Leestip van de dag – zondag 24 mei 2020

24 mei: 54ste Wereldcommunicatiedag – Boodschap paus Franciscus

Dan kunt gij later aan uw kinderen en kleinkinderen verhalen (Ex 10, 2) – Leven wordt geschiedenis.

Ik wil mijn boodschap dit jaar wijden aan het thema: verhalen vertellen, omdat ik geloof dat wij, om niet te verdwalen, behoefte eraan hebben de waarheid van mooie verhalen in te ademen: histories die opbouwen, niet afbreken; histories die helpen onze wortels te herontdekken en de kracht te vinden om samen verder te gaan. In de verwarring van al die stemmen en berichten om ons heen hebben wij nood aan een menselijk verhaal dat ons vertelt over ons en het mooie dat in ons woont. Een verhaal dat met tederheid naar de wereld en wat daar gebeurt weet te kijken; dat vertelt over ons deel zijn van een levend netwerk; dat de vervlechting van de draden openbaart waarmee wij met elkaar zijn verbonden.

Verhalen weven

De mens is een verhalenverteller. Van kleins af aan hebben wij honger naar verhalen net zoals wij hongeren naar voedsel. Of het nu in de vorm van sprookjes, romans, films, liedjes, berichten … is, verhalen beïnvloeden ons leven, ook al zijn wij ons daarvan niet bewust. Vaak bepalen wij wat juist of verkeerd is op grond van personen en verhalen die wij ons eigen hebben gemaakt. Verhalen drukken een stempel op ons, vormen onze overtuigingen en gedragingen, kunnen ons helpen begrijpen en zeggen wie wij zijn.

De mens is niet alleen het enige wezen dat kleding nodig heeft om de eigen kwetsbaarheid te bedekken (cf. Gn 3, 21), maar ook het enige wezen dat behoefte eraan heeft over zichzelf te vertellen, zich te bekleden met verhalen om het eigen leven te bewaren. Wij weven niet alleen kleding, maar ook verhalen: het menselijk vermogen om te weven (in het Latijn: texere) brengt zowel textiel als tekst voort. De geschiedenissen van alle tijden hebben een gemeenschappelijk weefraam: de structuur voorziet in, ook alledaagse, helden, die om een droom na te jagen moeilijke situaties het hoofd bieden, het kwaad bestrijden, gedreven door een kracht die hen moedig maakt, de kracht van de liefde. Door ons te verdiepen in deze verhalen, kunnen wij opnieuw heroïsche motivatie vinden om de uitdagingen van het leven het hoofd te bieden.

De mens is een verhalenverteller, omdat hij groeit, ontwikkelt, zichzelf ontdekt en verrijkt door de gebeurtenissen van zijn tijd. Maar ons verhaal wordt vanaf het begin bedreigd: in de geschiedenis sluipt het kwaad binnen.

Niet alle verhalen zijn goed

Als je ervan eet, zul je als God worden (cf. Gn 3, 4): de verleiding van de slang voegt aan het weefsel van de geschiedenis een moeilijk te ontwarren knoop toe. Als je bezit, word je, bereik je …”, fluistert ook vandaag nog degene die zich van het zogenaamde storytelling bedient om te instrumentaliseren. Hoeveel verhalen bedwelmen ons niet door ons ervan te overtuigen dat wij om gelukkig te zijn voortdurend moeten hebben, bezitten, consumeren. Wij merken bijna niet hoe begerig wij worden naar kletspraatjes en geroddel, hoeveel geweld en onwaarheid wij consumeren. Erg vaak worden op de weefgetouwen van de communicatie, in plaats van constructieve verhalen, die een bindmiddel voor sociale verbanden en de culturele structuur zijn, vernietigende en provocerende verhalen geproduceerd die de broze draden van de samenleving doen slijten en breken. Door niet geverifieerde informatie bij elkaar te zetten, banale en zogenaamd overtuigende bewijzen te herhalen, weeft men niet mee aan de menselijke geschiedenis, maar berooft men de mens van zijn waardigheid.

Maar terwijl verhalen die worden gebruikt om te instrumentaliseren of om macht te krijgen, een kort leven beschoren is, is een goed verhaal in staat de grenzen van ruimte en tijd te doorbreken. Het blijft na eeuwen nog actueel, omdat dit het leven voedt.

In een tijdperk waarin vervalsing almaar geraffineerder blijkt te zijn en daarbij enorme niveaus bereikt (deepfake), hebben wij behoefte aan wijsheid om mooie, ware en goede verhalen te kunnen verwelkomen. Wij hebben moed nodig om onechte en boosaardige verhalen af te wijzen. Wij hebben nood aan geduld en onderscheiding om opnieuw verhalen te ontdekken die ons helpen om de draad niet kwijt te raken tussen zoveel hedendaagse problemen; verhalen die de waarheid weer aan het licht brengen over wat wij zijn, ook in de ongeziene heldhaftigheid van alledag.

