Engelen op de weg ~ Broederlijkheid in woord en daad

Voor de Internationale Dag van de Menselijke Broederlijkheid verzamelt TAU verhalen van broederlijkheid. Wies Beckers kroop alvast in de pen.

Tijdens mijn loopbaan als verpleegkundige had ik een jongere collega Risa. Opgegroeid in Tsjetsjenië, vluchtte ze er 15 jaar geleden voor de oorlog en kon ze in Vlaanderen een nieuw leven opbouwen. Ze huwde, werd moeder van 4 kinderen en ging aan het werk als zorgkundige. Op een avond bracht ze zoete gebakjes mee. Het was Suikerfeest en dat hoorde gevierd te worden, ook met collega’s.  Pas toen drong het tot me door dat Risa een moslima was. Ik was verrast en tegelijk ook nieuwsgierig.

​En wat begon als een aarzelend gesprek, ontvouwde zich gaandeweg naar een diep delen van ons geloof. Geen oppervlakkige informatie maar direct naar de persoonlijke relatie tot God, Allah, de Levengevende. 

We vonden tamelijk vlug een gemeenschappelijke grond. 

Wat betekent God in mijn dagelijks leven? Wat heb ik aan mijn geloof als ik worstel met moeilijkheden in mijn relaties?  Vind ik er kracht om mild te zijn voor de ander en voor mezelf?

In onze werksituatie kreeg Risa steeds meer verantwoordelijkheid. Er ging een nieuwe wereld voor haar open. Ze werd zelfzekerder en daardoor ook bewuster. Gaandeweg veranderde haar zelfbeeld mee. Ze vertrouwde me toe dat het best moeilijk was om thuis haar plaats te vinden als echtgenote, als moeder en als schoondochter. Het zoeken naar een evenwicht in de nieuwe omstandigheden ging vaak gepaard met frustraties en boosheid. Tijdens de pauzes kon ze haar ergernis verwoorden. Hevig soms. 

Nu eens een klaaglied, dan weer als het  gegrom van een boze wolf. 

Ik werd er door geraakt en voelde me als collega, als moeder, maar vooral als vrouw in verzet komen.  Maar ik wou geen negativiteit toevoegen aan haar situatie. Veeleer koos ik er voor om op een verbindende manier te reageren zonder haar gevoelens te negeren.

Want boosheid is een erg positieve emotie. Ze toont dat we geraakt worden, dat er belangrijke waarden op het spel staan. Boosheid vraagt om gezien en gehoord te worden. Boosheid maakt veel energie wakker in ons lichaam om te reageren. Maar hoe reageren we dan?  Impulsief? Of komen we los van de emotie en gaan we er mee in gesprek: ‘Dag boosheid, wat heb je me te vertellen? Welk verlangen wil je zo dringend verdedigen? Dank je, dat je mij daarop attent maakt.’ Zit er in elk van ons niet een kleine wolf van Gubbio? En zit er in elk van ons ook niet een Franciscus die de wolf als broeder aanspreekt? De eigen schaduw tot vriend maakt?

Zo vertelde ik aan Risa een ‘oud’ verhaal, door moslims goed gekend. Hagar, zwanger van Abrahams eerstgeborene, loopt in haar boosheid weg, de woestijn in. Zo keert haar woede zich tegen haar zelf. Echter, ze ontmoet er een engel die haar terugstuurt naar de veiligheid van de clan en met de belofte van Gods zegen. Genesis 16 brengt ons hiermee een boodschap van eenheid in plaats van verdeeldheid. Een verhaal helpt om wat afstand te nemen van de overheersende emoties. 

Als mijn levensverhaal verbonden wordt met het geloofsverhaal ontstaat er een nieuw perspectief, met zicht op toekomst.

Risa luisterde aandachtig. Ze herkende zich in het verhaal en de duiding daaromtrent. De woorden mochten bij haar binnen komen en ik wist dat ze er in de loop van de volgende dagen mee aan het werk zou gaan. Ik van mijn kant leerde om mijn betrokkenheid over te dragen in de handen van de Barmhartige, om te geloven in haar innerlijke kracht en te bidden voor engelen op onze weg.​

De omstandigheden in Risa’s leven zijn soms nog uitdagend. Maar ze vindt telkens weer de energie om zich te keren naar het Licht, naar de Geduldige. Zoals een lotus bloeit in troebel water, zo ‘ontsluiert’ Risa steeds meer haar ware gelaat en schittert ze als een bloem in het zonlicht. Zo behaagt het Allah, de Luisterrijke.

Wies Beckers ~ 4 februari, Internationale Dag van de Menselijke Broederlijkheid

Bron: Kerknet.be