donderdag in week 6 door het jaar

Uit het boek Genesis 9, 1-13

Het verbond, dat God sloot met de mensen, krijgt steeds vastere vorm. Na de zondvloed herhaalt God zijn vredelievende bedoelingen met de mensen. Reeds bij de schepping had Hij aan de mensen alles in handen gegeven. Maar de mensen waren ontrouw. Ondanks deze ontrouw blijft toch alles aan hen gegeven.

God zegende Noach en zijn zonen; Hij zei tegen hen: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk en bevolk de aarde. De dieren die in het wild leven, de vogels van de hemel, de dieren die op de aardbodem rondkruipen en de vissen van de zee zullen ontzag en angst voor jullie voelen – ze zijn in jullie macht. Alles wat leeft en beweegt zal jullie tot voedsel dienen; dit alles geef Ik je, zoals Ik je ook de planten heb gegeven. Maar vlees waarin nog leven is, waar nog bloed in zit, mag je niet eten. En Ik zal genoegdoening eisen wanneer jullie eigen bloed, waarin je levenskracht schuilt, wordt vergoten; Ik eis daarvoor genoegdoening van mens en dier. Van iedereen die zijn medemens doodt, eis Ik genoegdoening. Wie bloed van mensen vergiet, diens bloed wordt door mensen vergoten, want God heeft de mens als zijn evenbeeld gemaakt. Wees vruchtbaar en word talrijk, en verspreid je over de hele aarde.’
Ook zei God tegen Noach en zijn zonen: ‘Hierbij sluit Ik een verbond met jullie en met je nakomelingen, en met alle levende wezens die bij jullie zijn: vogels, vee en wilde dieren, met alles wat uit de ark is gekomen, alle dieren op aarde. Ik sluit met jullie dit verbond: nooit weer zal alles wat leeft door het water van een vloed worden uitgeroeid, nooit weer zal er een zondvloed komen om de aarde te vernietigen. En dit,’ zei God, ‘zal voor alle komende generaties het teken zijn van het verbond tussen Mij en jullie en alle levende wezens bij jullie: 13Ik plaats mijn boog in de wolken; die zal het teken zijn van het verbond tussen Mij en de aarde. 

Psalm 102, 16 + 17 + 18 + 19 + 20 + 21

Refr.: De Heer buigt zich neer naar de aarde.

Alle volken zullen de Naam van de Heer vrezen,
alle koningen van de aarde zijn majesteit eren
als de Heer Sion heeft opgebouwd
en in majesteit is verschenen,
als Hij zich neigt tot het gebed van de ontheemden
en zich van hun bidden niet afkeert.

Laat dit voor het nageslacht worden opgeschreven,
dan zal een herboren volk de Heer loven
als de Heer heeft neergezien van zijn heilige hoogte,
zich vanuit de hemel naar de aarde heeft neergebogen
om het zuchten van gevangenen te horen,
om vrij te laten wie de dood nabij zijn.

Vers voor het evangelie (2 Tes 2, 14)

Alleluia.
God heeft u geroepen
door het evangelie
dat wij u verkondigd hebben
en waardoor u zult delen
in de luister
van onze Heer Jezus Christus. 
Alleluia.

Uit het evangelie volgens Marcus 8, 27-33

Na anderhalf jaar samenzijn, in het midden van zijn openbaar leven, vraagt Jezus wat men van Hem denkt. Petrus ziet in Hem meer dan een profeet. In naam van de twaalf belijdt hij dat Jezus de messias is. Maar als Jezus hen duidelijk maakt hoe zijn messias-zijn Hem zal brengen tot lijden en kruisdood, en tot verrijzenis, dan begrijpen ze het niet. Wie Christus wil volgen zal de weg van de Heer moeten gaan, zich laten omhelzen door de kruisgenade, om te kunnen delen in zijn verrijzenis.

