H. Jozef, bruidegom van de H. Maagd Maria

Hoogfeest

Veel dieper en inniger dan door welke eredienst ook wordt Jozef getekend door zijn fijngevoelige houding tegenover Maria. Wanneer bleek dat zijn verloofde zwanger was, kon Jozef niets anders aannemen dan dat Maria hem ontrouw was geweest. Hij wilde haar echter niet in opspraak brengen en besloot in stilte van haar te scheiden. Maar Jozef kreeg de zekerheid dat God de hand op Maria had gelegd, en in geloof stelde hij zijn verder leven in dienst van wat God wilde.

Uit het tweede boek Samuël 7, 4-5a + 12-14a + 16

God de Heer zal Hem de troon van zijn vader David schenken. (Lc 1,32)

In die dagen richtte de Heer zich tot Natan: 
‘Zeg tegen mijn dienaar, tegen David: “Wanneer je leven voorbij is en je bij je voorouders te ruste gaat, zal Ik je laten opvolgen door je eigen zoon en hem een bestendig koningschap schenken. Hij zal een huis bouwen voor mijn Naam, en Ik zal ervoor zorgen dat zijn koninklijke troon nooit wankelt. Ik zal een vader voor hem zijn en hij voor Mij een zoon. Jou stel Ik in het vooruitzicht dat je koningshuis eeuwig zal voortbestaan en je troon nooit zal wankelen.”’

Psalm 89, 2 + 3 + 4 + 5 + 27 + 29

Refr.: Zijn nageslacht zal blijven voor altijd.

Van uw liefde, Heer, wil ik eeuwig zingen,
van uw trouw getuigen, geslacht na geslacht.
Ik belijd: uw liefde houdt eeuwig stand,
uw trouw hebt U in de hemel gevestigd.

Ik heb met mijn uitverkorene een verbond gesloten,
aan mijn dienaar David gezworen:
Jouw dynastie zal Ik voor eeuwig vestigen,
je troon in stand houden, geslacht na geslacht.

Hij zal tot Mij roepen: “U bent mijn vader,
mijn God, de rots die mij redt!”
Mijn liefde zal hem altijd beschermen,
hecht is mijn verbond met hem.

Uit de brief van Paulus aan de Romeinen 4, 13 + 16-18 + 22

Tegen alle hoop in heeft Abraham geloofd.

Broeders en zusters,
niet door de wet ontvingen Abraham en zijn nageslacht de belofte dat ze de wereld zouden erven, maar door de rechtvaardigheid die het geloof schenkt. 
Maar de belofte berust op geloof, omdat ze een geschenk van God moest zijn. Want zo is ze van kracht voor heel het nageslacht, niet alleen voor hen die de wet hebben maar ook voor wie delen in het geloof van Abraham, die de vader is van ons allen. Er staat immers geschreven: ‘Ik maak je de vader van vele volken.’
En hij is dit ten overstaan van God, die de doden levend maakt en in het leven roept wat niet bestaat. In Hem stelde hij zijn vertrouwen. Zelfs toen alle hoop vervlogen was, bleef Abraham hopen en geloven dat hij de vader van vele volken zou worden, zoals hem was beloofd: ‘Zo talrijk zullen je nakomelingen zijn.’ 
Dát geloof werd hem als rechtvaardigheid toegerekend. 

Vers voor het evangelie (Ps 84, 5)

Gelukkig wie wonen in uw huis,
gedurig mogen zij U loven.

Uit het evangelie volgens Matteüs 1, 16 + 18-21 + 24a

Jozef deed zoals de engel van de Heer hem had opgedragen.

Jakob verwekte Jozef, de man van Maria. Bij haar werd Jezus verwekt, die Christus genoemd wordt.
De afkomst van Jezus Christus was als volgt. Toen zijn moeder Maria al was uitgehuwelijkt aan Jozef maar nog niet bij hem woonde, bleek ze zwanger te zijn door de heilige Geest. Haar man Jozef, die een rechtschapen mens was, wilde haar niet in opspraak brengen en dacht erover haar in stilte te verstoten. Toen hij dit overwoog, verscheen hem in een droom een engel van de Heer, die zei: ‘Jozef, zoon van David, wees niet bang je vrouw Maria bij je te nemen, want het kind dat ze draagt is verwekt door de heilige Geest. Ze zal een zoon baren. Geef Hem de naam Jezus, want Hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden.’
Jozef werd wakker en deed wat de engel van de Heer hem had opgedragen

Van Woord naar leven

Het evangelie van vandaag eindigt met: ‘Jozef werd wakker en deed wat de engel van de Heer hem had opgedragen.’

