donderdag in week 29 door het jaar

Uit de brief van Paulus aan de Romeinen 6, 19-23

De zonde maakt de mensen steeds minder vrij. Zij plooit hen op zichzelf. De mens komt hier maar uit als hij open komt voor de God en de medemens. Deze openheid getuigt van Christus die ons daartoe wil bevrijden.

Broeders en zusters,
ik gebruik menselijke termen omdat u zwakke mensen bent. Zoals u zich ooit in dienst stelde van zedeloosheid en onrecht om een wetteloos leven te leiden, zo stelt u zich nu in dienst van de gerechtigheid om heilig te leven. Toen u nog slaven van de zonde was, was u niet gebonden aan de gerechtigheid. Wat hebt u daarmee geoogst? Dingen waarvoor u zich nu schaamt, want ze leiden tot de dood. Maar nu, bevrijd van de zonde en in dienst van God, oogst u een leven in heiligheid en uiteindelijk het eeuwige leven. Het loon van de zonde is de dood, maar de genade die God schenkt is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Heer.

Psalm 1

Refr.: Gelukkig die mens die op de Heer zijn hoop stelt.

Gelukkig de mens
die niet meegaat met wie kwaad doen,
die de weg van zondaars niet betreedt,
bij spotters niet aan tafel zit,
maar vreugde vindt in de wet van de Heer
en zich verdiept in zijn wet, dag en nacht.

Hij zal zijn als een boom,
geplant aan stromend water.
Op tijd draagt hij vrucht,
zijn bladeren verdorren niet.
Alles wat hij doet komt tot bloei.

Zo niet de wettelozen!
Zij zijn als kaf
dat verwaait in de wind.

Wettelozen houden niet stand waar recht heerst,
zondaars niet in de kring van de rechtvaardigen.
De Heer beschermt de weg van de rechtvaardigen,
de weg van de wettelozen loopt dood.

Alleluia. (ps. 119, 88)
Blijf mij trouw, laat mij leven, Heer,
dan houd ik mij aan de richtlijn uit uw mond.
Alleluia.


Uit het evangelie volgens Lucas 12, 49-53

Christus’ zending is zo veeleisend dat niet iedereen haar onverdeeld aanvaardt. Zelfs onder vrienden en verwanten kan ze zodoende verdeeldheid teweegbrengen. Voor Hem zelf bracht ze mee dat Hij als het ware erin gedompeld werd. Eenmaal door lijden en dood heen, doopt Hij ook de christenen op deze weg. Maar Hij verzekert hen zijn Geest.

Jezus sprak:
‘Ik ben gekomen om op aarde een vuur te ontsteken, en wat zou Ik graag willen dat het al brandde! Ik moet een doop ondergaan, en Ik word hevig gekweld zolang die niet volbracht is. Denken jullie dat Ik gekomen ben om vrede te brengen op aarde? Integendeel, Ik zeg jullie dat Ik verdeeldheid kom brengen. Van nu af aan zullen vijf in één huis verdeeld zijn: drie tegen twee en twee tegen drie. De vader zal tegenover zijn zoon staan en de zoon tegenover zijn vader, de moeder tegenover haar dochter en de dochter tegenover haar moeder, de schoonmoeder tegenover haar schoondochter en de schoondochter tegenover haar schoonmoeder.’

Van Woord naar leven

Vandaag lezen we bij Paulus aan de christenen van Rome: ‘Het loon van de zonde is de dood, maar de genade die God schenkt is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Heer.’

Elke mens is geroepen te leven, en wel ten volle. Voor een christen betekent dit: een leven leiden in God, vanuit Christus’ aanwezigheid die hem bewoont. Of anders gezegd: Christus door hem, met hem, in hem. Het betekent in naam van Christus, en verinnigt in Hem, Gods goedheid zijn doorheen gebed en daden van goedheid. Hiermee beantwoordt de christen aan z’n oerroeping, namelijk het geschapen zijn naar Gods beeld en gelijkenis. Door Gods liefde te belichamen vindt hij ook zijn diepste identiteit. En dat doet hem leven; nu reeds, en over de dood heen, tot in de eeuwigheid.

Wie de zonde bemint en koestert, wie haar voedt en alle kansen biedt om tot ontplooiing te laten komen in zichzelf, begeeft zich in een dood-lopend straatje. Hij zoekt vreugde en bevrediging in oppervlakkig geluk door zijn ego de enige beweegreden te laten zijn van zijn bestaan, maar in de diepte vervreemdt hij zich van God, waardoor zijn ziel verdort en zijn hart als plaats van liefde sterft.

Vandaag een oproep om te kiezen voor het leven. De sleutel om hierin te slagen, zo lezen we bij Paulus, is ‘de genade’. Geen eigen krachtpatserij, geen zelfredding, maar de hulp, de genade van de Heer. Denk aan Theresia van Lisieux die ons spreekt over de ontdekking van haar korte (of kleine) weg: heiligheid hangt niet af van eigen prestaties, maar enkel van de genade die de Heer geeft.

Moeten we dan zelf niets doen? Hangt het dan enkel af van God? Dit laatste zou een grote vergissing zijn. God heeft ons wel degelijk nodig. Wat Hij vraagt is onze keuze voor Hem: ons ja-woord. Hij vraagt onze overgave aan Hem, opdat Hij kan doen wat Hij zo graag wilt doen: ons in Christus omvormen tot zijn liefde, zodat Hij door ons heen en verinnigd met ons kan leven: bidden, zingen, dansen, werken.

Ons toevertrouwen aan Christus… dat is de keuze die wij kunnen, en in zekere zin moeten, maken. Op deze wijze kan de Heer zijn werk doen, zijn genade schenken, die we zo nodig hebben om die mensen te worden die God voor ons droomt.

Laten we vooral niet denken dat deze weg een pad is vol rozenblaadjes, waar het geluksgevoel alom tegenwoordig is. Oh nee. Ware overgave aan de Heer zal een omvorming in ons tot stand brengen die van die aard is dat het ons ongetwijfeld zal brengen tot op het kruis van de Heer. En dan zijn we bij het evangelie van vandaag, dat ons uitnodigt niet halvelings te kiezen, maar ten volle, met een gezonde radicaliteit. Met alle gevolgen van dien. De omvorming door Christus aan ons gedaan, kan namelijk verdeeldheid teweeg tussen hen die kiezen voor Gods liefde en hen die zich ertegen verzetten. Dit kan verdeeldheid zaaien binnen gezinnen, families, kennissenkringen, op werkvloeren of waar dan ook. Pijnlijk.

Wat we dan zullen moeten leren is, zoals Jezus, deze pijn omarmen, haar liefhebben ons bewust zijnde dat ze wezenlijk hoort bij het volgen van de Waarheid. Haar liefhebben betekent Gods liefde bewaren, nederig blijven, niet en nooit veroordelen, maar juist vergevingsgezind in Gods barmhartigheid de ander altijd beminnend; nederig, afdalend, moedig.

Moge de Heer met ons deze weg gaan.

kris

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer,
help ons in U te kiezen voor God, voor het volle leven. Omwille van de wereld waartoe Gij ons zendt.
Om deze genade bidden we, in uw naam. Amen.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.