Doop van de Heer – A

Feest

Bij de geboorte en het doopsel van een kind leven er bij de ouders, bij peter en meter heel wat verwachtingen en dromen. Toch zal het kind later als volwassene zijn eigen levensopdracht moeten ontvangen en uitbouwen. Het zijn Gods plannen die de menselijke roeping bepalen, al vergeten wij dat vaak.
Bij zijn doop wordt Jezus bevestigd in zijn eigenheid en zending. Als de veelgeliefde Zoon van God zal Hij een dienaar van gerechtigheid zijn, een levend teken van Gods Verbond en een licht voor de volken.
Voor ons is deze dag een uitnodiging tot bezinning over onze roeping als gedoopte, en een aansporing om echt de keuze te maken in Gods wil te gaan staan.


Uit de profeet Jesaja 42, 1-4 + 6-7

Zonder twijfel kende Jezus deze profetie van Jesaja. Zij verwees allereerst naar een uitgelezen deel van het volk: de heilige Rest, voorafbeelding van wat eens de Messias zal zijn. Deze uitverkoren Dienaar van God krijgt de opdracht het heil te brengen aan Israël en reeds aan alle naties de kracht en het licht van de ware God te laten aanvoelen.

Zo spreekt de Heer:
‘Hier is mijn dienaar, hem zal Ik steunen, hij is mijn uitverkorene, in hem vind Ik vreugde, Ik heb hem met mijn geest vervuld. Hij zal alle volken het recht doen kennen. Hij schreeuwt niet, hij verheft zijn stem niet, hij roept niet luidkeels in het openbaar; het geknakte riet breekt hij niet af, de kwijnende vlam zal hij niet doven. Het recht zal hij zuiver doen kennen. Hij zal niet uitdoven en niet breken tot hij op aarde het recht heeft gevestigd; de eilanden zien naar zijn onderricht uit.
In gerechtigheid heb Ik, de Heer, jou geroepen. Ik zal je bij de hand nemen en je behoeden, Ik neem je in dienst voor mijn verbond met het volk en maak je tot een licht voor alle volken, om blinden de ogen te openen, om gevangenen te bevrijden uit de kerker, wie in het duister zitten uit de gevangenis.


Gezongen antwoordpsalm 29

(Tekst onder geluidsfragment)

Refr.: God zegent zijn volk met vrede.

Huldig de Heer, alle kinderen Gods,
huldig de Heer om zijn glorie en macht.
Huldig de Heer om de roem van zijn Naam,
kniel voor Hem neer voor zijn heilige luister.

De stem van de Heer schalt over het water,
Gods majesteit roept van over de zee.
De stem van de Heer met dreunend geweld,
de stem van de Heer, ontzagwekkend!

Gods majesteit roept van over de zee,
zijn tempel weergalmt van zijn glorie.
De Heer troont boven het firmament,
daar zetelt Hij eeuwig als koning.


Uit de Handelingen van de Apostelen 10, 34-38

Petrus schetst de grote momenten van Jezus’ leven te beginnen met de zalving door de Geest bij het doopsel in de Jordaan. Dit verkondigt Petrus in het huis van een honderdman van het Romeinse leger. Hij is de eerste heiden die, evenwaardig aan de kinderen van het uitverkoren volk, de heilige Geest ontvangt.

Petrus nam het woord en zei:
‘Nu begrijp ik pas goed dat God geen onderscheid maakt tussen mensen, maar zich het lot aantrekt van iedereen, uit welk volk dan ook, die Hem vereert en rechtvaardig handelt. God heeft aan de Israëlieten bekendgemaakt dat Hij door Jezus Christus het goede nieuws van de vrede is komen brengen. Deze Jezus is de Heer van alle mensen. 
U weet wat er in heel het Joodse land is gebeurd, hoe het begon in Galilea, hoe God, na de doop waartoe Johannes opriep, Jezus van Nazaret met de heilige Geest heeft gezalfd en met kracht heeft bekleed. Hij trok als weldoener door het land en genas iedereen die in de macht van de duivel was, want God stond Hem bij.’


Vers voor het evangelie (Mc 9, 7)

Alleluia.
Toen kwam er een wolk,
die hen overdekte,
en uit de wolk klonk een stem:
‘Dit is mijn geliefde Zoon,
luister naar Hem!’
Alleluia.


Uit het evangelie volgens Matteüs 3, 13-17

Bezorgd om de vervulling van ‘wat is vastgesteld’ wil Jezus door Johannes gedoopt worden. Hij wordt zich bewust van zijn roeping ten dienste van het volk Gods. Hij zal immers de toekomst van dit volk op zich nemen. Aan de stem van de Vader herkennen de gelovigen dat Christus werkelijk de welbeminde is van God, die de zonde van de wereld draagt en wegneemt.

In die dagen kwam Jezus vanuit Galilea naar de Jordaan om door Johannes gedoopt te worden. 
Johannes probeerde Hem tegen te houden met de woorden: ‘Ik zou door U gedoopt moeten worden, en dan komt U naar mij?’ 
Maar Jezus antwoordde: ‘Toch moet je het doen, want zo dienen wij de gerechtigheid geheel en al tot vervulling te brengen.’
Toen deed Johannes het. 
Zodra Jezus gedoopt was en uit het water omhoogkwam, opende de hemel zich voor Hem en zag Hij hoe de Geest van God als een duif op Hem neerdaalde. En uit de hemel klonk een stem: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, in Hem vind Ik vreugde.’

Van Woord naar leven

Uit de hemel klonk een stem: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, in Hem vind Ik vreugde.’

Het was de stem van de Vader die in het vuur van de Geest zijn liefde voor zijn Zoon uitzong. Jezus is niet enkel zijn geliefde Zoon, Hij vindt ook vreugde in Hem.

Deze woorden mogen wij steeds opnieuw beluisteren wanneer we in de spiegel van ons eigen doopsel kijken. Want ook toen, bij ons doopsel, sprak de Vader tot ieder van ons in de liefde van zijn Geest: ‘Gij zijt mijn geliefde dochter/zoon, in u vind Ik vreugde.’
Bij het doopsel worden we immers opgenomen in Christus zelf. Hoe zou de Vader, die ook de Zoon bemint, dan ook niet zijn kinderen beminnen. Doorheen de Zoon bemint Hij immers ieder van ons, vindt Hij vreugde in ons.

Laten we dagelijks drinken aan de genade ons bij het doopsel geschonken. De doop is immers een bron van levend water die niet ophoudt te vloeien. Bedoeling is dagelijks bij deze bron te vertoeven, er van te drinken. Steeds weer opnieuw zullen we vervuld worden met Gods Woord: ‘Gij zijt mijn geliefd kind, in u vind Ik vreugde’.

Laten we Gods vreugde niet beschamen. Maar laten we vanuit de doopgenade in het leven staan, doen wat we moeten doen, laten wat we moeten laten, om verenigd met de Heer Gods goedheid te bezingen naar allen die God op ons levenspad brengt.

Een vreugdevolle feestdag,

kris

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Vader,
tot ieder van ons hebt Gij bij het doopsel gezegd: ‘Gij zijt mijn geliefd kind, in u vind Ik vreugde’. Geef dat het doopsel een bron mag zijn van blijvende genade: Jezus zelf die om omhelst met zijn goddelijke goedheid. Moge het doopsel ons leven richting geven, ons blijvend begeleiden in al ons doen en laten.
Kom heilige Geest, laat ons laven aan de bron van ons doopsel.
Alle dagen van ons leven.
Amen.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.