Leestip van de dag – dinsdag 7 februari 2017

Ik zal jullie een nieuw hart en een nieuwe geest geven

Het maandelijkse Woord van leven is een zin uit de bijbel met een uitleg die wil helpen om de woorden in concreet leven om te zetten. De tekst wordt in 90 talen door de Focolarebeweging uitgegeven en bereikt wereldwijd miljoenen mensen. 

“Ik zal jullie een nieuw hart en een nieuwe geest geven.” (Ezechiël 36, 26)

Het hart is voor ons de plaats van de gevoelens, de genegenheden en de passies. Voor de auteur van het Bijbelboek Ezechiël is het veel meer. Samen met de geest vormt het hart het centrum van de mens, van het innerlijk, van het geestelijk leven, de plaats waar de besluiten worden genomen. Een ‘hart van vlees’ is gehoorzaam aan het woord van God en laat zich daardoor leiden. Daar ontstaan gedachten van vrede met alle medemensen. Een ‘hart van steen’ is gesloten en niet in staat om te luisteren en barmhartig te zijn.

Hebben wij een nieuw hart en een nieuwe geest nodig? Kijk maar om je heen. Geweld, corruptie, haat, het komt allemaal voort uit harten van steen die zich afgesloten hebben voor het plan van God met de schepping. En als we oprecht naar onszelf kijken, voelen we ons dan niet vaak gedreven door egoïstische verlangens? Is het echt de liefde die onze beslissingen leidt?

God wordt tot medelijden bewogen als Hij ziet hoe het de mensheid vergaat. Hij kent ons beter dan wij onszelf kennen en weet dat we een nieuw hart nodig hebben. Hij belooft het aan de profeet Ezechiël, maar bedoelt daarmee niet alleen de profeet maar heel zijn volk. De droom van God is een grote familie van volkeren te maken zoals Hij dat vanaf het begin had gedacht, een familie waarin de wet van de wederzijdse liefde heerst. Onze geschiedenis heeft meer dan eens laten zien dat wij in ons eentje niet in staat zijn dat plan uit te voeren. En God is nooit moe geworden ons daarbij te steunen en ons een nieuw hart en een nieuwe geest te geven.

Zijn belofte wordt helemaal vervuld wanneer Hij zijn Zoon naar de aarde zendt en zijn Geest laat neerdalen op de dag van Pinksteren. Daar ontstaat dan een gemeenschap: die van de eerste christenen van Jeruzalem, een stukje mensheid dat gekenmerkt wordt doordat ze “één van hart en één van ziel” zijn.[1] Ook jij die dit leest of ernaar luistert, ook ik die dit commentaar schrijf, wij zijn allemaal geroepen om deel uit te maken van deze nieuwe mensheid. Meer nog, we zijn geroepen om haar mee op te bouwen rondom ons en haar gestalte te geven in onze eigen omgeving, in ons leven en werken. Er wordt ons een grote zending toevertrouwd en God stelt heel veel vertrouwen in ons. Daarom hoeven we niet ontmoedigd te raken vanwege allerlei kwalijke zaken of – wat nog erger is –onverschilligheid. Nee, we hoeven alleen maar ons hart open te stellen.

Christus nodigt ons uit ons hart net zo ruim te maken als dat van Hem. Dat is nogal wat! Maar het is het enig noodzakelijke, het enige dat blijft. Als dat gedaan is, is alles gedaan. Een ruim hart voor ieder mens. Maar omdat we in de tijd leven, is het voldoende onze naasten één voor één lief te hebben. Daarbij hoeven we niet te vertrouwen op onze eigen krachten en talenten, maar mogen we rekenen op de gave van God: “Ik zal jullie een nieuw hart en een nieuwe geest geven.”

Als we trouw blijven aan de uitnodiging om iedereen lief te hebben en ons laten leiden door de stem van de heilige Geest, worden we, in de grote verscheidenheid van volken en culturen, bouwers van een nieuwe mensheid.

Fabio Ciardi