Leestip van de dag – maandag 11 maart 2019

“Wees barmhartig zoals jullie Vader barmhartig is.”

Het maandelijkse Woord van leven is een zin uit de bijbel met een uitleg die wil helpen om de woorden in concreet leven om te zetten. De tekst wordt in 90 talen door de Focolarebeweging uitgegeven en bereikt wereldwijd miljoenen mensen. Hieronder de tekst voor deze maand maart.

“Wees barmhartig zoals jullie Vader barmhartig is.” Lucas 6, 36

In het evangelie van Lucas lanceert Jezus zijn revolutionaire uitnodiging om ieder mens lief te hebben als een broer of zuster, zelfs als deze zich vijandig opstelt. Hij doet dat nadat Hij aan zijn leerlingen de zaligsprekingen had verkondigd.
Jezus legt het uit: we zijn broers en zusters omdat we één Vader hebben, die altijd op zoek is naar zijn kinderen. Hij wil een relatie met ons aangaan en roept ons op onze verantwoordelijkheid te nemen. Maar tegelijk bemint Hij ons met een liefde die zorgzaam is, geneest en voedt, vanuit een moederlijke houding van compassie en tederheid.
Dat is de barmhartigheid van God, die zich persoonlijk richt tot alle menselijke wezens in heel hun broosheid. En Hij heeft daarbij een voorkeur voor wie aan de kant staan, voor wie buitengesloten en afgewezen worden.
Barmhartigheid is een liefde die overstroomt op anderen, op de mensen in onze buurt en op de vreemdelingen, op de maatschappij rondom ons.
Als kinderen van deze God kunnen we op Hem lijken in datgene wat Hem kenmerkt: liefde, openheid, geduld om te wachten op de tijd van de ander.

“Wees barmhartig zoals jullie Vader barmhartig is.”

In ons persoonlijke en sociale leven ervaren we vaak een sfeer van vijandigheid en onderlinge competitie, van wederzijds wantrouwen, van vooroordelen, van angst voor de ander. Gevoelens van rancune leiden tot conflicten en zelfs tot oorlogen.
Als christenen kunnen we een stevig getuigenis afleggen van hoe het anders moet. We kunnen beginnen met het opbouwen van relaties met iedereen, zonder strijd of onmin. Dat kan zijn in onze familie, op onze werkplek, in onze kerkelijke gemeenschap, in de politiek…
Wanneer we iemand kwaad hebben gedaan, kunnen we moedig om vergeving vragen en samen verder gaan. Dat is een grote, menswaardige daad.
En als iemand ons heeft beledigd, kunnen we proberen te vergeven en ruimte te scheppen in ons hart, zodat de wonde weer wordt genezen.
Maar wat is vergeving?
Chiara Lubich (1920-2008) zei er dit over: “Vergeving is niet hetzelfde als nonchalance; het is geen zwakheid. Het betekent niet dat we iets onbelangrijk vinden wat ernstig is, of zeggen dat goed is wat kwaad is. Het is geen onverschilligheid. Vergeving is een daad van de wil en van helder onderscheid. Het is een vrije daad die erin bestaat dat we onze medemens aanvaarden zoals hij is, ondanks het feit dat hij ons kwaad heeft gedaan. Net zoals God zich ontfermt over zondaars, ondanks hun fouten. Vergeving betekent een belediging niet met een belediging beantwoorden, maar doen wat Paulus zegt: ‘Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede’ (Rom. 12, 21).”[1]
Deze openheid van hart kun je niet improviseren. Het is een dagelijkse verovering, een voortdurend groeien van onze identiteit als kinderen van God. En het is vooral een geschenk van de Vader waar we Hem om kunnen en moeten vragen.

“Wees barmhartig zoals jullie Vader barmhartig is.”

Hier is het verhaal van M., een jonge Filipijnse: “Ik was nog maar elf jaar oud toen mijn vader werd vermoord door een criminele bende. Maar deze misdaad kwam niet voor het gerecht, omdat we arm waren. Toen ik wat ouder was, ben ik rechten gaan studeren vanuit de wens om recht te doen aan de dood van mijn vader. Maar God had voor mij een ander plan. Een collega nodigde me uit voor een ontmoeting met mensen die serieus bezig waren het Evangelie in praktijk te brengen. Ik ben toen ook daarmee begonnen.
Op een dag heb ik aan Jezus gevraagd om mij te leren zijn woord concreet te beleven dat luidt: ‘Heb je vijanden lief’ (Mat. 5, 44). Want ik voelde dat er nog steeds haat in mij was voor de mensen die mijn vader hadden vermoord. De dag daarna ontmoette ik op mijn werk de leider van die bende. Ik groette hem met een glimlach en informeerde naar zijn gezin. Deze groet van mij liet hem verbijsterd achter. En ik was zelf nog meer verbijsterd dan hij over wat ik had gedaan.
De haat in mij was aan het verdwijnen en daarvoor in de plaats kwam liefde. Maar dat was alleen maar de eerste stap. Liefde is creatief! Ik bedacht dat ieder lid van die groep onze vergeving moest ontvangen. Samen met mijn broer zijn we hen gaan opzoeken, om onze relatie te herstellen en aan hen te laten zien dat God hen liefheeft! Een van hen vroeg ons om vergeving voor wat hij had gedaan en verzocht ons om voor hem en zijn gezin te bidden.”

Letizia Magri

[1] Chiara Lubich, Costruire sulla roccia, Città Nuova, Rome 19934, blz. 56.