dinsdag in week 7 door het jaar

Uit het boek Wijsheid van Jezus Sirach 2, 1-11

Een mens kan veel meemaken. De bekoring is dan groot om het op te geven. Wie echter dan ook vertrouwt op de Heer, wordt nooit bitter noch opstandig. Want steeds blijft Hij met ons. Hij redt ten tijde van verdrukking.

Mijn kind, als je de Heer wilt dienen, bereid je dan voor op beproevingen. Houd het rechte spoor, wees standvastig en word niet ongeduldig in tijden van tegenspoed. Houd je stevig aan Hem vast en laat Hem niet los, dan word je uiteindelijk beloond. Aanvaard alles wat je overkomt en wees ook geduldig wanneer je wordt vernederd. Want goud wordt in het vuur getoetst, in de oven van vernedering test God de mens die Hij aanvaardt. Wanneer je ziek bent of armoede lijdt, vertrouw dan op Hem. Vertrouw op Hem, dan zal Hij je helpen, bewandel rechte wegen en vestig op Hem je hoop.
Jullie die ontzag hebben voor de Heer, zie uit naar zijn ontferming en wijk niet af, dan kom je niet ten val. Jullie die ontzag hebben voor de Heer, vertrouw op Hem, dan valt je loon je niet uit handen. Jullie die ontzag hebben voor de Heer, hoop op het goede, op ontferming en eeuwige vreugde, want eeuwige vreugde is het loon dat Hij schenkt.
Kijk naar de generaties van vroeger: Werd ooit iemand teleurgesteld die op de Heer vertrouwde? Werd ooit iemand in de steek gelaten die volhardde in ontzag voor Hem? Werd ooit iemand veronachtzaamd die de Heer aanriep?
De Heer heeft immers medelijden en ontfermt zich, vergeeft zonden en redt in tijden van verdrukking.

Psalm 37, 3 + 4 + 18 + 19 + 27 + 28 + 39 + 40

Refr.: Vertrouw aan de Heer uw levensweg toe, verlaat u op Hem, Hij zal er voor zorgen.

Vertrouw op de Heer en doe het goede,
bewoon het land en leef er veilig.
Zoek je geluk bij de Heer,
Hij zal geven wat je hart verlangt.

De Heer trekt zich het lot van onschuldigen aan,
hun bezit blijft voor eeuwig behouden.
Zij worden niet teleurgesteld in kwade dagen,
in tijden van hongersnood worden zij verzadigd.

Mijd het kwade en doe het goede,
en je zult voor eeuwig wonen in het land,
want de Heer heeft gerechtigheid lief,
wie Hem trouw zijn, verlaat Hij niet.

De rechtvaardigen vinden redding bij de Heer,
Hij is hun toevlucht in tijden van nood.
De Heer heeft hen altijd geholpen en bevrijd,
Hij bevrijdt hen ook nu van de zondaars,
Hij redt hen, want zij schuilen bij Hem.

Vers voor het evangelie (Jak 1 21b)

Alleluia.
Aanvaard de boodschap
die in u is geplant
en die u kan redden. 
Alleluia.

Uit het evangelie volgens Marcus 9, 30-37

Wanneer Jezus zijn leerlingen nog eens duidelijk tracht te maken dat zijn dienen zover zal gaan dat Hij zijn leven zal geven, begrijpen zij dit niet. Zij dachten aan een nieuw, aards rijk, waar zij de voornaamste posten zouden innemen. Zij maken zelfs ruzie om de eerste plaats te krijgen. Jezus wijst hen terecht en herhaalt nog eens dat men in zijn rijk niet moet komen om gediend te worden, maar om te dienen met het hart van een kind.

Na de gedaanteverandering vertrokken Jezus en zijn leerlingen weg uit die streek en reisden door Galilea, maar Hij wilde niet dat iemand dat te weten kwam, want Hij was bezig zijn leerlingen onderricht te geven.
Hij zei tegen hen: ‘De Mensenzoon wordt uitgeleverd aan de mensen. Die zullen Hem doden, maar drie dagen na zijn dood zal Hij opstaan.’ 
Ze begrepen deze uitspraak niet, maar durfden Hem geen vragen te stellen.
Ze kwamen in Kafarnaüm. Toen ze in huis waren, vroeg Hij hun: ‘Waarover waren jullie onderweg aan het redetwisten?’ 
Ze zwegen, want ze hadden onderweg met elkaar getwist over de vraag wie van hen de belangrijkste was. 
Hij ging zitten en riep de twaalf bij zich. Hij zei tegen hen: ‘Wie de belangrijkste wil zijn, moet de minste van allemaal zijn en ieders dienaar.’ 
Hij pakte een kind op en zette het in hun midden neer; Hij sloeg zijn arm eromheen en zei tegen hen: ‘Wie in mijn naam één zo’n kind ontvangt, ontvangt Mij; en wie Mij ontvangt, ontvangt niet Mij, maar Hem die Mij gezonden heeft.’

