Geen huichelarij, maar een ja die een ja & een nee die een nee is

In zijn catechese over Paulus’ Galatenbrief in de algemene audiëntie van woensdag 25 augustus 2021 sprak de paus over de gevaren van de Wet.

Broeders en zusters, goedendag!

De brief aan de Galaten brengt een eerder verrassend feit aan. Zoals we gehoord hebben zegt Paulus dat hij Kefas berispt heeft in het bijzijn van de gemeenschap van Antiochië omdat zijn gedrag niet goed was. Wat was er aan ernstigs gebeurd dat Paulus zich genoodzaakt voelde om Petrus met harde woorden aan te spreken? Heeft Paulus misschien overdreven, heeft hij zich door zijn karakter laten leiden en zich niet kunnen beheersen?  We zullen zien dat het niet zo is maar dat andermaal de verhouding tussen Wet en vrijheid in het geding is. We moeten hier vaak op terugkomen.

Besnijdenis

In zijn schrijven aan de Galaten komt Paulus doelbewust terug op een feit dat jaren geleden in Antiochië was gebeurd. Hij wil aan de christenen van die gemeenschap herinneren dat ze absoluut geen gehoor moeten geven aan hen die de noodzaak van de besnijdenis verkondigden en dus ‘onder de Wet’ met al haar voorschriften te vallen. Wij herinneren ons wie die fundamentalistische predikanten waren die daar aankwamen, verwarring hebben gesticht en de vrede in die gemeenschap hebben verstoord.

Voorwerp van kritiek ten aanzien van Petrus was zijn gedrag van deelname aan de maaltijd.

De Wet verbood aan een jood met een niet-jood de maaltijd te gebruiken. Maar Petrus zelf was, in andere omstandigheden, in Caesarea naar het huis van de honderdman Cornelius gegaan, wel wetende dat hij zo de Wet overtrad. Toen zei hij: Gij weet dat het voor een Jood tegen de wet is omgang te hebben met iemand van een ander volk of bij hem aan huis te komen; maar mij heeft God duidelijk gemaakt, dat men geen enkel mens onheilig of onrein mag noemen. (Hnd 10,28). Toen hij terug in Jeruzalem kwam, verweten de besneden christen die trouw aan de Wet waren, hem zijn gedrag. Maar hij verantwoorde zich met deze woorden: Toen dacht ik terug aan het woord van de Heer, hoe Hij gezegd had: Johannes doopte met water, maar gij zult gedoopt worden met de Heilige Geest. Indien God hun nu dezelfde gave gegeven heeft als aan ons, die reeds geloofden in de Heer Jezus Christus, hoe zou ik dan in staat geweest zijn God tegen te houden? (Hnd 11, 16-17). Wij herinneren ons ook dat de Heilige Geest in het huis van Cornelius kwam op het ogenblik dat Petrus daar was.

Goede indruk maken

Een gelijkaardig feit had zich ook in Antiochië voorgedaan in aanwezigheid van Paulus. Eerst ging Petrus probleemloos aan tafel met de christenen uit het heidendom; maar toen enkele besneden christenen in de stad aankwamen, komende van Jeruzalem, – christenen uit het jodendom – toen deed hij dat niet langer om van hen geen kritiek te krijgen. En dat was zijn vergissing. Hij was gevoeliger voor de kritiek, om een goede indruk te maken.  In de ogen van Paulus was dat erg. Ook omdat Petrus werd nagevolgd door andere leerlingen, op de eerste plaats door Barnabas, die met Paulus de Galaten het Evangelie verkondigd had (cf. Gal 2,13). Zonder het te bedoelen, bracht Petrus door zijn handelwijze – van een beetje zus en een beetje zo, verward en ondoorzichtig – een feitelijke verdeeldheid in de gemeenschap: Ik ben rein … ik volg deze lijn, ik moet zo doen, dat mag je niet …

Huichelarij

In zijn berisping gebruikt Paulus – en dat is de kern van de zaak – een woord dat licht werpt op zijn reactie: huichelarij (cf. Gal 2,13). Het is een vaak terugkerend woord: huichelarij. Ik denk dat we allemaal verstaan wat het betekent. Het naleven van de Wet door christenen leidde tot een geveinsd gedrag, dat de apostel met kracht en overtuiging wil bestrijden. Paulus had gelijk, hij had zijn gebreken – vele en zijn karakter was verschrikkelijk – maar hij had gelijk. Wat is huichelarij? Wanneer we zeggen: dat is een huichelaar, wat bedoelen we dan eigenlijk? Wat is huichelarij? Men kan het noemen angst voor de waarheid.