Jezus vertrok met zijn leerlingen naar de dorpen in de buurt van Caesarea Filippi. Onderweg vroeg Hij aan zijn leerlingen: ‘Wie zeggen de mensen dat Ik ben?’ 
Ze antwoordden: ‘Johannes de Doper, en anderen zeggen Elia, en weer anderen zeggen dat U een van de profeten bent.’ 
Toen vroeg Hij hun: ‘En jullie, wie zeggen jullie dat Ik ben?’
Petrus antwoordde: ‘U bent de messias.’ 
Hij verbood hun uitdrukkelijk om met iemand hierover te spreken.

Hij begon hun te leren dat de Mensenzoon veel zou moeten lijden en door de oudsten van het volk, de hogepriesters en de schriftgeleerden verworpen zou worden, en dat Hij gedood zou worden, maar drie dagen later zou opstaan; Hij sprak hierover in alle openheid.
Toen nam Petrus Hem apart en begon Hem fel terecht te wijzen. 
Maar Hij draaide zich om, keek zijn leerlingen aan en wees Petrus streng terecht met de woorden: ‘Ga terug, Satan, achter Mij! Jij denkt niet aan wat God wil, maar alleen aan wat mensen willen.’

Van Woord naar leven

Ook zei God tegen Noach en zijn zonen: ‘Hierbij sluit Ik een verbond met jullie en met je nakomelingen, en met alle levende wezens die bij jullie zijn’.

God die een verbond sluit met de mensheid… Dát, geliefde mensen, is dé Bijbelse (blijde) boodschap bij uitstek: God die in relatie treedt met de mens. Het is de oorsprong, de kern, de spirit van het heel Bijbelse verhaal. Voor ons christenen zou het het hart moeten zijn van ons gelovig leven.

In zijn eerste brief drukt Johannes het zo uit: ‘Het wezenlijke van de liefde is niet dat wij God hebben liefgehad, maar dat Hij ons heeft liefgehad en zijn Zoon heeft gezonden om verzoening te brengen voor onze zonden.’ (1 Joh 4, 10)

God is liefde, en het eigene aan liefde is dat het niet op zichzelf wil bestaan. Ze wil zichzelf delen. Ze wil anderen tot haar deelgenoot maken. En daarvoor richt God zich naar de mens, daalt Hij af, en schenkt zichzelf.

Doch, dit is één kant van het verhaal. Liefde vraagt namelijk ook wederkerigheid; tenminste wanneer we dit zien binnen een relatie. En daar God – die liefde is – relatie wil, vraagt dit dus van de mens wederliefde. Pas dán kan er sprake zijn van verbinding, gemeenschap en intimiteit.

Natuurlijk kun je ook liefhebben zonder wederkerigheid. In se heeft de liefde de ander niet nodig om lief te hebben. Maar God wil méér dan zomaar liefhebben. Hij wil in relatie treden met de mens. Opdat de mens vanuit deze relatie de liefde gestalte zou geven naar de medemens. In die zin wil God zich belichaamd zien in de mensheid; in het samenleven onder de mensen.

En om dit te bewerkstelligen gaat Hij een verbond met ons aan; gaat Hij met ons in relatie.

U en mij, ieder van ons, kiest Hij heel persoonlijk uit om zijn liefde te vertolken. Laten we deze uitverkiezing, deze roeping, ernstig nemen en diep koesteren. Laten we haar beantwoorden door God, én medemens van harte te beminnen; ver voorbij de intentie.

Laten wij bidden …

Goede Vader,
wij danken U om uw verbond,
om uw liefde voor ieder mensenkind.
Moge wij uw liefde beantwoorden
door uw goedheid te zijn
voor allen die Gij ons toevertrouwt.
In Christus, onze Broeder en Heer.
Amen.

Een minne-volle donderdag,
kris

 

 

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.
Omdat er soms niet toelaatbare berichten werden achtergelaten, zal je reactie na acceptatie worden geplaatst.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.