Lezingen van de dag – dinsdag 17 mei 2016

dinsdag in de zevende week door het jaar


Uit de brief van Jakobus 4, 1-10

Naijver, jaloersheid en haat verscheuren een mens. Wie zich verzet en ten strijde trekt tegen dergelijke praktijken van anderen en zichzelf niet bekeert in zijn hart, verspilt nutteloos zijn krachten en zijn bidden wordt onrecht. Hoeveel conflicten zouden niet beter geregeld kunnen worden als wij ons telkens eerst bekeerden ?

Broeders en zusters,
waar komt al die strijd, waar komen al die conflicten bij u toch uit voort? Is het niet uit de hartstochten die strijd leveren in uw binnenste?
U verlangt naar iets, maar krijgt het niet. U bent jaloers en moordlustig, maar bereikt uw doel niet. U bekvecht en twist met elkaar. U krijgt niets omdat u niet bidt. En als u bidt ontvangt u niets, omdat u verkeerd bidt: u wilt alleen uw eigen hartstochten bevredigen.
Trouwelozen! Beseft u dan niet dat vriendschap met de wereld vijandschap jegens God betekent? Wie bevriend wil zijn met de wereld, maakt zich tot vijand van God.
Denk toch niet dat dit loze woorden zijn in de Schrift: ‘Hij die ons het leven gaf, maakt er vurig aanspraak op; maar de genade die Hij schenkt is nog groter.’ Daarom staat er: ‘God keert zich tegen hoogmoedigen, maar aan nederigen schenkt Hij zijn genade.’
Onderwerp u dus aan God, en verzet u tegen de duivel, dan zal die van u wegvluchten. Nader tot God, dan zal Hij tot u naderen.
Reinig uw handen, zondaars; zuiver uw hart, weifelaars. Weeklaag, wees treurig en laat uw tranen vloeien.
Laat uw lachen veranderen in droefheid en uw vreugde in somberheid. Verneder u voor de Heer, dan zal Hij u verheffen.

 

Psalm 55, 7 + 8 + 9 + 10 + 11a + 23

Refr.: Leg uw last op de Heer en Hij zal u steunen.

Had ik maar vleugels als een duif, Drieeenheid_2
ik zou opvliegen en neerstrijken,
ver, ver weg zou ik vluchten,
overnachten in de woestijn,
haastig beschutting zoeken
tegen de vlagen van de stormwind.

Splijt hun tong, Heer, verwar hun spraak,
want in de stad zie ik geweld en strijd,
dag en nacht gaan die rond op haar muren.
In het hart van de stad heerst onheil en leed.
Leg uw last op de Heer en Hij zal u steunen,
nooit zal Hij dulden dat een rechtvaardige ten val komt.

 

Uit het evangelie volgens Marcus 9, 30-37

Wanneer Jezus zijn leerlingen nog eens duidelijk tracht te maken dat zijn dienen zover zal gaan dat Hij zijn leven zal geven, begrijpen zij dit niet. Zij dachten aan een nieuw, aards rijk, waar zij de voornaamste posten zouden innemen. Zij maken zelfs ruzie om de eerste plaats te krijgen. Jezus wijst hen terecht en herhaalt nog eens dat men in zijn rijk niet moet komen om gediend te worden, maar om te dienen met het hart van een kind.

Na de gedaanteverandering vertrokken Jezus en zijn leerlingen weg uit die streek en reisden door Galilea, maar Hij wilde niet dat iemand dat te weten kwam, want Hij was bezig zijn leerlingen onderricht te geven.
Hij zei tegen hen: ‘De Mensenzoon wordt uitgeleverd aan de mensen. Die zullen Hem doden, maar na drie dagen zal Hij uit de dood opstaan.’
Ze begrepen deze uitspraak niet, maar durfden Hem geen vragen te stellen.
Ze kwamen in Kafarnaüm. Toen ze in huis waren, vroeg hij hun: ‘Waarover waren jullie onderweg aan het redetwisten?’
Ze zwegen, want ze hadden onderweg met elkaar getwist over de vraag wie van hen de belangrijkste was.
Hij ging zitten en riep de twaalf bij zich. Hij zei tegen hen: ‘Wie de belangrijkste wil zijn, moet de minste van allemaal willen zijn en ieders dienaar.’
Hij pakte een kind op en zette het in hun midden neer; hij sloeg zijn arm eromheen en zei tegen hen: ‘Wie in mijn naam één zo’n kind bij zich opneemt, neemt mij op; en wie mij opneemt, neemt niet mij op, maar Hem die mij gezonden heeft.’

