dinsdag in week 4 door het jaar
De Heer droomt voor ons allen dat we in Hem opstaan, om in zijn genade Gods liefde zichtbaar te maken. Dit is de uitnodiging die Jezus ons geeft wanneer Hij tot het dochtertje van Jaïrus zegt: “Talita koem! – Meisje, Ik zeg je, sta op!” Met deze woorden roept Hij niet alleen haar, maar ook ons allen tot nieuw leven en geloof. De brief aan de Hebreeën spoort ons aan om elke last en zonde achter ons te laten en onze blik gericht te houden op Jezus, die zelf het kruis heeft gedragen en ons voorgaat in geloof.
Laten wij ontwaken in de Heer, ons laten optillen door zijn roepstem en onze dag beginnen als een lofzang op zijn liefde.
Uit de brief aan de Hebreeën 12, 1-4
Met onze blik op Jezus, die ons door zijn kruis de weg naar God heeft geopend, worden we geroepen om volhardend en bevrijd van elke last de weg van het geloof te gaan.
Broeders en zusters,
nu wij door zo’n menigte geloofsgetuigen omringd zijn, moeten ook wij elke last van ons afwerpen, evenals de zonde waarin we steeds weer verstrikt raken, en vastberaden de wedstrijd lopen die voor ons ligt. Laten we daarbij de blik gericht houden op Jezus, de grondlegger en voltooier van ons geloof: met de vreugde voor ogen die voor Hem in het verschiet lag, heeft Hij het kruis verdragen en de schande ervan aanvaard, en heeft Hij zijn plaats ingenomen aan de rechterzijde van de troon van God. Laat tot u doordringen hoe Hij standhield toen de zondaars zich zo tegen Hem verzetten, opdat u niet de moed verliest en het opgeeft. U hebt in uw strijd tegen de zonde uw leven nog niet op het spel gezet.
Tussenzang: Psalm 22, 26-28 + 30-32
Refr.: Zij die God zoeken, brengen Hem lof.
Mijn lofzang klinkt in de kring van het volk,
mijn geloften los ik in bij wie Hem vrezen.
De vernederden zullen eten en worden verzadigd.
Zij die Hem zoeken, brengen lof aan de Heer.
Voor altijd mogen jullie leven!
Overal, tot aan de einden der aarde,
zal men de Heer gedenken
en zich tot Hem wenden.
Voor U zullen zich buigen
alle stammen en volken.
Wie op aarde in overvloed leven,
zullen aanzitten en zich voor Hem buigen.
Alle stervelingen zullen voor Hem knielen,
allen die neerdalen in het graf.
Een nieuw geslacht zal Hem dienen
en aan de kinderen vertellen van de Heer;
aan het volk dat nog geboren moet worden
zal het verhalen van zijn gerechtigheid,
om wat Hij heeft gedaan.
Vers voor het evangelie
Alleluia.
Uw woorden, Heer, zijn geest en leven;
uw woorden zijn woorden van eeuwig leven.
Alleluia.
Uit het evangelie volgens Marcus 5, 21-43
Vandaag beluisteren we twee genezingsverhalen waarin niet alleen de vrouw en de dochter van Jaïrus, maar ook de omstaanders worden uitgenodigd om te geloven. Jezus brengt genezing en nieuw leven. Met zijn krachtig woord ‘Sta op!’ roept Hij ons allen op tot geloof en vertrouwen in Gods reddende kracht.
Toen Jezus weer met de boot was overgestoken, verzamelde er zich een grote menigte bij Hem, en Hij bleef aan het meer. Een van de leiders van de synagoge, die Jaïrus heette, kwam naar Hem toe, en toen hij Jezus zag viel hij aan zijn voeten neer. Hij smeekte Hem dringend: ‘Mijn dochter ligt op sterven; kom haar de handen opleggen om haar te redden en te zorgen dat ze in leven blijft.’ Hij ging met hem mee.
Een grote menigte volgde Hem en verdrong zich om Hem heen. Onder hen was ook een vrouw die al twaalf jaar aan bloedverlies leed. Ze had veel ellende doorgemaakt door de behandeling van allerlei artsen, aan wie ze haar hele vermogen had uitgegeven zonder dat ze ergens baat bij had gehad; integendeel, ze was alleen maar achteruitgegaan. Ze had gehoord over Jezus, en ze begaf zich tussen de menigte en raakte zijn mantel van achteren aan, want ze dacht: Als ik alleen zijn kleren maar kan aanraken, zal ik genezen. En meteen hield het bloed op te vloeien en merkte ze aan haar lichaam dat ze van de kwaal genezen was. Op hetzelfde ogenblik werd Jezus zich ervan bewust dat er kracht van Hem was uitgegaan. Midden in de menigte draaide Hij zich om en vroeg: ‘Wie heeft mijn kleren aangeraakt?’
