Lectio Divina

De biddende beschouwing van de Heilige Schrift is niet voorbehouden aan de geestelijke elite. Immers, het Woord van God ligt ten grondslag aan iedere christelijke spiritualiteit. Contemplatie van Het Woord van God is een genade gericht aan alle christenen en is een onderdeel van de normale ontwikkeling van een authentiek geestelijk leven, van jong en oud.

Liefde voor God is de basis.

Een rijk geestelijk leven dat gegrondvest is op de H. Schrift kan en mag men niet beschouwen als een beloning voor uitmuntendheid of deugd. Het kan evenmin kan worden nagestreefd voor onze eigen bevrediging, zoals vaak het geval is in de “new age” bewegingen die streven naar een soort van “spiritual high”. Het is ook geen luxe of een ijle praktijk die alleen terug te vinden in de kloosters.

Elk geestelijk leven is het gevolg van het letterlijk lief hebben van God, tot op het diepste niveau van onze relatie met Hem. Hiertoe werden wij geschapen zijn: we zijn gemaakt voor de vereniging met God.

Dit impliceert dat we moeten bereid zijn te vertrouwen dat dit hartstochtelijke verlangen van God voor ons werkelijk is. Helaas hebben we vaak alleen maar vage noties over dit onderwerp en zijn we van mening dat onze vereniging met God alleen werkelijk zal zijn later, in de hemel.

Maar lezend in de Heilige Evangelies van Onze Heer Jezus Christus horen we meteen uit zijn eigen mond: “Zie, het koninkrijk van God ligt binnen uw bereik” en “De tijd is rijp en het koninkrijk van God is op handen. Bekeer u! Heb geloof in de goede boodschap”. Jullie zijn echt de geliefden van God.

De vier stappen van de lectio divina.

De karmeliet-hervormer, de heilige Johannes van het Kruis, heeft stappen onderscheiden in de methode van de lectio divina:

Dit zijn vier fasen, maar we moeten niet denken dat het een techniek is. We moeten geduld hebben in onze oefening. Lectio divina is dus niet als een IKEA-montage-kit die we in vier stappen wetenschappelijk kunnen indelen.

Wees waakzaam voor de heel- en eenheid van uw persoon. Onze gehele persoon: rede, hart en geest, ons verstand en verbeelding, onze wil en de gevoelens zijn betrokken in het gebed.

Het is geen een objectieve techniek die kan geleerd worden in het streven naar een “eindproduct”, omdat elke fase geactiveerd en aangeraakt is door de genade.

Een predikant kan niet de hele Bijbel uitleggen in een homilie van zeven minuten. Zo is het ook met ons gebed.
We blijven voortdurend betrokken op God, omhelsd door zijn liefde voor ons.

Lectio divina: hoe doe je dat?

Om deze vraag te benatwoorden kunnen we te rade gaan bij Paus Benedictus XVI en zijn Apostolische postsynodale exhortatie over het Woord van God in het leven en de zending van de Kerk – Dei Verbum (paragrafen 86 en 87).

De heilige Augustinus zegt: “Uw gebed is uw woord dat tot God is gericht. Wanneer u leest, is het God die tot u spreekt, wanneer u bidt, bent u het die tot God spreekt”.

De lectio divina begint daarom met het lezen (lectio) van de tekst, die de vraag oproept omtrent een authentieke kennis van de inhoud ervan: wat zegt de Bijbeltekst op zich? Zonder dit ogenblik loopt men het risico dat de tekst alleen maar een voorwendsel wordt om nooit verder dan de eigen ideeën te komen.

Vervolgens komt de overweging (meditatio), waarbij de vraag is: wat zegt de Bijbeltekst ons? Hoe moet ieder zich persoonlijk, maar ook als gemeenschap laten raken en zich ter discussie laten stellen, daar het er niet om gaat over woorden na te denken die in het verleden zijn gesproken, maar in het heden.

Hierna komt men aan het ogenblik van het gebed (oratio) dat de vraag veronderstelt: wat zeggen wij tegen de Heer als antwoord op zijn Woord? Het gebed als smeekbede, voorbede, dank en lof is de eerste manier waarop het Woord ons verandert.

