1-3 + 7-9a

Refr.: Groot en wonderbaar zijn uw daden, Heer, God, Albeheerser.

Zing voor de Heer een nieuw lied:
wonderen heeft Hij verricht.
Zijn rechterhand heeft overwonnen,
zijn heilige arm heeft redding gebracht.

De Heer heeft zijn overwinning bekendgemaakt,
voor de ogen van de volken zijn gerechtigheid onthuld.
Hij heeft gedacht aan zijn liefde en trouw
voor het volk van Israël.

De einden der aarde hebben het gezien:
de overwinning van onze God.
Laat bruisen de zee, met alles wat daar leeft,
laat juichen de wereld met haar bewoners.

Laten de rivieren in de handen klappen
en samen met de bergen jubelen
voor de Heer, want Hij is in aantocht
als rechter van de aarde.


Vers voor het evangelie (Lc 27 36)

Alleluia.
Wees waakzaam en bid onophoudelijk;
dat wij stand mogen houden
voor het aangezicht van de Mensenzoon.
Alleluia.


Uit het evangelie volgens Lucas 21, 12-19

Christenen die consequent leven naar hun geloof zullen de nodige tegenstand ondervinden. Zelfs binnen de kring van vrienden en verwanten zal onenigheid voorkomen. Soms zijn regelmatige vervolgingen hun deel. Toch zullen zij volhouden als zij blijven vertrouwen op Christus. Door standvastig te zijn zullen zij hun leven winnen.

Jezus sprak tot zijn leerlingen:
‘Jullie zullen worden mishandeld en vervolgd en uitgeleverd aan de synagogen, jullie zullen worden opgesloten in de gevangenis en worden voorgeleid aan koningen en gouverneurs omwille van mijn Naam. Dan zullen jullie moeten getuigen. Bedenk wel dat jullie je verdediging niet moeten voorbereiden. Want Ik zal jullie woorden van wijsheid schenken die door geen van je tegenstanders kunnen worden weerstaan of weersproken. Zelfs je ouders en broers, verwanten en vrienden zullen je uitleveren, en ze zullen sommigen van jullie ter dood laten brengen. Jullie zullen door iedereen worden gehaat omwille van mijn Naam. Maar geen haar van je hoofd zal verloren gaan. Red je leven door standvastigheid!’

Van Woord naar leven

‘Bedenk wel dat jullie je verdediging niet moeten voorbereiden. Want Ik zal jullie woorden van wijsheid schenken die door geen van je tegenstanders kunnen worden weerstaan of weersproken.’

Onder christenen zijn er nogal wat mensen die denken dat ze met woorden, discussies, of zelfs ruzies Christus moeten verdedigen wanneer ze menen dat de Kerk nog maar eens ten onrechte kritiek heeft gekregen. Vaak heeft dat te maken met emoties, of met ‘zich aangevallen’ voelen. En ja hoor, zelfs met liefde; liefde voor de Heer, liefde voor de Kerk. Maar de vraag is of dit soort van verdediging de juiste weg is die we moeten bewandelen. Moeten we niet veeleer, wanneer bijvoorbeeld de Kerk tegenstand ervaart, de Heer verheerlijken in plaats van te denken Hem te moeten verdedigen vanuit ons eigen ikje. We gaan daar zo dadelijk wat dieper op in.

Een andere valkuil waar we wel eens dreigen in te belanden is dat, wanneer we woorden gebruiken ter verdediging, we deze woorden ons toe eigenen. Alsof ze van ons zijn. ‘Wij’ spreken, ‘wij’ zijn heer en meester over wat we zeggen, ‘wij’ zijn de helden in wat we zeggen. Dit in tegenstelling tot bovenstaand citaat waarin de Heer zegt: ‘Ik zal jullie woorden van wijsheid schenken die door geen van je tegenstanders kunnen worden weerstaan of weersproken.’

Wanneer men de Kerk op een of andere wijze vervolgt, of wanneer je jezelf gekwetst voelt omdat men spreekt op je geloof, moeten we dus trachten op zo’n wijze in de Heer te leven, dat we toelaten dat Hij door ons heen spreekt en handelt. Dit is snel gezegd. Het is lang niet evident. En toch is het de weg waartoe Jezus uitnodigt.

