Leestip van de dag – zaterdag 17 december 2017

De mooiste vreugde van Kerstmis kerst-kaarsen-met-houten-achtergrond_1147-198
is de inwendige vreugde van vrede

In zijn tweede catechese over de hoop tijdens de audiëntie van woensdag 14 december 2016 ging de paus nader in op hoofdstuk 52 van Jesaja.

Geliefde broers en zussen, goedendag!

We komen dichter bij Kerstmis en de profeet Jesaja helpt ons opnieuw om open te staan voor de hoop door open te staan voor de Blijde Boodschap van de gekomen verlossing. Hoofstuk 52 van Jesaja begint met de uitnodiging aan Jeruzalem om wakker te worden en het stof en de ketenen van zich af te schudden en de mooiste kleren aan te trekken, want de Heer is gekomen om zijn volk te verlossen (vv. 1-3). En hij voegt eraan toe: Daarom zal mijn volk op die dag mijn naam erkennen; erkennen dat Ik het ben, Ik die zeg: ‘Hier ben ik’ (v. 6).

De kleine rest

Aan dit Hier ben Ik dat God zegt en dat heel zijn wil uitdrukt om te redden en bij ons te zijn, beantwoordt, op uitnodiging van de profeet, de vreugdezang van Jeruzalem. Historisch is dat een heel belangrijk ogenblik. Het betekent echt het einde van de Babylonische ballingschap, de mogelijkheid voor Israël om God terug te vinden en in echt geloof zichzelf terug te vinden. De Heer komt nader en de kleine rest, dat wil zeggen het kleine volk dat na de ballingschap is overgebleven en in de ballingschap standvastig is gebleven in het geloof, dat de crisis doorleefd heeft en volhard heeft in het geloof en de hoop ook wanneer het duister was, die kleine rest zal de wonderwerken van God mogen zien. Op dat punt voegt de profeet een jubelzang in:

Hoe welkom zijn, op de bergen, de voeten van de vreugdebode die vrede meldt, van de vreugdebode met goed nieuws, die een boodschap van heil laat horen en tegen Sion zegt: ‘Uw God is koning” (…) Jubel en juich, allen tezamen,  puinhopen van Jeruzalem; want de HEER heeft zijn volk bemoedigd, Hij heeft Jeruzalem verlost. De HEER toont zijn heilige arm aan de ogen van alle volken, en de verste hoeken van de aarde hebben het heil gezien dat van onze God komt (Js 52,7.9-10)

Het wonder van de vrede

Deze woorden van Jesaja, waarbij we willen stilstaan, verwijzen naar het wonder van de vrede. Ze doen dat op een heel bijzondere wijze, door de blik te richten, niet op de boodschapper maar op zijn voeten die vlug voortsnellen: Hoe welkom zijn, op de bergen, de voeten van de vreugdebode … Het lijkt wel de bruidegom uit het Hooglied die naar zijn geliefde toesnelt: Kijk, daar komt hij aan: springend komt hij over de bergen, over de heuvels komt hij aangesneld (Hl. 2,8). Zo ook snelt de boodschapper van de vrede drager van de blijde boodschap van d bevrijding, van de verlossing, afkondigend dat de God heerst.

God of de zonde?

God heeft zijn volk niet verlaten en heeft zich niet laten overwinnen door het kwaad, omdat Hij trouw is en zijn genade groter is dan de zonde. Dat moeten wij nog leren, want we zijn koppig en leren niet. Daarom stel ik de vraag: wie is de grootste, God of de zonde? God! En wie behaalt uiteindelijk de overwinning? God of de zonde? God. Hij kan de grootste, de meest beschamende, de vreselijkste, de ergste zonde overwinnen. Met welk wapen overwint God de zonde? Met de liefde. Dat is de betekenis van God heerst. dit zijn de woorden van het geloof in een Heer wiens macht zich over de mensheid buigt, hij vernedert zich om barmhartigheid te schenken en de mens te bevrijden van alles wat het mooie beeld van God in hem verminkt. Want als we zondigen, wordt het beeld van God misvormd. En de voltooiing van die grote liefde zal het Rijk zijn dat door Jezus wordt gesticht, dat Rijk van vergiffenis en vrede dat we met Kerstmis vieren en dat definitief werkelijkheid wordt met Pasen.

De mooiste vreugde van Kerstmis is die inwendige vreugde van vrede:
de Heer heeft mijn zonden uitgewist, de Heer heeft mij vergiffenis
geschonken, de Heer heeft medelijden met mij, Hij is gekomen
om mij te verlossen. Dat is de vreugde van Kerstmis !

De motieven van onze hoop

Dit zijn, geliefde broers en zussen, de motieven van onze hoop. Wanneer alles mislukt lijkt, wanneer, met zoveel negatieve werkelijkheid voor ogen, geloven moeizaam wordt en de bekoring komt dat niets nog zin heeft, dan komt het mooie bericht, gebracht door die snelle voeten: God komt naderbij om iets nieuws te beginnen, om een rijk van vrede te stichten; God heeft de mouwen opgestroopt en komt vrijheid en troost brengen. Het kwaad zal niet voor altijd overwinnen, aan het lijden komt een einde. De wanhoop wordt overwonnen omdat God bij ons is.

Mannen en vrouwen van de hooop

Ook wij worden uitgedaagd om een beetje wakker te worden, zoals Jeruzalem, volgens de uitnodiging van de profeet; we worden geroepen om mannen en vrouwen van hoop te worden, door mee te werken aan de komst van dat Rijk gemaakt van licht en bestemd voor allen, mannen en vrouwen van de hoop.

Hoe erg is dit: een christen zonder hoop! ‘Ik hoop niet meer,
voor mij is alles afgelopen’. Zo spreekt een christen
die niet in staat is de horizon van hoop te zien
met alleen maar een muur in zijn hart.

Door vergiffenis vernietigt God deze muren! Daarom moeten we bidden opdat God ons elke dag hoop zou geven en dat Hij ze aan allen zou schenken, de hoop die ontluikt wanneer we God in de kribbe van Bethlehem zien. De boodschap van het Goede Nieuws die ons werd toevertrouwd, is dringend, ook wij moeten, zoals de boodschapper over de bergen rennen, want de wereld kan niet wachten, de mensheid heeft honger en dorst naar gerechtigheid, waarheid en vrede.

Het kleine Kind van Betlehem

Wanneer de kleinen van de wereld, het kleine Kind van Betlehem zien, zullen ze weten dat de belofte in vervulling ging, dat de boodschap realiteit werd. In een pasgeboren kindje, dat alles mist, in doeken gewikkeld, neergelegd in een voederbak is de macht van God die redt aanwezig.

Kerstmis is een dag om het hart te openen: het is nodig
het hart te openen voor de grote kleinheid en
voor de grote wonderlijkheid in dat Kind.

Dat is het wonder van Kerstmis waarop we ons met hoop voorbereiden in deze adventstijd. Het is de verrassing van een God Kind, van een arme God, van een zwakke God, van een God die zijn grootheid verlaat om ons nabij te komen.

Vertaling uit het Italiaans: Marcel De Pauw msc

Bron: Kerknet.be