Lezingen van de dag – dinsdag 18 oktober 2016

Lucas, evangelistbijbel

feest   –   eigen lezingen


Uit de tweede brief van Paulus aan Timoteüs 4, 9-17a

‘De Heer heeft me ter zijde gestaan en me kracht gegeven.’

Dierbare, kom snel naar me toe, want Demas heeft me verlaten; hij heeft deze wereld lief gekregen en is naar Tessalonica vertrokken. Crescens is naar Galatië gegaan, Titus naar Dalmatië. Alleen Lucas is bij me gebleven. Haal Marcus op en neem hem met je mee, want hij kan mij goede diensten bewijzen. Tychikus heb ik naar Efeze gestuurd. Als je komt, neem dan de mantel mee die ik in Troas bij Karpus heb laten liggen, en ook de boeken, vooral die van perkament. Alexander, de kopersmid, heeft mij veel kwaad gedaan; de Heer zal hem zijn verdiende loon geven. Ook jij moet voor hem oppassen, hij heeft onze verkondiging sterk tegengewerkt. Bij mijn eerste verdediging heeft niemand mij bijgestaan, ze hebben mij allemaal in de steek gelaten. Moge het hun niet worden aangerekend.
Maar de Heer heeft me ter zijde gestaan en me kracht gegeven, zodat ik de verkondiging tot een goed einde heb gebracht en alle volken de boodschap hebben gehoord.

 

Psalm 145, 10 + 11 + 13 + 17 + 18

Refr.: Uw heiligen, Heer, maken uw kracht aan de mensen bekend.

Laten al uw schepselen U loven, Heer,
en uw getrouwen U prijzen. Drieeenheid_2

Laten zij getuigen van de luister van uw koningschap,
spreken over uw machtige werken.

Laten zij aan de stervelingen uw machtige daden verkondigen,
de glorie en de glans van uw koningschap.

Uw koningschap omspant de eeuwen,
uw heerschappij omvat alle geslachten.

Rechtvaardig is de Heer in alles wat Hij doet,
zijn schepselen blijft Hij trouw.

Allen die Hem aanroepen is de Heer nabij,
die Hem roepen in vast vertrouwen.

 

Uit het evangelie volgens Lucas 10, 1-9

Het Koninkrijk van God is onder ons. Ja, de Heer is met ons. Laat ons op weg gaan.

In die tijd stelde de Heer tweeënzeventig anderen aan, die Hij twee aan twee voor zich uit zond naar iedere stad en plaats waar Hij van plan was heen te gaan.
Hij zei tegen hen: ‘De oogst is groot, maar arbeiders zijn er weinig; vraag dus de eigenaar van de oogst of hij arbeiders wil sturen om de oogst binnen te halen. Ga op weg, en bedenk wel: Ik zend jullie als lammeren onder de wolven. Neem geen geldbuidel, geen reistas en geen sandalen mee, en groet onderweg niemand. Als jullie een huis binnengaan, zeg dan eerst: “Vrede voor dit huis!” Als er een vredelievend mens woont, zal jullie vrede met hem zijn; zo niet, dan zal die vrede bij je terugkeren. Blijf in dat huis, en eet en drink wat men je aanbiedt, want de arbeider is zijn loon waard. Ga niet van het ene huis naar het andere. En als jullie een stad binnengaan en daar welkom zijn, eet dan wat je wordt voorgezet, genees de zieken die er zijn en zeg tegen hen: “Het Koninkrijk van God heeft jullie bereikt.”

 

Van Woord naar leven

Als je de woorden van Jezus die we vandaag horen omzetten in onze moderne taal, klinkt dat heel gewoon: zoek je kracht niet in je kredietkaarten of je bankrekening, verlies je tijd niet met oppervlakkig gepraat, met vrijblijvende discussies, durf dieper contact nemen met de mensen, met hun verlangens en noden. Straal vrede en vreugde uit. Je komt in een harde wereld terecht, er lopen wolven rond, wees niet naïef; als het hen niet interesseert, ga dan verder, wees goed voor zieken en zwakken.Er staat ook iets eigenaardigs bij: 'eet wat ze je presenteren'. Let op, het gaat hier niet over beleefdheid! Joden in Jezus' tijd, en nu nog, aten alleen wat zij rein vonden, kosjer, Jezus was dus wel erg revolutionair voor zijn tijd. Eet wat u wordt voorgezet, ook al verbiedt je godsdienst of je cultuur dat. Voor ons betekent dat: als je met vreemden omgaat, hou dan niet halsstarrig vast aan je westerse gebruiken, wordt Griek met de Grieken, Afrikaan met de Afrikanen, Turk met de Turken. Misschien worden die dan ooit wel Vlaming met de Vlamingen, of Nederlander met de Nederlanders.We horen ook dat er veel werk is aan de winkel. Jezus zegt: genees de zieken. Ook in onze tijd zijn er zieken genoeg. Want nu worden ook veel gezonde mensen ziek, omdat de maatschappij zelf dikwijls ziek is. Mensen raken in de put omdat ze ontevreden zijn, omdat ze alleen maar met zichzelf bezig zijn of omdat er niemand in hun omgeving tevreden is, velen zitten te kankeren en te kritiseren. Werk genoeg dus. Je moet niet eerst een paar jaar gaan studeren om dat soort zieken te helpen. De ziekte van onze tijd is toch duidelijk het materialisme, alsmaar meer willen hebben, nooit tevreden zijn, steeds meer willen profiteren ten koste van de samenleving, ten koste ook van jezelf, van je gezondheid, van je geweten. Je moet geen theologische of zelfs medische opleiding hebben om die diagnose te kunnen stellen, om de mensen te laten aanvoelen dat het materialisme hen ziek maakt.Wij kunnen een van die tweeënzeventig zijn die niet ziek zijn, die Christus’ vrede uitstralen en de weg tonen naar ware gezondheid, naar bevrijding en diepe christelijke levensvreugde.Bron overweging: onbekend
Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer, maak van mij een instrument van uw vrede. Laat mij waar haat is liefde brengen. Laat mij waar wrok is vergeving brengen. Laat mij waar tweedracht is eenheid brengen.glas-in-lood Laat mij waar dwaling is waarheid brengen. Laat mij waar twijfel is geloof brengen. Laat mij waar wanhoop is hoop brengen. Laat mij waar duisternis is, licht brengen. Laat mij waar verdriet is, vreugde brengen. Heer, maak dat ik er meer op uit ben te troosten dan getroost te worden te begrijpen dan begrepen te worden te beminnen dan bemind te worden. Want door te geven krijgen wij, door ons te vergeten vinden wij door te vergeven wordt ons vergeven door te sterven verrijzen wij tot het eeuwige leven. Amen.(gebed toegeschreven aan Franciscus van Assisi)

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.