Leestip van de dag – maandag 24 april 2017

Jezus leeft ! Dat is de kern van de christelijke boodschap

In zijn catechese over de hoop bij de audiëntie van woensdag 19 april onderstreepte paus Franciscus dat het christendom geboren is op paasmorgen.

Geliefde broers en zussen, goedendag !

We ontmoeten elkaar vandaag in het licht van Pasen dat we gevierd hebben en dat we in de liturgie blijven vieren. Op onze catecheseweg over de christelijke hoop wil ik het daarom vandaag met jullie hebben over de verrezen Christus, onze hoop, zoals de heilige Paulus Hem voorgesteld heeft in de eerste brief aan de Korintiërs (cf. hoofdstuk 15). De apostel wil een problematiek beslechten die zeker in Korinte het centrum van de discussies vormde. De verrijzenis is het laatste onderwerp dat in de brief ter sprake komt, maar was waarschijnlijk, in orde van belangrijkheid, het eerste want alles steunt op deze vooronderstelling.

De geboorte van het christendom

In het gesprek met zijn christenen vertrekt Paulus van een ontegensprekelijk feit, dat niet het resultaat is van het nadenken van een of andere wijze mens, maar een feit, een eenvoudig feit dat in het leven van enkele mensen zich heeft voorgedaan. Het christendom wordt hier geboren.

Het christendom is geen ideologie, geen wijsgerig systeem,
maar een geloofsweg die begint bij een gebeurtenis
waarover de eerste christenen getuigenis aflegden.

Paulus vat het op deze wijze samen: Jezus is gestorven voor onze zonden, werd begraven en op de derde dag is Hij verrezen en verschenen aan Petrus en de Twaalf (cf. 1 Kor 15,3-5). Dat is het feit: Hij is dood, begraven, is verrezen en verschenen. Met andere woorden, Jezus leeft! Dat is de kern van de christelijke boodschap.

Ons geloof wordt op pasmorgen geboren

Bij de verkondiging van dit gebeuren, dat de kern is van het geloof, legt Paulus vooral de nadruk op het laatste element van het paasmysterie, dat wil zeggen op het feit dat Christus verrezen is. Want, als alles met de dood was geëindigd, dan zouden we in Hem een voorbeeld hebben van de grootste toewijding, maar dat zou het geloof niet kunnen wekken. Hij is een held geweest. Neen! Hij is dood, maar is verrezen. Want het geloof wordt uit de verrijzenis geboren.

Aannemen dat Christus is gestorven, gestorven op het kruis,
dat is geen geloofsgegeven, maar een historisch feit.
Daar tegenover staat geloven dat Hij verrezen is.

Ons geloof wordt op paasmorgen geboren. Paulus geeft een lijst van mensen aan wie de verrezen Jezus verscheen (cf. vv. 5-7). Zo hebben we hier een kleine samenvatting van alle paasverhalen en van alle mensen die de Verrezene hebben ontmoet. Boven aan de lijst staan Kefas, Petrus en de groep van de Twaalf, daarna vijfhonderd broeders waarvan velen nog hun getuigenis konden geven, daarna wordt Jacobus geciteerd. Als laatste van de lijst – alsof hij de minder waardige is – komt hijzelf. Paulus spreekt van zichzelf als de misgeboorte (cf. v.8).

De vervolger die apostel werd

Paulus gebruikt die uitdrukking omdat zijn persoonlijk verhaal dramatisch is: hij was geen misdienaar, maar een vervolger van de Kerk, trots op zijn overtuigingen. Hij voelde zich een man die het gemaakt had, met een helder idee over wat het leven en zijn verplichtingen is. In dit volmaakte kader – alles was volmaakt bij Paulus, hij wist alles – in dit volmaakte kader gebeurde op een dag het totaal onvoorstelbare: de ontmoeting met de verrezen Jezus, op de weg naar Damascus. Daar ging het niet alleen om een man die ter aarde viel; het ging om een mens aangegrepen door een gebeurtenis die de zin van zijn hele leven op de kop zou zetten.

De vervolger werd apostel, waarom ?
Omdat hij de levende Christus heeft gezien.

Hij heeft de verrezen Jezus Christus gezien! Dat is de grondslag van het geloof van Paulus, zoals van het geloof van de andere apostelen, zoals van het geloof van de Kerk, zoals van ons geloof.

Het christendom is genade

Hoe fijn is het te bedenken dat het christendom wezenlijk dit is! Het gaat niet over ons zoeken naar God – een zoeken dat erg aarzelend gebeurt – maar veeleer het zoeken van God naar ons. Jezus heeft ons gegrepen, heeft ons aangegrepen, Hij heeft ons veroverd om ons niet meer los te laten.

Het christendom is genade, is verrassing, en daarom
veronderstelt het een hart bekwaam tot verwondering.

Een gesloten hart, een rationalistisch hart is onbekwaam tot verwondering, het kan niet verstaan wat het christendom is. Het christendom is genade en de genade kan men alleen maar ervaren en wel in de verwondering om de ontmoeting.

Naar ons graf gaan

En dus, ook al zijn we zondaars – allen zijn we dat – ook al zijn onze voornemens ten goede plannen gebleven, of stellen we vast, als we ons leven overzien, dat we veel mislukkingen hebben verzameld … Op paasmorgen kunnen we doen zoals de mensen over wie het Evangelie spreekt: naar het graf van Christus gaan, de omvergestoten grote steen zien en bedenken dat God voor mij, voor ons allen, een onverwachte toekomst bereidt. Naar ons graf gaan: dat hebben we allen een beetje in ons. Daar naartoe gaan en zien hoe God in staat is daaruit op te staan. Daar is het geluk, daar is de vreugde, het leven, waar allen dachten dat er droefheid, nederlaag en duisternis zou zijn.

God laat zijn mooiste bloemen groeien
tussen de meest dorre stenen.

Jezus is hier

Christen zijn betekent niet uitgaan van de dood, maar van de liefde van God voor ons, die onze bitterste vijand heeft verslagen.

God is groter dan het niets en slechts één brandende kaars
volstaat om de donkerste nacht te overwinnen.

Paulus schreeuwt het uit als een echo van de profeten: Dood, waar is uw overwinning? Dood, waar is uw angel? (v.55). In deze dagen van Pasen dragen we deze kreet in het hart. En wanneer men naar de reden van onze geschonken glimlach en van ons geduldig delen vraagt, dan zullen we kunnen zeggen dat Jezus nog hier is.

Hij blijft tussen ons in leven, dat Jezus hier is, op het plein, met ons: levend en verrezen.

Vertaling uit het Italiaans: Marcel De Pauw msc

Bron: Kerknet.be