Van Woord naar leven

Vandaag horen we Jakobus zeggen: ‘U krijgt niets omdat u niet bidt. En als u bidt ontvangt u niets, omdat u verkeerd bidt: u wilt alleen uw eigen hartstochten bevredigen.’Wat het Pinksterfeest, wat we zondag nog vierden, ons onder andere leert, is dat het vuur van de Geest eigenlijk het hart van ons gebed zou moeten zijn. Want het is niet omdat we een welbepaalde tijd besteden aan gebed, dat we werkelijk bidden. Het is niet omdat we een zogenaamde gebedsplicht vervuld hebben dat we echt gebeden hebben. Waarmee ik niet wil zeggen dat gebedsplicht en de tijd die je eraan besteed niet belangrijk zouden zijn. Dat is het wel, ook wanneer we tijdens ons bidden niet tot echt gebed kwamen. Beter een leeg gebed dan helemaal geen gebed. Trouwens, God bemint ons niet minder wanneer ons hart ver weg is van het gebed, wanneer ons gebed leeg is. God bemint altijd, en aanhoort zelfs ons zogenaamd leeg gebed. Wat Hij daarmee dan doet of niet doet… da’s voor Hem.Maar dat neemt niet weg dat het belangrijk is dat we aandacht geven aan ons bidden, dat ons gebed werkelijk iets van het hart wordt.Het is daarom goed, denk ik, dat we de dag beginnen met de smeekbede dat God ons gebed mag vervullen met zijn heilige Geest. Hoe die smeekbede er uitziet, da’s op zich niet belangrijk. Dit kan gewoon een diep verlangen zijn, zonder woorden, geknield met je handen open. Persoonlijk hou ik ervan het gebed zo te beginnen. Je eigent op deze wijze het gebed niet toe, maar geeft het uit handen, namelijk aan de liefde van de Vader. Je heet zijn liefde welkom, de warmte van de Geest, om vanuit deze liefkozing van de Vader tot gebed te komen, Hem zijn liefde als het ware terug gevend.En je zal zien dat je gebed dan enkel gericht is naar de Vader, los van eigen hartstochten, om het woord van Jakobus te gebruiken. Je gebed is niet meer uw gebed, maar het is het gebed van Jezus dat in je gebeurt. Hij trekt je mee in zijn liefde tot de Vader. Dat is, mijn inziens het hart van het gebed.Zijn er intenties, bepaalde zaken of mensen, waarvoor we bidden: da’s prima, goed en ook nodig. Maar we leggen ze altijd in de liefde van de Vader, vervuld van liefde (Jezus in ons), vragend of de Vader ze doorheen de Zoon wil aanraken.Ik merk, wanneer ik hier zo tracht te schrijven over het gebed, dat het één groot gestotter is, en dat elk woord tekort doet aan wat bidden werkelijk is. Daarbij komt het feit dat wanneer ik binnen tien jaar over dit thema iets wil zeggen, dat dit beslist weer anders zal zijn, dieper, gegroeid in de Heer. Dus… vergeet gewoon deze mijmering. Maar bid, en de Heer zal je zelf binnenleiden in de wereld van zijn bidden. Ja, dit laatste is de meest veilige weg. Vergeet mijn woorden.krisReageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Goede God,Praying woman hands help ons ons neer te leggen in de warmte van uw Geest, opdat Jezus het mag zijn die in ons bidt, ons binnenleidend in zijn ja-woord tot U. Kom heilige Geest. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.