Van Woord naar leven

Beste mensen,
we staan aan de vooravond van de veertigdagentijd, een belangrijke liturgische periode waarin we een intensief proces mee kunnen maken over de weg die Jezus gegaan is.

Misschien, – al geven we dat niet toe, – zouden we liever rechtstreeks naar het paasfeest willen overstappen, want ook wij zien lijden en dood liever aan ons voorbij gaan, zoals de leerlingen die met geen woord ingaan op de aankondiging van Jezus wat er binnenkort te gebeuren staat. Zijn ze zo geschrokken, willen ze het niet weten? Ze begrepen deze uitspraak niet, maar durfden Hem geen vragen te stellen.

Bovendien reageren de leerlingen niet alleen op de nare eerste helft van wat Jezus zei. In de tweede helft staat: …drie dagen na zijn dood zal Hij opstaan. Dat ‘horen’ ze niet meer.  Het is overigens ook een onbegrijpelijke boodschap.

Jezus spreekt over zichzelf als de Mensenzoon. Zou Hij het doen om het minder persoonlijk te maken of misschien om het verband te leggen met de Schriften?

Ik herinner me dat, bij het overbrengen van een heel droevig bericht over iemand die ‘veel te vroeg’ gestorven was, de ander reageerde met een geschrokken gezicht: ‘Het is toch niet wáár?!’ Het was wél waar.

Tot driemaal toe laat Marcus Jezus hetzelfde bericht doorgeven, eigenlijk om zijn leerlingen erop voor te bereiden, dat er iets met Hem gaat gebeuren, maar het bericht komt ook na drie keer niet echt binnen.
Is het voor ons herkenbaar dat we de confrontatie met het lijden niet altijd aankunnen, onze ‘oren’ en ons hart ervoor sluiten?

De veertigdagentijd is een periode waarin we ons kunnen oefenen in het durven zien van de werkelijkheid zoals die is. De werkelijkheid van ons eigen lijden, en de werkelijkheid van het lijden van de mensheid, én het lijden van Jezus, waarin ook ons lijden vervat is. Het zien van andermans/-vrouws lijden zal ons aanzetten om waar mogelijk, ook de ander daarin nabij te zijn, zoals Jezus ons daarin voorging.
Ons leven is een deelname aan, en tegelijkertijd een onderdeel van het lijden van Jezus.

Het heeft ook dezelfde ontwikkeling, namelijk de doortocht naar de overwinning van het lijden, het Pasen, van Hem en van ons. Het lijden en de dood hebben nooit het laatste woord voor ieder die dit durft en kan geloven.

Laten wij samen bidden …

Goede Vader,
U kent ons verdriet, ons lijden.
We kunnen er niet zo goed mee omgaan,
ook niet met het lijden van de hele wereld.
We begrijpen niet dat, onder andere,
oorlogen blijven voortduren.
Het maakt ons soms opstandig
en tegelijk machteloos.
Geef ons de kracht en de moed
om ons binnenste open te houden
voor Uw nabijheid.
Help ons om te vertrouwen
als we ons hopeloos voelen.
Wij willen wel geloven,
maar kunnen het bijna niet.
Wees ons nabij
in de kracht van Jezus uw Zoon
die ons is voorgegaan
naar de weg ten LEVEN.
Amen!

We wensen jullie een vruchtbare veertigdagentijd toe. Vertrouw op de God die ál onze wegen kent! Ook de moeilijke. En blijf je ervan bewust, dat kracht juist in zwakheid tot volle bloei kan komen! Dat is genade!

Ricky Rieter

 

 

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.
Omdat er soms niet toelaatbare berichten werden achtergelaten, zal je reactie na acceptatie worden geplaatst.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.