Kerstmis – geboorte van de Heer (hoogfeest)

Lezingen van de dageraadsmis

Uit de profeet Jesaja 62, 11-12

De profeet richt zich tot een volk dat gevangen zit in de eigen zonde, dat veracht is en verlaten. Tegen deze achtergrond krijgen de beloften van God hun volle draagwijdte.

De Heer laat overal horen, tot aan de einden der aarde: ‘Verkondig aan vrouwe Sion: “Je redder komt! Zijn loon heeft Hij bij zich, zijn beloning gaat voor hem uit.”’
Dan noemt men hen ‘Het heilige volk’, ‘Volk dat door de Heer is vrijgekocht’, en jij zult ‘Geliefde’ heten, ‘Nooit verlaten stad’.

Psalm 97, 1 + 6 + 11 + 12

Refr.: Breng hulde aan Gods heilige Naam.

De Heer is koning, laat de aarde juichen,
laat vreugde heersen van kust tot kust.

De hemel vertelt van zijn gerechtigheid,
alle volken aanschouwen zijn majesteit.

Licht is uitgezaaid voor de rechtvaardige,
vreugde voor de oprechten van hart.

Verheug u, rechtvaardigen, in de Heer,
en breng hulde aan zijn heilige Naam.

Uit de brief van Titus 3, 4-7

De geschiedenis van de mensheid en de heilsgeschiedenis getuigen ervan: uit zichzelf alleen konden de mensen het nooit verdienen, dat hen een verlosser geboren werd. Het heil kon slechts dagen, toen de God van tederheid en erbarmen de eerste stap zette.

Dierbaren, de goedheid en mensenliefde van God, onze redder, zijn openbaar geworden en Hij heeft ons gered, niet vanwege onze rechtvaardige daden, maar uit barmhartigheid. Hij heeft ons gered door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwende kracht van de heilige Geest, die Hij door Jezus Christus, onze redder, rijkelijk over ons heeft uitgegoten.
Zo zijn wij door zijn genade als rechtvaardigen aangenomen en krijgen we deel aan het eeuwige leven waarop we hopen.

Alleluia.
Eer aan God in de hoge
en op aarde vrede onder de mensen
in wie Hij welbehagen heeft.
Alleluia.

Uit het evangelie volgen Lucas 2, 15-20

De verschijning van de engelen was maar kort. Nu is het de taak van de nederigen, de armen en de kleinen om aan hun broeders en zusters de Blijde Boodschap te verkondigen, die hen werd toevertrouwd. En het geloof van Maria gaat dat van de Kerk vooraf, bij het overbrengen van het mysterie van haar Zoon.

Toen de engelen waren teruggegaan naar de hemel, zeiden de herders tegen elkaar: ‘Laten we naar Betlehem gaan om met eigen ogen te zien wat er gebeurd is en wat de Heer ons bekend heeft gemaakt.’
Ze gingen meteen op weg, en troffen Maria aan en Jozef en het kind dat in de voederbak lag.
Toen ze het kind zagen, vertelden ze wat hun over dat kind was gezegd.
Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat de herders tegen hen zeiden, maar Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef erover nadenken.
De herders gingen terug, terwijl ze God loofden en prezen om alles wat ze gehoord en gezien hadden, precies zoals het hun was gezegd.

Van Woord naar leven

De herders gingen terug, terwijl ze God loofden en prezen om alles wat ze gehoord en gezien hadden…
Zo lezen we vandaag in het evangelie.

Persoonlijk heb ik een boontje voor de herders in het kerstverhaal. Zij leefden in de realiteit van het gewone leven: het waren arbeidslui, leefden niet in paleizen, leefden met de seizoenen der natuur. Hun leven was ver van romantiek, dikwijls hard en ruw, zoals het leven voor velen van ons is. Het waren mensen met haken en ogen, zoals u en ik. Mooi toch hoe deze groep van mensen de eer kreeg om als eersten, uiteraard na Maria en Jozef (en de dieren), het Kind te mogen zien, te mogen aanbidden. Geen keizers en koningen, geen vooraanstaande religieuze mensen, maar gewone eenvoudige lieden mochten als eersten het Kind bewonderen.

We lezen, toen ze terug gingen, dat ze God lof brachten en prezen om alles wat ze gezien en gehoord hadden. Wat een vreugde moet hun hart gekend hebben.

Lieve mensen, u die op een of andere wijze tijdens de voorbije nacht, of in de loop van deze dag, hebt ‘geknield’ (of zult ‘knielen’) voor de kerststal, laat u op dezelfde wijze bezielen door het kerstgebeuren dan dat bij de herders is gebeurd. Laat je hele zijn volstromen met wat zich daar rond en in die kribbe heeft afgespeeld. Kijk ernaar alsof je er zelf bij aanwezig bent. Ja, kruip in het gebeuren, wees een van de omstaanders. En aanbid, ontvang, drink, bewonder. Laat de vreugde, die het Kind in je hart doet opborrelen, de spirit zijn van je doen en laten, van je ontmoetingen met mensen; vandaag, morgen, en overmorgen en … altijd.

Moge je hart de kribbe zijn van waaruit je leeft, bidt en werkt. Want we mogen nog zoveel kerststallen zetten als we willen, we mogen ons huis vol hangen met lichtjes,… als de Heer vanbinnen niet mag geboren worden, hebben deze uiterlijke tekenen weinig zin. Deze tekenen ogen mooi, maar als de Heer niet tot leven mag komen blijven ze levenloos.

Iets dergelijks zei ik gisteren in de vroege avond tegen enkele mensen die besmet zijn met het coronavirus bij ons in het woonzorgcentrum. Ingepakt als een soort ruimtemens bracht ik hen de communie. Ik bleef enige tijd bij ieder van hen om samen te bidden, en daarna nog wat te praten. Voor hen is er geen buitenkant. Enkel hun kamer, waar ze al dagen in eenzaamheid vertoeven. De enige mensen die ze zien zijn verpleegkundigen en zorgkundigen, volledig ingepakt, die hen de beste zorgen toedienen (respect hoor voor mijn collega’s !!). Ik sprak met hen over de kribbe, en dat de echte kribbe waar het om te doen is, ons eigen hart is. Daar moet het gebeuren. Het ontvangen van de communie is de Heer die zichzelf neerlegt in de kribbe van hun hart.
Lieve mensen, als je bidt, bid een keer voor deze mensen die noodgedwongen in afzondering moeten leven. Het is een harde kerst voor hen. Mogen zij deze kerst beleven als een innerlijk gebeuren waar hoop en licht hen mag sterken.

De binnenkant, waar het om te doen is, mogen we natuurlijk niet herleiden tot onze persoonlijke binnenkant. Je hebt ook nog de binnenkant van je medemens, de binnenkant van de gemeenschap, de binnenkant van het samenleven. Allemaal kribben waar de Heer in geboren wilt worden, waar Hij appelleert Gods liefde te belichamen, en wel verenigd met Hem.

Geliefde mensen,
laten we de Heer beminnen in al zijn kribben waarin Hij ons tegemoet komt. Laten we Hem welkom heten door zijn liefde gestalte te geven, in alle omstandigheden van het leven.

Een zalige Kerst voor ieder van u !

kris

Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Goede God,
schenk ons de eenvoud van de herders, geef ons dat pure en sterke geloof dat ons naar Jezus doet wenden. Moge Hij het hart worden van ons bestaan; liefde en vrede voor ieder.
Dank U, goede Vader, voor uw menswording.
In Christus, amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.