Het gebed van de armen stijgt op naar God

Sinds 2017 staat de drieëndertigste zondag door het jaar in de rooms-katholieke Kerk – dit jaar op 17 november – in het teken van de Werelddag van de Armen. Paus Franciscus stelde deze dag in aan het einde van het Heilig Jaar van Barmhartigheid in 2016. Zoals gebruikelijk heeft hij ook dit jaar een boodschap geschreven. Deze keer is het thema: ‘Het gebed van de armen stijgt op naar God’, ontleend aan het boek Jezus Sirach.
Hieronder vindt u de volledige tekst van zijn boodschap.

Beste broeders en zusters,

“Het gebed van de armen stijgt op naar God” (vgl. Sirach 21:5). In dit jaar, dat in het teken staat van gebed in voorbereiding op het Jubeljaar 2025, zijn deze woorden uit de Bijbel bijzonder passend voor de achtste Werelddag van de Armen op 17 november. Christelijke hoop geeft ons de zekerheid dat ons gebed God bereikt – niet zomaar een gebed, maar het gebed van de armen. Laten we stilstaan bij deze woorden en ze “lezen” in de gezichten en verhalen van de armen die we dagelijks tegenkomen. Zo kan ons gebed een weg worden naar verbondenheid en medeleven met hen.

Het boek Sirach, waaruit deze tekst komt, is bij velen onbekend maar verdient het om ontdekt te worden vanwege de rijkdom aan wijsheid over de relatie tussen God, mens en wereld. De schrijver, Ben Sira, was een leraar en schriftgeleerde in Jeruzalem, waarschijnlijk actief in de tweede eeuw v.Chr. Vanuit zijn diepe geworteldheid in de traditie van Israël behandelde hij tal van onderwerpen: werk, gezin, opvoeding, geloof en rechtvaardigheid. Hij ging moeilijke vragen niet uit de weg, zoals die over vrijheid, kwaad en de rechtvaardigheid van God. Zijn lessen blijven ook nu nog actueel. Geïnspireerd door de Heilige Geest wees hij de weg naar een waardig leven in het licht van God.

Een belangrijk thema in Sirach is het gebed. De auteur schrijft hierover met passie en vanuit eigen ervaring. Gebed krijgt namelijk pas betekenis als het voortkomt uit een leven dicht bij God. Ben Sira getuigt zelf: “Al van jongs af zocht ik wijsheid in mijn gebed” (vgl. Sirach 51:13).

Tijdens zijn zoektocht ontdekte hij een kernwaarheid van Gods openbaring: de armen hebben een bijzondere plaats in Gods hart. God kan hun lijden niet aanzien zonder in actie te komen. “Het gebed van de nederige doorboort de wolken en stopt niet tot het God bereikt; hij houdt vol tot de Allerhoogste ingrijpt en recht doet” (vgl. Sirach 35:17-18). God is een zorgzame Vader die oog heeft voor wie het moeilijk heeft. Voor Hem zijn we allemaal arm, afhankelijk van zijn genade. Toch leven we vaak alsof we zelf de regie hebben, alsof rijkdom en macht ons geluk bepalen. Wat een misvatting!

In een wereld waar oorlogen talloze mensen verarmen en slachtoffers maken, roept dit ons op om de stem van de armen te horen. Jezus’ leerlingen weten dat ieder van deze “kleinen” het beeld van de Zoon van God draagt. Daarom zijn we geroepen om naast hen te staan en in actie te komen, zoals ook beschreven in Evangelii Gaudium: “Iedere christen en gemeenschap moet een instrument van God zijn om de armen te bevrijden en hen een volwaardige plaats in de samenleving te geven” (EG 187).

Dit jaar van gebed nodigt ons uit om het gebed van de armen te omarmen en samen met hen te bidden. Het grootste onrecht dat de armen treft, is vaak het gebrek aan spirituele zorg. Ze hebben een bijzondere openheid voor geloof, en wij moeten hen Gods vriendschap en zegen brengen. Onze voorkeur voor de armen moet zich vooral uiten in een bijzondere aandacht voor hun spirituele noden.

Om dit te doen, hebben we een nederig hart nodig. Echte armoede gaat hand in hand met nederigheid en vertrouwen. Wie arm is, weet dat hij alles van God ontvangt en daarom volledig op Hem kan vertrouwen. Zoals Augustinus zei: “Wees werkelijk arm, wees nederig”. Nederigheid opent ons hart voor Gods genade, zoals de verloren zoon die terugkeert naar zijn vader (vgl. Lucas 15:11-24).

Aan alle armen zeg ik: houd vast aan de zekerheid dat God u ziet en nabij is. Ook wanneer het lijkt alsof uw gebeden onbeantwoord blijven, vertrouw op zijn liefde. Sirach bevestigt: “Het oordeel van de Heer is in het voordeel van de armen” (vgl. Sirach 21:5).

De Werelddag van de Armen is inmiddels een vaste traditie geworden in onze geloofsgemeenschappen. Het is een kans om stil te staan bij de noden van de armen en hen concreet te helpen. Laten we dankbaar zijn voor alle mensen die zich inzetten voor de allerarmsten, want zij laten Gods antwoord op het gebed van de armen zien.

Gebed wordt pas echt als het zich vertaalt in daden van naastenliefde. Tegelijk kan naastenliefde zonder gebed snel leeg raken. Moeder Teresa van Calcutta herinnerde ons eraan dat zij haar kracht vond in gebed: “Bid, en uw ogen zullen open gaan voor de armen om u heen”.

Laten we ons, in voorbereiding op het Jubeljaar, inzetten om hoop te brengen met kleine gebaren van liefde: een glimlach, een troostend woord, een helpende hand. Deze eenvoudige daden, geworteld in gebed, kunnen een groot verschil maken in het leven van anderen.

Moge Maria, de Maagd van de Armen, ons helpen Gods grootheid te zien in de eenvoud van ons dagelijks leven. Laten we ons gebed leggen in haar handen, met het vertrouwen dat het door God wordt gehoord.”

Paus Franciscus,
Rome, Sint-Jan van Lateranen, 13 juni 2024
Feest van de Heilige Antonius van Padua, beschermheilige van de armen

Bron: Vatican-news