Ten slotte wordt de lectio divina afgesloten met de contemplatie (contemplatio), waarbij wij als een geschenk van God zijn zienswijze overnemen op de dingen en ons afvragen: welke bekering van geest, hart en leven vraagt de Heer van ons? De heilige Paulus zegt in de Brief aan de Romeinen: “Stem uw gedrag niet af op deze wereld. Word andere mensen met een nieuwe visie. Dan zijt ge in staat om uit te maken wat God van u wil en wat goed is, wat zeer goed is en volmaakt”(12,2). De contemplatie is er immers op gericht om in ons een visie van wijsheid op de werkelijkheid, volgens God, tot stand te brengen en in ons “de gedachte van de Heer” (1 Kor. 2,16) te vormen.

Het Woord van God blijkt hier het criterium van onderscheid te zijn: het is “levend en krachtig. Het is scherper dan een tweesnijdend zwaard en dringt door tot het raakpunt van ziel en geest, van gewrichten en merg. Het ontleedt de bedoelingen en gedachten van de mens” (Heb. 4,12).

Het is goed er vervolgens aan te herinneren dat de lectio divina in haar dynamiek niet wordt afgesloten, zolang zij niet komt tot handelen (actio), dat het gelovige leven ertoe aanzet van zichzelf voor anderen een geschenk te maken in de liefde.

Het voorbeeld van Maria en de rol van de Kerk.

De zonet weergegeven passages zien wij in de hoogste mate verenigd en samengevat in de figuur van de Moeder Gods.

Als voorbeeld voor iedere gelovige van een volgzaam aanvaarden van het Woord van God “bewaarde zij al deze woorden in haar hart en overwoog ze bij zichzelf” (Luc. 2, 19; vgl. 2,51), wist zij de diepe band te vinden die gebeurtenissen, daden en dingen die schijnbaar los van elkaar staan, in het goddelijke plan verbindt.
In dit perspectief ondersteunt het lezen van het Woord van God de weg van boete en bekering; het maakt het ons mogelijk de betekenis van het behoren tot de Kerk te verdiepen en het ondersteunt ons in een grotere vertrouwelijkheid met God. Zoals de heilige Ambrosius zei: “wanneer wij met geloof de Heilige Schrift in handen nemen en deze lezen met de Kerk, dan wandelt de mens uiteindelijk met God in het paradijs.”

Een geschenk van de Heilige Geest.

In de lectio divina zullen er momenten waarbij we bijna onmiddellijk getrokken worden tot een diep gevoel van Gods liefdevolle aanwezigheid, nog voordat we een pagina van de Schrift hebben gelezen. Een andere keer zullen er momenten zijn waarop er een diepe stilte en leegte komt die we misschien wel als frustrerend zullen aanvoelen.

Het gebed is altijd een geschenk. Toch moeten we steeds proberen ons best te doen om de uitnodiging van God in zijn Woord in gebed te beantwoorden, maar zonder te streven naar een kunstmatig ervaring.

De Heilige Geest helpt ons in onze hulpeloosheid, en dat is een grotere troost dan misschien de zeldzame extase die sommigen zoeken in het gebed. We moeten erop vertrouwen dat God iets goeds zal opwekken uit al onze inspanningen, op zijn eigen manier en tijd. We gaan naar het gebed om onszelf te geven in liefde, niet als huurlingen op zoek naar beloning.

Er is een geest van oprechtheid en van voortdurende bekering die geleidelijk ontvouwd wordt en vruchten afwerpt.
Er is daarom nooit ‘mislukking’ in het gebed! Onze grotere bekendheid met de Schrift door de praktijk van lectio divina wordt ook vruchtbaar in ons dagelijks leven. Dus ook buiten de tijd die wij gereserveerd hebben voor deze vorm van stil gebed.

Een laatste tip.

Onze laatste tip is afkomstig van een novicemeester van de Kartuizeorde. Begin uw lectio divina met een gebed tot de Heilige Geest en breng de eerste vijftien minuten van uw lezen door op uw knieën (en probeer oprecht te houden aan deze kleine regel).
Op deze manier onthoud je altijd dat je de Heilige Schrift aan het lezen bent, dat je luistert naar het Woord van God, en niet probeert een analyse van de tekst te maken.

Daarna, ongeacht de tijd die je gereserveerd hebt voor het gebed, kan je ervan verzekerd zijn dat je begonnen bent met een zuivere intentie en de nodige vroomheid.

Bron: Norbertijnen Tongerlo