Leestip van de dag – donderdag 20 oktober 2016
Een bevrijdend verbond
Maandelijks stelt de gemeenschap van Taizé een Bijbeltekst voor om het zoeken naar God ook in het dagelijks leven door stilte en gebed te ondersteunen. Hieronder de tekst voor deze maand oktober.
We lezen uit Exodus 34, 1.4-10
De Heer zei tegen Mozes: ‘Hak twee stenen platen uit, gelijk aan de vorige. Dan zal ik op die platen de geboden schrijven die ook op de eerste stonden’ (…) Mozes hakte twee stenen platen uit, net als de vorige, en ’s morgens ging hij in alle vroegte de Sinaï op, zoals de Heer hem had bevolen. De twee stenen platen droeg hij bij zich. De Heer daalde neer in een wolk, Hij kwam naast Mozes staan en riep de naam Heer uit. De Heer ging voor hem langs en riep uit: ‘De Heer! De Heer! Een God die liefdevol is en genadig, geduldig, trouw en waarachtig, die duizenden geslachten zijn liefde bewijst, die schuld, misdaad en zonde vergeeft, maar niet alles ongestraft laat en voor de schuld van de ouders de kinderen en kleinkinderen laat boeten, en ook het derde geslacht en het vierde.’
Onmiddellijk viel Mozes op zijn knieën en boog zich neer. ‘Als U mij goed gezind bent, Heer’, zei hij, trekt U dan met ons mee, ook al is dit volk onhandelbaar. Schenk ons vergeving voor onze schuld en zonde en maak ons tot uw eigen bezit.’ De Heer antwoordde: ‘Ik wil een verbond sluiten’.
In de tekst die aan deze passage vooraf gaat, lezen we hoe God Mozes roept om zijn volk weg te leiden uit de slavernij. Het volk wordt bevrijd en Mozes leidt hen door de woestijn heen, op weg naar het beloofde land. Maar onderweg is het leven niet gemakkelijk: behalve de dorheid en de droogte van de woestijn, zijn er ook nog de moeilijke onderlinge relaties. God geeft daarom aan Mozes richtlijnen die het volk kunnen helpen om in vrede te leven: in harmonie met God en met de schepping. Als het volk de weg volgt die God aanwijst, zal het geluk vinden. Deze aanwijzingen willen hun vrijheid niet inperken of begrenzen, maar richtlijnen geven die hen helpen om verantwoordelijk om te gaan met hun herwonnen vrijheid.
God schrijft deze geboden met zijn eigen vinger op twee stenen platen, die Hij op de berg Sinaï aan Mozes geeft. Als Mozes van de berg afdaalt, merkt hij dat het volk ver is afgedwaald van de voorschriften van de Heer. Hij wordt kwaad en gooit de stenen platen stuk. Maar Gods richtlijnen zijn niet voor altijd verloren. God is ‘geduldig, trouw en waarachtig’ en Hij zal de stenen platen, samen met Mozes, opnieuw maken. Deze keer krijgt Mozes de platen niet kant en klaar aangeboden, maar God vraagt hem mee te werken aan het herstel van wat gebroken is, door nieuwe platen uit te hakken.
De Bijbel vertelt niet over een idyllische wereld en ook niet over volmaakte mensen. De verhalen in de Bijbel spreken over de realiteit van het leven, met al zijn problemen, menselijk onbegrip en menselijke fouten. Uit liefde ‘verdraagt God de zonde’, maar zij blijft niet zonder gevolgen. God kan niet zomaar ‘alles ongestraft laten’. Hij grijpt in en Hij ‘laat de zondaar boeten’, samen met zijn nakomelingen. God laat ons boete doen opdat wij de consequenties zouden beseffen van onze eigen fouten, maar ook van de fouten van hen die ons zijn voorgegaan. Daardoor hebben wij en zij de harmonie die ons was gegeven, voor een deel verbroken. God wil ons helpen om die verbroken relatie zo goed mogelijk te herstellen.
Misschien voelen we ons hier ongemakkelijk bij, maar het kwaad dat wij bedrijven kan wel degelijk gevolgen hebben voor andere generaties. Hiervoor hoeven we alleen maar te denken aan hoe diep gekwetst sommige volken zijn door voortdurende oorlogen, of naar de milieurampen die wij steeds blijven veroorzaken.
Deze tekst wil vooral de enorme ongelijkheid benadrukken: de gevolgen van het kwaad dat wij bedrijven, blijven beperkt tot enkele generaties, terwijl de goedheid van God ‘aan duizenden geslachten liefde bewijst’ en dus oneindig veel groter is. Wij kunnen dus met vertrouwen tot God naderen, want Hij is ‘liefdevol en genadig’. De tekst leert ons niet om het kwaad te ontkennen of te doen alsof het niet bestaat. Dat zou naïef en onverantwoordelijk zijn. Nee, wij worden uitgenodigd om te bidden zoals Mozes: ‘Heer, trek met ons mee, schenk ons vergeving voor onze schuld en onze zonde’.
God, die altijd bereid is om te vergeven, verhoort het gebed van Mozes. Hij zal het volk niet aanklagen en straffen, maar Hij biedt hun een verbond aan. Hierdoor gaat Hij een relatie met hen aan, zonder daar voorwaarden aan te verbinden. God wil ook vandaag met ieder van ons een verbond sluiten, net als met Mozes. Zijn wij bereid Hem te ontvangen en ons met Hem te verbinden?
Bron: gemeenschap Taizé