Leestip van de dag – donderdag 16 maart 2017

De strijd met de duivel

Priester Tim Peeters merkt op dat er zelden of nooit over de Duivel wordt gepreekt. Dat was vroeger anders.

Satan is zonder meer één van de meest controversiële personages uit de Bijbel en de traditie van de Kerk. Er wordt echter zelden of nooit nog over de Duivel gepreekt van op de kansel. Dat was vroeger anders: Duivel, hel en vagevuur waren geliefkoosde thema’s die pastoors regelmatig over de gelovigen uitgoten. Redemptoristen en passionisten maakten er zelfs hun handelsmerk van in hun schrikwekkende vastenpreken van parochiekerk tot parochiekerk.

Nochtans komen we de Duivel regelmatig tegen in het Oude
én Nieuwe Testament, en wordt hij ook in de Koran vernoemd.

Kortom, de Duivel is een personage dat een rol speelt in jodendom, christendom en islam.

Kenmerkend voor de Duivel is dat hij vele gezichten, vele namen en vele trawanten heeft. In het verhaal van de zondeval verschijnt hij in de gedaante van een slang en bekoort hij de eerste mensen – Adam en Eva – tot de erfzonde. In de woestijn probeert de Duivel dan weer Jezus te bekoren om God te verloochenen en om te bezwijken voor macht en hebzucht.

Sommige mensen geloven dat de Duivel een echte persoon is:
een letterlijke tegenstander van God dus.

Andere mensen interpreteren de Duivel eerder symbolisch: als een naam voor het Kwaad. Deze twee verschillende interpretaties horen we trouwens heel goed in de katholieke en protestantse versie van het Onze Vader. Katholieken bidden: “Verlos ons van het Kwaad”. Protestanten daarentegen bidden: “Verlos ons van de Boze”.

Laten we even focussen op de twee traditionele namen die de Bijbel toekent aan de Duivel: Satan en Diabolos. ‘Satan’ betekent letterlijk in het Hebreeuws: ‘aanklager’ of ‘tegenstander’. ‘Diabolos’ betekent letterlijk in het Grieks: ‘lasteraar’ of ‘kwaadspreker’. Beide namen vertolken haarfijn de destructieve kracht van het Kwaad: het Kwaad kan mensen aanzetten tot immoraliteit, tot zonde, tot echte slechtheid en tot verwerping van God. De Duivel of het Kwaad kan mensen helemaal inpalmen of benemen, zodat ze echt bezeten worden.

Tweedracht en chaos tegenover rust en orde

De Satan of de Diabolos doet dus zijn namen alle eer aan: hij zorgt ervoor dat mensen tegenstanders worden van elkaar of van God; hij sticht verdeeldheid en chaos, daar waar God rust en orde wenst. Hij is in staat om volkeren tegen elkaar op te zetten, om families en gemeenschappen te verdelen, om de vrede onder naties en zelfs onder godsdiensten te verstoren. Kortom, of we de Duivel nu beschouwen als een persoon, of als een symbool voor het Kwaad, de uitwerking ervan is net dezelfde: Het kwaad bestaat, het is een realiteit, we worden er dagelijks mee geconfronteerd: zowel in de grote wereld, als in onze eigen kleine leefwereld.

Wie ontkent dat demonische krachten bestaan,
is werkelijk wereldvreemd !

De Bijbel beschouwt de geschiedenis als het schouwtoneel waar de eeuwige strijd tussen Goed en Kwaad, tussen God en de Duivel dus, zich afspeelt. En die geschiedenis wordt geschreven door de mens: door de kinderen van Adam en Eva. Voortdurend lonkt de slang met die verleidelijke, verboden vrucht: zó moeilijk voor de mens om eraan te weerstaan!

En voortdurend fluistert God de mens in het oor: Ge leeft niet van brood alleen – Stel Mij niet op de proef – Val niet op je knieën voor het Kwaad. De eeuwige strijd tussen Goed en Kwaad, tussen God en de Duivel, speelt zich dus ook af in ons eigen hart, in ons eigen leven, in ons eigen geweten. Het is een kwestie van voortdurende alertheid en attentie – een kwestie van voortdurende bekering ook.

De Veertigdagentijd is er een uitgelezen tijd voor: om de vele gezichten van de Duivel te ontmaskeren en om ons opnieuw te spiegelen aan de oorspronkelijke onschuld die God aan Adam en Eva geschonken had.

Bron: Kerknet.be / Parochies Duffel: Martinus en Mijlstraat