Lezingen van de dag – dinsdag 20 september 2016

dinsdag in week 25 door het jaarbijbel


Uit het boek Spreuken 21, 1-6 + 10-13

Als vrucht van zijn overtuiging stelt de schrijver hier twee reeksen spreuken voor. De eerste reeks onderlijnt vooral de oppervlakkigheid van ’s mensen kennis en de diepte van Gods kennis. Een tweede reeks benadrukt de neiging van de mens tot slechtheid waardoor hij steeds op zijn hoede moet zijn.

De gedachten van de koning zijn als waterstromen in de macht van de Heer, Hij leidt ze waarheen Hij maar wil.
Een mens kiest in zijn eigen ogen altijd de rechte weg, de Heer toetst wat hem innerlijk beweegt.
De Heer heeft liever dat je eerlijk en rechtvaardig handelt dan dat je een offer brengt.
Een hooghartige blik, een aanmatigend hart, wat een goddeloze uitstraalt is zondig.
De plannen van een vlijtig mens strekken hem tot voordeel, wie overijld te werk gaat, zal gebrek lijden.
Rijkdom verworven door bedrog is als een vluchtige adem op zoek naar de dood.
Een goddeloze is uit op het kwaad, hij toont geen medelijden met zijn medemens.
Als je een spotter terechtwijst, trekt die onervarene daar lering uit, als je een wijze berispt, vermeerdert zijn wijsheid.
De rechtvaardige God slaat de goddelozen gade, Hij stort ze in het verderf.
Wie zijn oren sluit voor het gejammer van de arme zal ooit zelf om hulp schreeuwen, en geen antwoord krijgen.

 

Psalm 119, 1 + 27 + 30 + 34 + 35 + 44

Refr.: Laat mij het pad gaan, Heer, van uw geboden.

Gelukkig wie de volmaakte weg gaan
en leven naar de wet van de Heer.Drieeenheid_2

Leer mij de weg van uw regels begrijpen,
en ik zal uw wonderen overdenken.

Ik heb de betrouwbare weg gekozen,
met uw voorschriften voor ogen.

Geef mij inzicht, en ik zal uw wet volgen,
hem onderhouden met heel mijn hart.

Laat mij het pad gaan van uw geboden,
dat is mij het liefst.

Ik zal mij houden aan uw wet,
voor eeuwig en altijd.

 

Uit het evangelie volgens Lucas 8, 19-21

‘Mijn moeder en mijn broers zijn degenen die naar het woord van God luisteren en ernaar handelen.’

In die dagen kwamen zijn moeder en zijn broers naar Jezus toe, maar ze konden niet bij Hem komen vanwege de menigte.
Zijn toehoorders zeiden tegen Hem: ‘Uw moeder en uw broers staan buiten, ze willen U spreken.’
Maar Hij antwoordde: ‘Mijn moeder en mijn broers zijn degenen die naar het woord van God luisteren en ernaar handelen.’

Van Woord naar leven

‘Mijn moeder en mijn broers zijn degenen die naar het woord van God luisteren en ernaar handelen.’Jezus vraagt ons om ons onder zijn Woord te stellen, het Woord van Vader. Eigenlijk vraagt Hij om dàt te kiezen als het centrum van ons bestaan en al het andere van daaruit te beleven.Je onder Gods Woord plaatsen betekent God kiezen als het allerhoogste in je leven, als dé Allerhoogste. Het betekent voortdurend knielen voor zijn grootsheid, zijn majesteit. Hij is immers God: maker, gever, volheid en zin van alle leven. Je onder zijn Woord plaatsen betekent Hem welkom heten in je hart met al wat Hij geeft. Zijn Woord is immers zoveel meer dan 'woorden'; het is àlles wat Hij geeft en àl wat Hij doet, belichaamd in het mensgeworden Woord: Jezus, onze Heer en Broer.Op deze wijze mogen we moeder, broeder en zuster zijn van elkaar; wij allen die bewoond zijn door Jezus.We mogen moeder zijn van elkaar door elkaar te brengen naar het hart van het bestaan: God. Zoals een goede moeder waakt over de diepste geheimen van haar kind, zo mogen wij waken voor elkaar dat we onder Gods Woord blijven, in dat wat waar is, los van de leugen, los van het kwaad. We mogen broeders en zusters zijn van elkaar om het feest van de vrede met elkaar te delen, van Hem ontvangend, aan elkaar schenkend.Laten we ons plaatsen onder Gods Woord, het be-amen, er gehoor aan geven, om dan samen als een warme gemeenschap Gods liefde te belichamen.kris
Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer,bible-641636_960_720 geef dat wij uw woord mogen beminnen zoals Gij ook ons bemint. Geef dat dit beminnen van uw woord tot gevolg mag hebben dat wij gehoor zouden geven aan wat Gij vraagt. Zo zullen wij broeders en zusters zijn van U, en van elkaar. Meer... we zullen moeders zijn voor elkaar die het beste met hun kinderen voor hebben. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.