Het Verhaal der verhalen

De Heilige Schrift is een Verhaal der verhalen. Hoeveel wederwaardigheden, volkeren, mensen laat het ons zien! De Schrift toont ons vanaf het begin een God die schepper en tegelijkertijd verteller is. Hij spreekt immers zijn Woord en de dingen bestaan (cf. Gn 1). Door ze uit te spreken, roept God de dingen tot leven en schept op het hoogtepunt man en vrouw als zijn vrije gesprekspartners, samen met Hem voortbrengers van geschiedenis. In een van de psalmen vertelt een schepsel aan de Schepper: Wat er in mij is hebt Gij geschapen. Gij hebt mij als een weefsel in de moederschoot gevormd. Ik dank U voor het wonder van mijn leven … mijn diepste wezen is U niet verborgen. Toen ik geheimnisvol werd voortgebracht, mijn levensdraden in de schoot gevlochten werden, toen zagen reeds uw ogen al mijn daden … (Ps 139, 13-16). Wij zijn niet ’compleet’ geboren, maar moeten voortdurend geweven en gevlochten worden. Het leven is ons gegeven als een uitnodiging om dat wonder van leven dat wij zijn, te weven.

In deze zin is de Bijbel de grote liefdesgeschiedenis tussen God en de mensheid. In het middelpunt staat Christus: zijn geschiedenis brengt de liefde van God voor de mens en tegelijkertijd de geschiedenis van de liefde van de mens voor God tot vervulling. De mens zal zo van geslacht tot geslacht geroepen worden de meest veelzeggende episodes van dit Verhaal der verhalen te vertellen, verhalen die in staat zijn de betekenis van wat is gebeurd, mee te delen.

De titel van deze boodschap is ontleend aan het boek Exodus, een fundamenteel verhaal in de Bijbel dat God ziet ingrijpen in de geschiedenis van zijn volk. Immers, wanneer de kinderen van Israël in slavernij tot Hem roepen, luistert God naar hen en herinnert zich: God was zijn verbond met Abraham, Isaak en Jakob indachtig. God zag goedgunstig neer op de Israëlieten en Hij was met hen begaan (Ex 2, 24-25). Uit de herinnering van God komt de bevrijding uit de onderdrukking voort, die geschiedt door tekenen en wonderen. Op dit punt openbaart God Mozes de betekenis van deze tekenen: Dan kunt ge later aan uw kinderen en kleinkinderen verhalen … welke tekenen Ik daar verricht heb. Zo zult ge weten dat Ik de HEER ben (Ex 10, 2). De ervaring van Exodus leert ons dat de kennis van God vooral wordt doorgegeven door van geslacht tot geslacht te vertellen hoe Hij zich tegenwoordig blijft stellen. De God van het leven deelt zich mee door het leven te vertellen.

Jezus zelf sprak over God, niet in abstracte verhalen, maar in parabels, korte verhalen, ontleend aan het leven van alledag. Hier wordt het leven geschiedenis en voor de toehoorder wordt de geschiedenis leven: dit verhaal komt binnen in het leven van wie het hoort en verandert het.

Ook de evangelies zijn niet toevallig verhalen. Terwijl zij ons informeren over Jezus, zijn zij ook performatief[1], zij vormen ons om tot Jezus, zij maken ons gelijkvormig aan Hem: het Evangelie vraagt de lezer deel te nemen aan hetzelfde geloof om hetzelfde leven te delen. Het Johannesevangelie zegt ons dat de Verteller bij uitstek – het Verbum, het Woord – verhaal is geworden: … maar de eniggeboren God, die rust aan het hart van de Vader, Hij heeft Hem doen kennen (Joh 1, 18). Het originele werkwoord exeghsésato kan vertaald worden met ofwel geopenbaard ofwel met verhaald. God heeft zich persoonlijk in onze mensheid ingeweven en ons zo een nieuwe manier gegeven om onze geschiedenissen te weven.

Een verhaal dat telkens opnieuw is

De geschiedenis van Christus is een erfenis uit het verleden, het is onze, immer actuele geschiedenis. Zij toont ons dat God de mens ter harte heeft genomen, ons vlees, onze geschiedenis, zodat Hij mens, vlees en geschiedenis is geworden. Zij zegt ons ook dat er geen onbetekenende of kleine geschiedenissen bestaan. Nadat God geschiedenis is geworden, is iedere menselijke geschiedenis in zekere zin goddelijke geschiedenis. In de geschiedenis van iedere mens ziet de Vader de geschiedenis van zijn Zoon, die op aarde is neergedaald, terug. Iedere menselijke geschiedenis heeft een niet te onderdrukken waardigheid. Daarom verdient de mensheid verhalen die aan haar niveau beantwoorden, het duizelingwekkende en fascinerende niveau waarop Jezus haar heeft gebracht.

