“Gelukkig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid ondervinden.”

Het maandelijkse ‘Woord van leven’ is een zin uit de Bijbel met een uitleg die wil helpen om de woorden in concreet leven om te zetten. De tekst wordt in 90 talen door de Focolarebeweging uitgegeven en bereikt wereldwijd miljoenen mensen. Hieronder het ‘Woord van leven’ voor deze maand november.

Gelukkig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid ondervinden.” Matteüs 5:7

Het is een vers uit wat wel de Bergrede van Jezus wordt genoemd. In het evangelie van Matteüs wordt de Bergrede geplaatst meteen na het begin van Jezus’ openbare leven. De berg wordt gezien als symbool van een nieuwe berg Sinaï. Daar ontving Mozes de tafelen van de wet. Nu is het Jezus, de nieuwe Mozes, die in zijn Bergrede zijn wet aanbiedt. Grote menigten waren Jezus gevolgd en op de berg spreekt Hij tot hen. Deze toespraak zijn de woorden die Jezus geeft aan eerste gemeenschap die rondom Hem aan het ontstaan is, aan degenen die later christenen zullen worden genoemd. Het zijn dus ook woorden voor ons,. Jezus spreekt over het ‘koninkrijk der hemelen’, dat de kern van zijn prediking is.[1] De zaligsprekingen uit de Bergrede vormen een soort manifest, een programma om het geluk en de vrijheid te vinden. De zaligsprekingen kun je zien als de samenvatting van heel de Blijde Boodschap.

Gelukkig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid ondervinden.

Negen keer wordt in de Bergrede het woord ‘gelukkig’ gebruikt. Deze uitdrukking staat voor bevoorrecht zijn, maar heeft ook de betekenis van gezegend zijn door God. Het gaat dan niet om een gedrag dat wordt beloond, maar om de kans om een beetje meer op God te lijken.Een van de eigenschappen van God is zijn barmhartigheid. Daarin kunnen we op Hem gelijken.

Maar wat is barmhartigheid? Letterlijk is het ‘hart hebben voor de arme’. Het is een letterlijke vertaling van het Latijnse misericordia. In het Hebreeuws lezen we hesed, dat wil zeggen onbaatzuchtige en verwelkomende liefde, klaar om te vergeven. De barmhartigen zijn degenen die een hart vol liefde hebben, concrete liefde die zich richt op de minsten, de behoeftigen, op degenen die deze belangeloze liefde nodig hebben. Een ander Hebreeuws woord voor barmhartigheid is ‘racham’; dat is verwand met het Hebreeuwse rehem, ‘baarmoeder’, het roept een goddelijke barmhartigheid zonder grenzen op, zoals het mededogen van een moeder voor haar kind. De zaligspreking van de barmhartigheid helpt ons in te zien dat we die buitengewone, overvloedige en immense liefde nodig hebben die God voor ieder van ons heeft.

Gelukkig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid ondervinden.

De zaligsprekingen betekenen een totale omvorming van ons denken. Het zijn niet alleen troostende woorden, ze hebben ook de kracht om ons hart te veranderen. Ze hebben de macht om een nieuwe samenleving te creëren.

Barmhartigheid is een liefde die niet afmeet, die overvloedig is, die naar iedereen uitgaat, die concreet handelt. Zo’n liefde roept liefde op en creëert gemeenschap, het uiteindelijke doel van de barmhartigheid. Wanneer we op de een of andere manier beledigd worden of onrechtvaardig worden behandeld, zal een barmhartig hart vergeven. En zullen we vergeving ontvangen.

Laten we zelf de eersten zijn die de stap zetten naar de ander, de eersten die medelijden hebben, zelfs als dat al te veel gevraagd lijkt. Vraag je op zo’n moment af hoe zijn of haar moeder zich zou hebben opgesteld.

Gelukkig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid ondervinden.

Een ouder echtpaar vertelt dat hun dochter na twee jaar huwelijk besloot om van haar man weg te gaan. De ouders namen haar weer op in hun huis. Het was niet gemakkelijk. In momenten van spanning probeerden zij hun dochter zonder enig oordeel en met veel geduld lief te hebben. Ze hielpen haar om de relatie met haar man niet te verbreken. Na drie maanden luisteren, hulp en gebed verzoende hun dochter zich weer met haar echtgenoot.

We zien hier hoe barmhartig zijn meer is dan helpen. Het gaat erom een groot hart te hebben. Met een barmhartig hart worden we waarvoor we geschapen zijn: beeld en gelijkenis van God.

Letizia Magri

Bron: Focolare