Een huichelaar heeft angst voor de waarheid. Hij verkiest schijnen boven zijn wie men is.

Het is een vorm vermomming van de ziel, zijn gedragingen vermommen, zijn werkwijze vermommen: dat is niet de waarheid. Ik ben bang om te handelen zoals ik ben, en dus verberg ik mij achter deze gedragingen. De schijn maakt de moed onmogelijk om openlijk de waarheid te zeggen en zo onttrekt men zich gemakkelijk aan de verplichting om ze altijd, overal en ondanks alles te zeggen.

Schijn brengt je tot halve waarheden. En halve waarheden zijn schijn: want waarheid is waarheid of is het niet.

Halve waarheden zijn een handelwijze van niet waarachtig handelen. Zoals ik zegde: men verkiest schijn boven zichzelf zijn en de schijn maakt de moed onmogelijk om openlijk de waarheid te zeggen en zo onttrekt men zich aan de verplichting – en dat is een gebod – om ze altijd, overal en ondanks alles te zeggen. In een omgeving waar de relaties tussen mensen beleefd worden in het teken van formalisme verspreidt het virus van de huichelarij zich vlot. Een glimlach die niet uit het hart komt, trachten met iedereen goed te staan, maar met niemand …

De oude Eleazar

In de Bijbel vindt men verschillende voorbeelden van de bestrijding van huichelarij. Een mooi getuigenis over het bestrijden van huichelarij is dat van de oude Eleazar. Hem wordt gevraagd vlees te eten dat aan de heidense godheid is geofferd. Zo kan hij zijn leven redden. Hij doet alsof hij het eet, maar eet het niet. Hij doet alsof hij varkensvlees eet, maar zijn vrienden hadden ander vlees klaargemaakt. Deze godvrezende man zei: Op onze leeftijd past het niet te huichelen. Veel jonge mannen zouden dan geloven dat de negentigjarige Eleazar de zeden van de heidenen had aangenomen; en door mijn huichelarij, waardoor ik mijn leven een heel klein beetje kan verlengen, zouden zij op een dwaalspoor worden gebracht en daar ik voor die dwaling verantwoordelijk zou zijn, zou ik schande en smaad brengen over mijn oude dag. (2 Mak 6,24-25).

Eerlijk: hij bewandelt de weg van de huichelarij niet!

Het is een mooie bladzijde om na te denken over hoe zich te verwijderen van huichelarij! Ook de evangelies brengen verschillende situaties waarbij Jezus heel sterk hen berispt die vanbuiten rechtvaardig lijken, maar vanbinnen zijn ze vol valsheid en bedrog (cf. Mt 23,13-29). Als je vandaag wat tijd vrij hebt, neem dan hoofdstuk 23 van het evangelie volgens Matteüs en zie hoe vaak Jezus zegt: Huichelaars, huichelaars, huichelaars. Zo maakt Hij duidelijk wat huichelarij is.

Waarheid

Een huichelaar is iemand die doet alsof, die vleit en misleidt omdat men gemaskerd leeft en niet de moed heeft zich te confronteren met de waarheid. Daarom is men niet bekwaam om waarlijk te beminnen – een huichelaar kan niet liefhebben – men leeft van egoïsme en heeft de kracht niet om in alle openheid zijn hart te tonen. Er zijn veel situaties waarin men huichelarij kan vaststellen. Vaak verbergt ze zich op de werkvloer. Men doet pogingen om vrienden te lijken met de collega’s terwijl concurrentie tot steken in de rug voert. In de politiek is het niet ongebruikelijk dat men huichelaars vindt die gespleten leven tussen openbaar en privé.

Huichelarij in de Kerk is bijzonder afkeurenswaardig. Spijtig genoeg bestaat huichelarij in de Kerk.

Veel christenen en veel bedienaren zijn huichelaars. We zouden nooit de woorden van de Heer mogen vergeten: Maar uw ja moet ja zijn en uw neen, neen; en wat daar nog bij komt, is uit den boze. (Mt 5,37). Broeders en zusters, laten we vandaag denken aan wat Paulus veroordeelt en wat Jezus veroordeelt: huichelarij. Laten we niet bevreesd zijn waarachtig te zijn, de waarheid te zeggen, altijd de waarheid te horen en ons naar de waarheid te gedragen. Zo zullen we kunnen liefhebben. Een huichelaar kan niet beminnen.

Anders dan de waarheid doen, betekent: de eenheid van de Kerk in groot gevaar brengen, die waarvoor de Heer zelf heeft gebeden.