Gij zijt – zo schreef de Heilige Paulus – een brief van Christus … niet met inkt geschreven, maar met de Geest van de levende God, niet gegrift op stenen tafelen, maar geprent in de harten van levende mensen (2 Kor 3, 3). De Heilige Geest, de liefde van God, schrijft in ons. En wanneer Hij binnen in ons schrijft, prent Hij ons het goede in, herinnert Hij ons daaraan. Her-inneren betekent immers te binnen brengen, in het hart schrijven. Door het werk van de Heilige Geest kan elke geschiedenis, ook de meest vergeten geschiedenis, ook degene die wordt geschreven op de meest kromme lijnen, geïnspireerd worden, herboren worden als een meesterwerk en zo een vervolg op het Evangelie worden. Zoals de Belijdenissen van Sint-Augustinus. Zoals het Verhaal van de pelgrim van Ignatius. Zoals de Geschiedenis van een ziel van de kleine Teresia van het Kind Jezus. Zoals de Verloofden, zoals De gebroeders Karamasov. Zoals ontelbare andere verhalen die op wonderbare wijze de ontmoeting tussen de vrijheid van God en die van de mens geënsceneerd hebben.

Ieder van ons kent verschillende verhalen die de geur van het Evangelie hebben, die getuigen van de Liefde, die het leven verandert. Die verhalen vragen erom dat men ze deelt, vertelt, doet leven in iedere tijd, in iedere taal, met ieder middel.

Een verhaal dat ons vernieuwt

In ieder groot verhaal gaat ons eigen verhaal meespelen. Terwijl wij de Schrift, de levensverhalen van de heiligen en ook de teksten lezen die de ziel van de mens verlichten en de schoonheid ervan aan het licht hebben weten te brengen, is de Heilige Geest vrij om in ons hart te schrijven en daarbij in ons de herinnering te vernieuwen aan wat wij in de ogen van God zijn. Wanneer wij ons de liefde herinneren die ons heeft geschapen en gered, wanneer wij liefde leggen in onze dagelijkse gebeurtenissen, wanneer wij in het weefsel van onze dagen barmhartigheid weven, dan slaan wij een bladzijde om. Dan blijven wij niet langer verstrikt in droefheid en verdriet, gebonden aan een ongezonde herinnering die ons hart gevangen houdt, maar stellen wij ons open voor anderen en stellen wij ons open voor de visie van de Verteller zelf. Aan God ons verhaal vertellen, is nooit nutteloos: ook al blijven de gebeurtenissen onveranderd, zij veranderen van betekenis en perspectief. De Heer over jezelf vertellen, is zijn blik aannemen van medelijdende liefde jegens ons en anderen. Hem kunnen wij de verhalen vertellen die wij leven, aan Hem kunnen wij de mensen en situaties toevertrouwen die daarin belangrijk zijn. Met Hem kunnen wij het weefsel van het leven weer oppakken en de breuken en scheuren verstellen. Hoezeer hebben wij allemaal dit nodig!

Met de blik van de Verteller – de enige die het definitieve gezichtspunt inneemt – naderen wij,  hoofdrolspelers, onze broeders en zusters, naast ons acteurs in de geschiedenis van vandaag. Ja, omdat niemand een figurant op het toneel van de wereld is en de geschiedenis van ieder openstaat voor een mogelijke verandering. Ook wanneer wij over het kwaad vertellen, kunnen wij leren ruimte te laten voor verlossing, kunnen wij midden in het kwaad ook de dynamiek van het goede herkennen en het ruimte geven.

Daarom gaat het er niet om de logica van storytelling te volgen, noch om reclame te maken of zichzelf te promoten, maar om te herinneren aan wat wij in de ogen van God zijn, te getuigen van wat de Geest in de harten schrijft, aan iedereen te openbaren dat zijn geschiedenis verbazingwekkende wonderen bevat. Laten wij om dat te doen ons toevertrouwen aan een vrouw die het mens zijn van God in haar schoot heeft geweven en, zo zegt het Evangelie, alles wat haar overkwam heeft samengeweven. De Maagd Maria heeft alles immers bewaard en overwogen in haar hart (cf. Lc 2, 19). Laten wij haar om hulp vragen, die de knopen van het leven met de zachtmoedige kracht van de liefde heeft weten te ontwarren:

Maria, vrouw en moeder, u hebt in uw schoot het goddelijke Woord geweven, u hebt met uw leven verteld van de schitterende werken van God. Luister naar onze verhalen, bewaar ze in uw hart en maak ook die levensverhalen tot de uwe waarnaar niemand luisteren wil. Leer ons de goede draad te herkennen die de geschiedenis leidt. Kijk naar de opeenstapeling van knopen waarin ons leven verstrikt is geraakt en zo onze herinnering heeft verlamd. Door uw delicate handen kan iedere knoop worden ontward. Vrouw van de Geest, moeder van vertrouwen, inspireer ook ons. Help ons aan verhalen van vrede, verhalen van toekomst te bouwen. En wijs ons de weg om deze te leven.

Rome, bij Sint-Jan van Lateranen, 24 januari, Gedachtenis van Sint-Franciscus van Sales.

Franciscus

Vertaling: drs. H.M.G. Kretzers
Eindredactie: Anna Kruse, MA
Met aanpassingen door de Persdienst van de Bisschoppenconferentie van België
Copyright: Liberia Editrice Vaticana/SRKK

Bron: Kerknet.be