‘Heer, als mijn broeder of zuster tegen mij zondigt, hoe vaak moet ik dan vergeving schenken? Tot zevenmaal toe?’

Het maandelijkse ‘Woord van leven’, uitgegeven door de Focolarebeweging, is een zin uit de Bijbel met een uitleg die wil helpen om de woorden in concreet leven om te zetten. De tekst wordt in 90 talen uitgegeven en bereikt wereldwijd miljoenen mensen. Hieronder het ‘Woord van leven’ voor deze maand augustus.

“Heer, als mijn broeder of zuster tegen mij zondigt, hoe vaak moet ik dan vergeving schenken? Tot zevenmaal toe?”  (Mt.18,21)

In het evangelie van Matteüs geeft Jezus zijn leerlingen aanwijzingen hoe ze de relaties binnen de jonge gemeenschap die aan het ontstaan is, moeten beleven. Hij sprak: “Als je broeder of zuster tegen je zondigt…” Jezus is nog aan het woord als Petrus Hem onderbreekt. Hij had niet goed begrepen wat zijn Meester daarnet had gezegd. En hij stelt Hem een van de belangrijkste vragen over de weg die een leerling van Hem moet gaan. Hoe vaak moeten we vergeven?

Vragen stellen maakt deel uit van de weg van geloof. Wie gelooft, heeft niet alle antwoorden, maar blijft trouw ondanks de vragen. De vraag van Petrus heeft geen betrekking op de zonde tegen God, maar hij wil weten wat te doen wanneer een broeder of zuster een fout maakt. Petrus denkt dat hij een goede leerling is, die zelfs zover gaat dat hij zevenmaal wil vergeven. Het onverwachte antwoord van Jezus vaagt zijn zekerheden weg: “Niet tot zevenmaal toe, zeg Ik je, maar tot zeventig maal zeven”.

“Heer, als mijn broeder of zuster tegen mij zondigt, hoe vaak moet ik dan vergeving schenken? Tot zevenmaal toe?”

Het gaat er niet om iemand te vergeven die voortdurend aan het beledigen is, maar om steeds weer te vergeven in ons hart. De echte vergeving, die ons innerlijk vrij maakt, komt meestal niet in een keer. Het is geen gevoel, het is niet vergeten, maar het gaat om de keuze die een gelovige zou moeten maken. Telkens weer vergeven, iedere keer als we weer denken aan het onrecht dat ons is aangedaan. Daarom is het goed zeventigmaal zevenmaal te vergeven.

Chiara Lubich schrijft hierover: “Jezus had vooral de onderlinge verhoudingen van de gelovigen op het oog, van leden van dezelfde gemeenschap. Op de eerste plaats moet je jezelf dus zo gedragen tegenover je andere broers en zusters in het geloof: in het gezin, op het werk, in de gemeenschap waarvan je deel uitmaakt. We weten dat men ondergane beledigingen vaak in woord of daad met gelijke munt wil terugbetalen. We weten dat door verschil in karakter, door geprikkeldheid of andere oorzaken de liefde vaak tekortschiet onder mensen die onder één dak leven. Bedenk daarom dat alleen een houding van vergevingsgezindheid die steeds vernieuwd wordt, de eenheid onder broeders en zusters kan bewaren. Je zult altijd geneigd zijn om aan de gebreken van anderen te denken, je hun verleden te herinneren, hen anders te willen dan ze zijn… Maar maak het tot een gewoonte hen met nieuwe ogen te zien, en hen altijd, meteen en helemaal te accepteren, ook al hebben ze geen spijt.” (1)

“Heer, als mijn broeder of zuster tegen mij zondigt, hoe vaak moet ik dan vergeving schenken? Tot zevenmaal toe?”

We maken allemaal deel uit van een gemeenschap van mensen aan wie is vergeven. Vergeving is een gave van God, en die hebben wij steeds opnieuw nodig. We zouden altijd verwonderd moeten zijn over de oneindige barmhartigheid die we van de Vader ontvangen.

Hij vergeeft ons wanneer ook wij vergeven aan onze broers en zusters.

In bepaalde situaties is het niet gemakkelijk om te vergeven. Het kan gaan om zaken die samenhangen met sociale, politieke of economische situaties. Daarin kan vergeving een maatschappelijke dimensie krijgen. Er zijn heel veel voorbeelden van vrouwen en mannen die erin zijn geslaagd om ook in de moeilijkste omstandigheden te vergeven, en ze werden daarbij geholpen door een gemeenschap die hen ondersteunde.

Osvaldo is Columbiaan. Hij werd meerdere keren met de dood bedreigd en heeft meegemaakt dat zijn broer werd vermoord. Nu is hij hoofd van een boerenorganisatie en houdt zich bezig met de re-integratie van mensen die rechtstreeks waren betrokken bij het gewapend conflict in zijn land. Hij zegt: “Het zou makkelijk zijn om op de bloedwraak met geweld te antwoorden. Maar ik heb nee gezegd. De kunst van vergeven is heel moeilijk te leren, maar wapens of oorlog zijn nooit goed om het leven te veranderen. Voor verandering is een andere weg nodig. Daarvoor moet je de ziel van de ander kunnen raken. En dat vraagt nederigheid, geen hoogmoed of macht. Een deugd die niet makkelijk te verwerven is.”

Letizia Magri

1 : Chiara Lubich, Woord van leven van oktober 1981