Zijn leerlingen zeiden tegen Hem: ‘U ziet dat de menigte zich om U verdringt en dan vraagt U: “Wie heeft Mij aangeraakt?”’
Maar Hij keek om zich heen om te zien wie het gedaan had.
De vrouw, die bang was geworden en stond te trillen omdat ze wist wat er met haar was gebeurd, kwam naar Hem toe en viel voor Hem neer en vertelde Hem de hele waarheid.
Toen zei Hij tegen haar: ‘Uw geloof heeft u gered, mijn dochter; ga in vrede, u bent van uw kwaal genezen.’
Nog voor Hij uitgesproken was, kwamen enkele mensen tegen de leider van de synagoge zeggen: ‘Uw dochter is gestorven, waarom valt u de meester nog lastig?’
Maar Jezus hoorde dat en zei tegen de leider van de synagoge: ‘Wees niet bang, maar blijf geloven.’
Hij stond niemand toe om met Hem mee te gaan, behalve Petrus, Jakobus en Johannes, de broer van Jakobus. Ze kwamen bij het huis van de leider van de synagoge en zagen daar een groep mensen die luid stonden te huilen en te weeklagen. Hij ging naar binnen en zei tegen hen: ‘Waarom maken jullie zo’n misbaar en huilen jullie? Het kind is niet gestorven, het slaapt.’
Ze lachten Hem uit. Maar Hij stuurde hen allemaal naar buiten en ging met de vader en moeder van het kind en de leerlingen die bij Hem waren de kamer binnen waar het kind lag. Hij pakte de hand van het kind vast en zei tegen haar: ‘Talita koem!’ In onze taal betekent dat: ‘Meisje, Ik zeg je, sta op!’
Meteen stond het meisje op en begon heen en weer te lopen.
Ze was twaalf jaar. Iedereen was met stomheid geslagen.
Hij drukte hun op het hart dat niemand dit te weten mocht komen, en zei dat ze haar iets te eten moesten geven.
Van Woord naar leven
ONTWAKEN IN DE HEER
Vandaag horen we in het evangelie twee genezingsverhalen. We gaan dieper in op de tweede genezing, waar Jezus de woorden ‘Talita koem!’ uitspreekt, wat betekent: ‘Meisje, ik zeg je, sta op!’ Meteen, zo lezen we, stond het meisje op en begon heen en weer te lopen.
Talita koem… Prachtige woorden. Ik zou hier het cliché kunnen aanhalen door te zeggen dat we allemaal op een of andere wijze ziek zijn, of zelfs een stukje dood, en dat de Heer niet liever wil dan ons genezen. Een cliché dat waarschijnlijk al in zovele homilies is verwoord. Maar oh zo waar. Toch wil ik met u vandaag over iets anders nadenken, iets dat eveneens met ‘sta op’ te maken heeft, namelijk ons dagelijks ontwaken.
’s Morgens opstaan doen we allemaal. Maar hoe doen we dat? Hoe stappen we uit ons bed? Met tegenzin, zuchtend en slepend? Of met een zekere frisheid, dankbaar voor een nieuwe dag? Voor velen helpt de wekker. Voor anderen is het het geluid van spelende kinderen. Of, voor de meer romantische zielen onder ons, doen de eerste zonnestralen hun werk. Sommigen rekken zich loom uit, anderen springen meteen overeind. En het is een feit: niet iedereen is in staat even fit op te staan. Misschien protesteren de knieën, kraken de gewrichten of wil een stijve rug niet helemaal meewerken. Het lichaam herinnert ons er immers aan dat we niet allemaal twintig jaar zijn.
En toch, ondanks die stramme spieren en dat mogelijk trage ontwaken, ligt er een keuze in hoe we onze dag beginnen. Wat als we ons bewust zijn dat iedere ochtend een uitnodiging is? Wat als we, in plaats van enkel uit bed te komen, ook innerlijk wakker worden?
