H. Marcus, evangelist

Feest (eigen lezingen)


Uit de eerste brief van Petrus 5, 5b-14

Groeten van Marcus

Dierbaren,
in de omgang met elkaar moet ieder van u altijd de minste willen zijn, want God keert zich tegen hoogmoedigen, maar aan nederigen schenkt Hij zijn genade. Onderwerp u dus nederig aan Gods grote macht, dan zal Hij u op de bestemde tijd verheffen. Leg de last van uw zorgen op Hem, want u ligt Hem na aan het hart.

Wees waakzaam, wees op uw hoede, want uw vijand, de duivel, zwerft rond als een brullende leeuw, op zoek naar een prooi. Stel u tegen hem teweer, gesterkt door uw geloof, in het besef dat uw broeders en zusters, waar ook ter wereld, hetzelfde lijden moeten doorstaan. Maar al moet u nog korte tijd lijden, God, de bron van alle genade, die u geroepen heeft om in Christus deel te krijgen aan zijn eeuwige luister, Hij zal u sterk en krachtig maken, zodat u staande zult blijven en niet zult wankelen. Hem komt de macht toe, tot in eeuwigheid. Amen.

Met de hulp van Silvanus, die ik als een betrouwbare broeder beschouw, heb ik u deze korte brief geschreven, om u moed in te spreken en om u er nadrukkelijk van te verzekeren dat het werkelijk de genade van God is die u staande houdt. Uw mede-uitverkorenen in Babylon en mijn zoon Marcus groeten u. Groet elkaar met een kus als teken van uw onderlinge liefde.
Vrede zij met u allen, die één bent met Christus.


Psalm 89, 2 + 3 + 6 + 7 + 16 + 17

Refr.: Van uw liefde, Heer, wil ik eeuwig zingen.

Van uw liefde, Heer, wil ik eeuwig zingen,
van uw trouw getuigen, geslacht na geslacht.
Ik belijd: uw liefde houdt eeuwig stand,
uw trouw hebt U in de hemel gevestigd.

Heer, laat de hemel dit wonder prijzen,
laat de kring van hemelingen U loven om uw trouw.
Want wie daarboven kan de Heer evenaren,
wie van de goden zich meten met de HEER.

Gelukkig het volk dat van uw roem getuigt
en leeft, Heer, in het licht van uw gelaat.
Juichend roepen zij uw naam, dag aan dag,
door uw gerechtigheid richten zij zich op.


Vers voor het evangelie (1 Kor. 1, 23a + 24b)

Alleluia.
Wij verkondigen een gekruisigde Christus,
Gods kracht en wijsheid.
Alleluia.


Uit het evangelie volgens Marcus 16, 15-20

‘Verkondig het goede nieuws aan alle schepselen’

In die dagen verscheen Jezus aan de elf en sprek: ‘Trek heel de wereld rond en verkondig het goede nieuws aan alle schepselen. Wie gelooft en gedoopt is zal worden gered, maar wie niet gelooft zal worden veroordeeld. Het geloof zal gepaard gaan met de volgende tekenen: zij die geloven zullen in mijn naam demonen uitdrijven, ze zullen spreken in onbekende talen, met hun handen zullen ze slangen oppakken en als ze een dodelijk gif drinken zal dat hen niet deren, en ze zullen zieken weer gezond maken door hun de handen op te leggen.’

Nadat Hij dit tegen hen had gezegd, werd de Heer opgenomen in de hemel en nam Hij plaats aan de rechterhand van God. 

En zij gingen op weg om overal het goede nieuws te verkondigen. De Heer hielp hen daarbij en zette hun verkondiging kracht bij met de tekenen die ermee gepaard gingen.

Van Woord naar leven

Wees waakzaam, wees op uw hoede, want uw vijand, de duivel, zwerft rond als een brullende leeuw, op zoek naar een prooi. Zo waarschuwt ons Petrus vandaag in de eerste lezing.

Gisteren spraken we hier in ‘Van Woord naar leven’ nog over de kleine opstanding die je kan ervaren wanneer je bereid bent je leven in de wonde van je medemens te leggen; de ander die oproept lief te hebben. Wie deze kunst van het leven verstaat zal Christus’ verrijzenis aan den lijve ervaren; zowel in jezelf als in het gebaar van liefde dat gesteld wordt.

Maar daarvoor moet je uit jezelf treden, afsterven aan een ‘ik’ dat zegt het eigen ego te voeden en te volgen. Dit laatste is een ik dat gekozen heeft het pad te volgen van het egoïsme, wat bijna altijd haaks staat op de liefde.

Wanneer je het kwaad bezig ziet in je onmiddellijke omgeving, of in de grotere wereld, maar ook in jezelf, dan kunnen we altijd de eenvoudige conclusie trekken dat er niet gekozen werd voor de liefde.

Het is een feit dat een mens soms de kracht niet heeft om te kiezen voor de liefde. Het gaat gewoon niet. De fut is er niet. Misschien is er kwaadheid, ontgoocheling, verbittering. Het is des mensen. Veroordeel jezelf niet te snel. Toch enkele suggesties: Word niet agressief. Beteugel je tong. Tracht niet te gaan haten. Neem geen overhaastige beslissingen waar je achteraf misschien spijt van zult hebben. Hou het je rustig in jezelf. Ga wandelen. En kijk in je eigen spiegel. En ben je christen: bid. Bid dat de Heer – die in je woont – je mag aanraken daar waar je je innerlijk oorlogje aan het uitvechten bent. Moge Hij in zijn barmhartigheid je niet enkel vergeven, maar je ook op het pad van de liefde brengen; liefde als daad-werkelijk engagement naar de ander toe.

Uw vijand, de duivel, zwerft rond als een brullende leeuw, op zoek naar een prooi… Laten we ons christenzijn alle eer aandoen door steeds weer opnieuw te kiezen voor de liefde. Laat het kwade maar brullen… Wie in diep toevertrouwen aan Christus leeft zal er niet al teveel last van hebben.

Hoewel… je kan liefhebben en toch last hebben van het kwade, namelijk als slachtoffer. Maar ook dan (en ik weet het, ’t is snel gezegd), ben je in goed gezelschap, namelijk in dat van de Heer. ‘Gelukkig wie vanwege de gerechtigheid vervolgd worden, want voor hen is het koninkrijk van de hemel’… (Mt.5,10). Dit laatste is geen blij gebeuren. Soms is het vervolging in de letterlijke betekenis van het woord. Het is niet evident op die momenten te ervaren dat Christus aan je zijde staat. Maar wat niet evident is – en dat leert het evangelie ons – hoeft niet onwaar te zijn; integendeel.

Een mooie en gezegende nieuwe werkweek voor ieder van u.

Van harte, kris

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Vader,
moge het kwaad geen vat hebben ons op. Mogen we, geworteld in Christus, altijd kiezen voor de liefde.
Om deze genade bidden wij U, in zijn naam.
Amen.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.