Jozef was een gehoorzaam man. Hij gaf gehoor aan wat God hem vroeg en daarom is hij heilig. Door zijn gehoorzaamheid kon het plan van God met hemzelf, met Maria en Jezus, en de mensheid, zich verder voltrekken.

Gehoorzaamheid… Het is ook onze roeping. Gehoor geven aan wat God vraagt maakt van onze wereld een samenleving naar Gods droom.

Wie gehoorzaam wil zijn aan God zal drie dingen in ’t oog moeten houden: Hij zal de kunst moeten verstaan om te ‘horen’. Hij zal bereid moeten zijn – beschikbaar –  om gehoor te kunnen geven. En hij zal zich moeten openen voor de genade te kunnen binnengaan in het ja-woord van Jezus tot de Vader. Dat is christelijke gehoorzaamheid.

Een Jood begint zijn ochtendgebed met de woorden ‘Luister Israël …’ Het komt uit Deut 6, waarin opgeroepen wordt ’te luisteren’. Het is misschien wel het meest essentiële van ons gebed: luisteren. Stilte, zwijgen, rustig zijn, leeg worden… wezenlijke elementen om tot waar gebed te komen. Wakker zijn in de stilte brengt ons in onze eigen woestijn waar God op ons wacht. Daar, tredend voor zijn Aanschijn, zal Hij spreken. Daarom niet met woorden, daarom niet voelbaar door ons, maar Hij zal spreken met zijn ‘zijn’. In het gebed van ons hart zal Hij ons opnemen in zijn eindeloze goedheid om onze ziel – in Christus – te transformeren naar zijn liefde. Dit gebeuren toelaten is de diepere betekenis van ‘luisteren’. Het is passief worden in het ‘zelf willen doen’, het is álles aan God overlaten. Het is bidden in de Geest.

Het spreekt voor zich dat deze vorm van gebed ‘beschikbaarheid’ vraagt. Mag ik God toebehoren? Wil ik er echt zijn voor Hem? Laat ik toe dat Hij mij opneemt? Ben ik bereid mezelf te schenken aan Hem? Vroeger noemde men dat ‘afsterven aan zijn ik’. In wezen is dat waar: ik moet bereid zijn te sterven aan alles wat ik zelf in handen wil nemen en daardoor God buiten schut zet. Het gaat om innerlijke armoede, God God laten zijn. Zoals Johannes de Doper het zei: ‘Hij steeds groter, ik steeds kleiner.’
Ook de angst om onszelf te verliezen zouden we moeten achterlaten. Wie het klaarspeelt zich werkelijk te geven aan God zal z’n meest ware identiteit vinden.

En dan intreden in het ja-woord van Jezus. Christelijk gebed is binnengaan in het ja-woord van Christus tot de Vader. Het is bidden in zijn naam, toelatend dat Hij zich verenigt met u. Verinnigd met ons zal Hij voort-durend zijn ‘ja’ uitspreken tot de Vader. Hij in ons, wij in Hem. Wie zo bidt zal in de woestijn van zijn hart een onuitsprekelijk vrede ervaren, omdat Hij in Gods stroom staat.

Ware gehoorzaamheid aan God is je toevertrouwen aan het zachte vuur van Gods heilige Geest dat in je brandt.

Moge deze veertigdagentijd ons ten diepste tot gehoorzame mensen maken.

Laten wij bidden …

Jozef, goede broeder,
dank om uw ja-woord tot de Vader.
Bid voor ons,
opdat wij naar uw voorbeeld
‘ja’ mogen zeggen tot God,
‘ja’ tot zijn wil met ons leven.
Moge God ons de genade schenken
arm te kunnen staan voor Hem,
bereid te treden in het ja-woord van de Heer.
Heilige Jozef, bid voor ons.
Amen.

Een zalige hoogdag,
kris

 

 

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.