Voorstel: Tracht vanaf morgen de woorden van de Heer tot het meisje indachtig te zijn, maar nu tot jou gesproken: ‘Ik zeg je, sta op.’
Het is de Heer die deze woorden zegt. Hij roept je. Hij vraagt je ‘op te staan’, om binnen te treden in zijn opstanding en vanuit de paasgenade de dag in te gaan. De zucht bij het vroege opstaan mag er zijn, maar laten we ons ervan bewust zijn dat de Heer niet alleen ons lichaam, maar ook onze ziel komt wekken, met de vraag: “Mag Ik vandaag jouw gast zijn?”
En ja, mogen wij Hem als onze hemelse Gast ontvangen. Hij, die ons, door zijn ja-woord tot de Vader, wil omvormen tot een levend beeld van Gods liefde.
Opstaan heeft met opstanding te maken: letterlijk rechtkomen, je handen en je hart openen voor de Schepper, dankbaar om wat Hij geeft – de mensen, de tijd, de natuur, de mogelijkheid lief te hebben, liefde te krijgen, enzovoort…
De Vlaamse mystica Beatrijs van Nazareth, een cisterciënzerin uit de 13e eeuw, verwoordde het zo in haar werk ‘Seven manieren van minne’: ‘Het gebeurt soms dat de liefde geleidelijk in de ziel wordt wakker geroepen, zich blij verheft en in het hart in beweging raakt zonder enig toedoen van menselijk handelen. Dan wordt het hart zo diep door de liefde bewogen, zo onweerstaanbaar meegetrokken, zo hevig overweldigd en liefdevol omhelsd, dat het geheel en al in de ban van de liefde raakt.’
Wat Beatrijs hier beschrijft, is een liefde die niet slechts een emotie is, maar een kracht die de mens van binnenuit omvormt. Het is een liefde die voorbijgaat aan menselijke berekening of fysieke ongemakken, maar die spontaan en diep uit de ziel oprijst, omdat ze geworteld is in Gods aanwezigheid. De liefde die zij schetst, is een liefde die zich laat meenemen in een stroom die niet door de mens zelf gestuurd wordt, maar door God gewekt en gedragen wordt. Het is de Heilige Geest die deze liefde in ons bewerkt, die onze harten opent en in beweging zet. Het is de stille kracht van de Geest die ons wakker schudt, ons innerlijk verwarmt en ons uitnodigt tot een diepere eenheid met God.
Het is deze Liefde die ons dagelijks wekt – niet alleen uit onze slaap, maar ook uit onze geestelijke traagheid. Het is een roep om open te staan voor de goddelijke liefde die ons zoekt, ons beweegt en ons tot leven wekt.
Moge dit ‘wonder’ gebeuren, ’s morgens bij het opstaan, bij ieder van ons.
Laten we bidden
Heer,
U die het leven wekt,
roep ook mij vandaag: Sta op!
Open mijn ogen voor uw licht,
mijn hart voor uw liefde,
mijn ziel voor uw aanwezigheid.
Laat mij niet enkel lichamelijk ontwaken,
maar ook innerlijk opstaan,
dankbaar voor de nieuwe dag
die U mij schenkt.
Kom, wees mijn Gast vandaag,
leid mijn stappen,
sterk mijn handen,
vervul mijn hart met uw Geest.
Dat ik, geheven door uw liefde,
een levend beeld mag zijn
van uw genade en vrede.
God, wat hou ik van U !
Amen.
Geliefde mensen, laten we fris en dankbaar ontwaken en het leven met een open hart omarmen. Kom, laten we opstaan en de liefde bezingen.
Met een genegen groet,
kris
Om mee op weg te gaan
Hoe staan wij ’s morgens op? Gaan onze eerste gedachten naar vermoeidheid, stramme spieren of de mogelijke lastige taken die op ons wachten? Of durven we ontwaken in het besef dat God ons roept, ons optilt en ons draagt? Hij is onze kracht, onze vreugde, het Licht dat ons uitnodigt om vol vertrouwen de nieuwe dag te omarmen. Sta op, leef in zijn liefde, en laat je ziel zingen van dankbaarheid!
Blog ‘Van Woord naar leven’
Reageren of uitwisselen betreffende de lezingen of de overweging, kan via de blog ‘Van Woord naar leven’.
Om de kwaliteit van het gesprek te waarborgen worden de reacties geplaatst na moderatie.
De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.