In de Bijbel horen we op meerdere plaatsen waar God zegt dat we de regie van ons spreken best uit handen geven. Zo lezen we bijvoorbeeld in het boek Exodus God tot Mozes zeggen: ‘Ga nu, Ik zal bij je zijn als je moet spreken en je de woorden in de mond leggen.’ (Ex.4,12). Of in boek Handelingen lezen we dat leden van de synagoge het zwaar hadden met de houding van Stefanus: ‘Ze konden niet op tegen zijn wijsheid en tegen de Geest die hem bezielde.’
Het is dus wel degelijk mogelijk dat een mens zich in zijn spreken, in zijn begeestering, kan laten leiden door Gods Geest.

Hoe doen we dit?
Naar mijn mening is leven in diepe overgave aan de Heer, de sleutel bij uitstek om Hem de regie van ons spreken in handen te geven. Natuurlijk zullen het onze woorden zijn, maar we spreken ze uit in Christus; niet enkel in zijn gezindheid, maar werkelijk ‘in genade’. Onze woorden zijn als het ware vervuld van Hem. Niet als een gedachte dat goed klinkt, maar heel reëel: als een werkelijkheid. Het zijn Gods woorden.
Natuurlijk voelen we ons daar te klein voor, of denken we al snel dat we hier niet waardig voor zijn. Maar dan vergis je je: God wil niet anders dan spreken en werkzaam zijn door ons mensen heen; ook door u. En dit zowel tijdens momenten van vreugde en evidentie, alsook tijdens momenten van ‘vervolging’; want over dit laatste gaat het evangelie van vandaag.

Neem nu, dat we wat ons spreken betreft, we zuivere instrumenten zouden zijn van God, wil dat dan betekenen dat het voor ons goed zal aflopen? Absoluut niet. De Bijbel belooft nergens dat ons leven een succesverhaal zal zijn; toch niet ‘werelds’ gezien. Jezus zelf is het mooiste voorbeeld van hoe slecht het kan aflopen: vermoord aan een kruis. En zovele martelaren na Hem hebben hetzelfde lot moeten ondergaan. En dat gebeurt tot op vandaag.
Wat ons betreft zullen de meesten niet vermoord worden, maar dat ons ‘spreken in de Heer’ nu per definitie goede gevolgen kent… Op korte termijn heel vaak niet.
Mijn gedachten gaan uit naar woorden van Vaclav Havel waar hij zegt dat leven in hoop niet de overtuiging is dat iets goeds zal aflopen maar dat je leeft en werkt in de zekerheid dat iets zinvol is, hoe het ook afloopt. ‘Hoop’, zo zegt hij verder, ‘is een vermogen om ergens voor te werken omdat het goed is’.
Iets soortgelijks gaat op wanneer we spreken ’ter verdediging’ van de Heer: we doen het omdat het zinvol is, omdat het hoort bij ‘de waarheid’, los van succes.
Het ware succes zit ‘m trouwens in de trouw aan God, waar we vaak op aarde geen vruchten van zien, zoals Jezus die ook niet zag op Goede Vrijdag. Maar Pasen was er ook; voor Hem, en voor ieder die leeft en spreekt ‘in God’.

Laten we als Kerk, als christenen wereldwijd, op de eerste plaats biddende mensen zijn; een biddende gemeenschap, die leert te leven in diepe ontvankelijkheid door haar overgave aan de Heer van alle leven, om dan vanuit Hem te leven, te spreken te handelen.

Een mooie woensdag voor ieder van u,

kris

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven: woensdag in week 34 door het jaar (van-woord-naar-leven.blogspot.com)

Laten wij bidden

Vader,
wanneer de Kerk of haar gemeenschap, op welke wijze ook, vervolgd wordt, mogen wij ons dan laten bezielen en leiden door uw heilige Geest. Dat Hij, bijzonder op die momenten, door ons heen mag waaien en werkzaam zijn, zowel in ons spreken als in ons handelen
In Christus, onze Heer.
Amen.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.