Leestip van de dag – zaterdag 3 maart 2018

“Wie dorst heeft geef Ik vrij te drinken
uit de bron met water dat leven geeft.”

Het maandelijkse ‘Woord van leven’ is een zin uit de Bijbel met een uitleg die wil helpen om de woorden in concreet leven om te zetten. De tekst wordt in 90 talen door de Focolarebeweging uitgegeven en bereikt wereldwijd miljoenen mensen.

“Wie dorst heeft geef Ik vrij te drinken uit de bron met water dat leven geeft.”
(Openbaring 21, 6)

De apostel Johannes schrijft het boek van de Openbaring om de christenen van zijn tijd te troosten en moed in te spreken. Ze ondervonden op dat moment overal vervolgingen. Dit boek is vol symbolische beelden en toont de visie van God op de geschiedenis en zijn vervulling aan het einde der tijden: de uiteindelijke overwinning op de machten van het kwaad. Dit boek beschrijft de viering van een doel dat is bereikt: het glorierijke einde waar God de mensheid naar toe leidt. Het houdt de belofte in van bevrijding uit ieder lijden. God zelf “zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn” (Op. 21, 4).

“Wie dorst heeft geef Ik vrij te drinken uit de bron met water dat leven geeft.”

Dit toekomstbeeld heeft zijn wortels in het heden, voor ieder die al is begonnen om in zijn leven oprecht te zoeken naar God en naar zijn Woord, dat ons zijn plannen laat zien. Het is al begonnen voor wie de dorst in zich voelt naar waarheid, gerechtigheid en broederschap. Dorst voelen, op zoek zijn, dat is voor God al een positief teken, een goed begin, en Hij belooft zelfs de bron van het leven. Het water dat God belooft wordt gratis aangeboden, niet alleen aan wie hoopt aangenaam te zijn in zijn ogen vanwege al zijn inspanningen, maar aan ieder die de last voelt van zijn eigen kwetsbaarheid en zich toevertrouwt aan zijn liefde in de zekerheid dat hij genezen zal worden en zo het volle leven en het geluk zal vinden. We kunnen ons afvragen waarnaar wij zelf dorst hebben. En bij welke bronnen wij die gaan lessen.

“Wie dorst heeft geef Ik vrij te drinken uit de bron met water dat leven geeft.”

Natuurlijk bestaat onze dorst erin dat we graag geaccepteerd willen worden, dat we een goede plek mogen vinden in de maatschappij, dat we onze plannen kunnen realiseren… Allemaal terechte verlangens, maar die wel het risico inhouden dat we alleen maar kijken naar eigenbelang. Dat is niet het water dat ons leven geeft, maar het eerder vervuilt. Als we dieper in ons hart kijken zullen we daar ook een andere dorst aantreffen, namelijk het leven beleven als een geschenk en dat doorgeven. We kunnen putten uit de zuivere bron van het Evangelie en onszelf ontdoen van al het vuil dat er misschien overheen ligt.

“Wie dorst heeft geef Ik vrij te drinken uit de bron met water dat leven geeft.”

En als we als christenen het gebod van de wederzijdse liefde in praktijk brengen, geven we God de mogelijkheid om ons het water te geven dat leven geeft. Ieder moment waarop we proberen het Evangelie te beleven is een druppel van dat levend water. Ieder gebaar van liefde voor onze medemens is een bron van dit water. Want dit zo kostbare levende water heeft als kenmerk dat het in ons hart blijft opborrelen als we ons openen voor allen.

En er is nog een bron waaruit we kunnen putten. Wanneer twee of drie mensen in zijn naam samenkomen en elkaar liefhebben met een liefde zoals Hij heeft, is Jezus in hun midden. Dan voelen we ons vrij, vol licht, en borrelen stromen van levend water op in ons hart. Hijzelf, die aanwezig is in ons midden, is degene die water doet stromen en alle dorst voor eeuwig zal lessen.

Letizia Magri