H. Laurentius, diaken en martelaar

Feest – eigen lezingen

Diaken-zijn was in de eerste kerk een veeleisende taak, een full-time bezigheid: armenzorg, begeleiding van geloofsleerlingen, prediking. Laurentius heeft deze taak steeds goed volbracht, zelfs in de penibele omstandigheden van de vervolging. Hij was een vindingrijk en bekwaam beheerder. Om de goederen van de kerk te beschermen tegen de groeiende roofzucht van de vervolgers, deelde hij ze maar meteen uit aan de armen. Samen met Petrus en Paulus is hij de beschermheilige van de stad Rome.
De liturgie besteedt eigen lezingen aan dit feest.


Uit de tweede brief van Paulus aan de Korintiërs 9, 6-10

God heeft lief wie blijmoedig geeft.

Broeders en zusters,
bedenk dit: wie karig zaait, zal karig oogsten; wie overvloedig zaait, zal overvloedig oogsten. Laat ieder zo veel geven als hij zelf besloten heeft, zonder tegenzin of dwang, want God heeft lief wie blijmoedig geeft. God heeft de macht u te overstelpen met al zijn gaven, zodat u altijd en in alle opzichten voldoende voor uzelf hebt en ook nog ruimschoots kunt bijdragen aan allerlei goed werk. Zo staat er geschreven: ‘Gul deelt hij uit aan de armen, zijn rechtvaardigheid houdt stand, voor altijd.’ 
God, die zaad geeft om te zaaien en brood om te eten, zal ook u zaad geven en het laten ontkiemen, zodat uw vrijgevigheid een rijke oogst opbrengt. 

Psalm 112, 1 + 2 + 5 + 6 + 7 + 8 + 9

Refr.: Goed gaat het wie genadig is en vrijgevig.

Gelukkig de mens die ontzag heeft voor de Heer
en grote liefde voor zijn geboden.
Zijn nageslacht geniet aanzien in het hele land,
de oprechten worden gezegend.

Goed gaat het wie genadig is en vrijgevig,
wie zijn zaken eerlijk behartigt.
De rechtvaardige komt nooit ten val,
men zal hem eeuwig gedenken.

Voor slechte tijding vreest hij niet,
zijn hart is gerust: hij vertrouwt op de Heer.
Standvastig is zijn hart en zonder vrees.
Aan het eind ziet hij zijn vijanden verslagen.

Gul deelt hij uit aan de armen,
zijn rechtvaardigheid houdt stand, voor altijd,
hij zal stijgen in aanzien en eer.

Vers voor het evangelie (Joh 8, 12)

Alleluia.
Ik ben het licht voor de wereld, zegt de Heer.
Wie Mij volgt loopt nooit meer in de duisternis,
maar heeft licht dat leven geeft.
Alleluia.

Uit het evangelie volgens Johannes 12, 24-26

‘Wie Mij dient moet Mij volgen’

Jezus sprak:
‘Werkelijk, Ik verzeker u, als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft het één graankorrel, maar wanneer hij sterft brengt hij veel vruchten voort. 
Wie zich aan zijn leven vastklampt, verliest het, maar wie in deze wereld zijn leven loslaat, behoudt het voor het eeuwige leven. 
Wie Mij dient moet Mij volgen: waar Ik ben zal ook mijn dienaar zijn, en wie Mij dient zal door de Vader geëerd worden.’

Van Woord naar leven

STERVEN OM TE LEVEN

‘Als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft het één graankorrel, maar wanneer hij sterft brengt hij veel vruchten voort.’ Zo leert ons Jezus vandaag.

Daarna zegt Hij, als variatie op hetzelfde thema: ‘Wie zich aan zijn leven vastklampt, verliest het, maar wie in deze wereld zijn leven loslaat, behoudt het voor het eeuwige leven.’

Om dan te eindigen met: ‘Wie Mij dient moet Mij volgen: waar Ik ben zal ook mijn dienaar zijn, en wie Mij dient zal door de Vader geëerd worden.’

Drie keer spreekt Jezus over het hart van ons christenzijn, namelijk: afsterven aan een ik dat uit is op liefdeloze zelfontplooiing. Afstand nemen van een ik dat leeft om applaus te krijgen. Komaf moeten maken met (of een einde maken aan) een ik dat zich aan zichzelf vastklampt.

Jezus nodigt uit ons aan Hem te schenken, ons aan Hem toe te vertrouwen. Sterker gezegd: Hij vraagt ons om ons aan Hem te hechten. Hij wenst toe dat we onze diepste identiteit zoeken en vinden in Hem.

Christus volgen betekent de weg gaan die Hij met jou wil gaan. Het is minnend luisteren. Het is je leven leggen in zijn leven. Het is kiezen voor God, en wel zo dat je innerlijk toelaat dat Christus jouw leven mag worden. Het is gaan staan in de wind van de Geest, de heilige Adem van God, die je in – of naar –  een zuiver verlangen zal brengen, én je de genade zal verlenen van volledige overgave.

Je leven zal enkel nog zijn: liefde. Ja: liefde, liefde, liefde. Het zal een liefde zijn die haar wortels heeft in de genade van het kruis. Het zal een liefde zijn waar Christus – in eenheid met ons –  zijn verrijzenislied zal zingen als een lofzang op het leven, als een jubelzang op God, als een gebed van dank zonder ophouden.

Laat ons bidden

Vader,
wij danken U om de gave van de Geest,
uw heilig vuur dat ons in Christus binnenvoert.
Geef ons de nederigheid die ons aan Christus doet schenken
zodat Hij door ons heen kan leven, bidden en werken.
Om deze genade bidden wij,
in zijn naam.
Amen.

Graag wens ik u een donderdag toe vervuld van diepe dankbaarheid.
Met een genegen groet,
kris

 

 

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.