Lezingen van de dag – dinsdag 23 okt 2018

dinsdag in week 29 door het jaar


Uit de brief van Paulus aan de Efeziërs 2, 12-22

Christus gaf zijn leven om de mensheid te verzoenen met God.

Broeders en zusters,
bedenk dat u destijds niet verbonden was met Christus, geen deel had aan het burgerschap van Israël en niet betrokken was bij de verbondssluitingen en de beloften die daarbij hoorden. U leefde in een wereld zonder hoop en zonder God.
Maar nu bent u, die eens ver weg was, in Christus Jezus dichtbij gekomen, door zijn bloed. Want Hij is onze vrede, Hij die met zijn dood de twee werelden één heeft gemaakt, de muur van vijandschap ertussen heeft afgebroken en de wet met zijn geboden en voorschriften buiten werking heeft gesteld, om uit die twee in zichzelf één nieuwe mens te scheppen. Zo bracht Hij vrede en verzoende Hij door het kruis beide in één lichaam met God, door in zijn lichaam de vijandschap te doden.
Vrede kwam Hij verkondigen aan u die ver weg was en vrede aan hen die dichtbij waren: dankzij Hem hebben wij allen door één Geest toegang tot de Vader. Zo bent u dus geen vreemdelingen of gasten meer, maar burgers, net als de heiligen, en huisgenoten van God, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, met Christus Jezus zelf als de hoeksteen. Vanuit Hem groeit het hele gebouw, steen voor steen, uit tot een tempel die gewijd is aan Hem, de Heer, in wie ook u samen opgebouwd wordt tot een plaats waar God woont door zijn Geest.

 

Psalm 85, 9-14

Refr.: De Heer spreekt woorden van vrede.

Ik wil horen wat God ons zegt.
De Heer spreekt woorden van vrede
tegen zijn volk, zijn getrouwen.
Laten zij niet weer vervallen in dwaasheid !

Voor wie Hem eren is zijn hulp nabij:
zijn glorie komt wonen in ons land,
trouw en waarheid omhelzen elkaar.

Recht en vrede begroeten elkaar met een kus,
uit de aarde bloeit de waarheid op,
het recht ziet uit de hemel toe.

De Heer geeft al het goede:
ons land zal vruchten geven.
Het recht gaat voor God uit
en baant voor Hem de weg.

 

Uit het evangelie volgens Lucas 12, 35-38

Het Koninkrijk is reeds midden onder ons; anderzijds moet het nog komen. Dit vraagt een voordurende onthechting en waakzaamheid. Op elk ogenblik moeten we klaar staan om de Heer te ontvangen.
Zo ook voor het leven na onze dood.

Jezus sprak: ‘Sta klaar, doe je gordel om en houd de lampen brandend, en wees als knechten die hun heer opwachten wanneer hij terugkeert van een bruiloft, zodat ze direct voor hem opendoen wanneer hij aanklopt. Gelukkig de knechten die de heer bij zijn komst wakend aantreft. Ik verzeker jullie: hij zal zijn gordel omdoen, hen aan tafel nodigen en hen bedienen. Gelukkig degenen die hij zo aantreft, ook al komt hij midden in de nacht of kort voor het aanbreken van de dag.’

Van Woord naar leven

Waakzaamheid heeft te maken met drie zaken :Enerzijds met de dag van ons sterven. Normaal sterven we als we ‘oud’ zijn. Een jonge mens is daar doorgaans niet mee bezig. Oudere mensen over het algemeen meer. Doch is het voor beide leeftijden belangrijk. Immers, ons sterven zal altijd onverwacht komen. Het kan bij wijze van spreken vandaag nog zijn. Een trieste gedachte ? Ja, toch wel, een mens wilt immers leven, het zit in de natuur van de mens te willen leven, niet dood te gaan. Toch is het iets waar we niet zullen aan ontkomen, het is ons aller lot. Dit hoeft geen trieste gedachte te zijn. Als gelovigen geloven we immers dat we na onze dood hierboven zullen ontvangen worden in de eeuwige liefde van de Heer. Vraag is of we er klaar voor zijn. Eigenlijk zouden we zo moeten leven alsof deze dag onze laatste kan zijn. Leven in het licht van de eeuwigheid doet ons immers anders leven. Ons handelen zal gebeuren vervuld van hoop en geloof dat we niet voor niets handelen, maar mét Iemand en voor Iemand. Ons handelen krijgt een eeuwigheidswaarde en zal vervuld zijn van een diepe vrede en vreugde, de deur van de hemel nu reeds op een kier.Waakzaamheid heeft ook te maken met de aanwezigheid van de Heer vandaag. Immers elke minuut van de dag roept Hij, nodigt Hij uit, trekt Hij aan ons. Waakzaamheid betekent dan je hart afstellen op die aanwezigheid, openstaan voor Christus’ tegenwoordigheid, bereid zijn Gods Liefde in je leven te heten. Zo kan je al je doen en laten laten bevruchten door Gods aanwezigheid, opdat al wat je doet vervuld mag zijn van zijn iefde. Het is tevens oog hebben voor Jezus in de naaste; Hij die via de andere naar ons toekomt als bedelaar naar liefde. Het is zien en doen. Het is ook aandacht hebben voor Jezus' aanwezigheid is veelerlei situaties die zich voordoen doorheen de dag. Gewoonlijk beleven we die als zeer vanzelfsprekend. Doch is de Heer er meer in aanwezig dan we doorgaans vermoeden. Doorheen alles wat zich aandient openbaart Hij zich, nodigt Hij uit. De afwas doen, het vegen van de kamer, het schillen van de aardappelen,... het zijn maar voorbeelden.Waakzaamheid heeft in wezen ook te maken met het maken van onderscheid; onderscheid tussen wat van God komt en wat niet, wat God je aanbiedt of wat het kwade je influistert. Het is onderscheid maken tussen licht en donker, goed en kwaad. En dan kiezen voor het goede, tegen het kwaad in.Deze drie vormen van waakzaamheid - die in het dagelijks leven naadloos in elkaar overvloeien - zullen vruchtbaar zijn in die mate dat ons leven verbonden is met het leven van de Heer in ons.krisReageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Jezus, Gij zijt de Vrede van alle stille dingen. Gij zijt de plaats waar ik schuil voor onheil. Gij zijt het licht dat schijnt in het duister. Gij zijt de eeuwige vonk in mijn hart. Gij zijt de deur die wijd open staat. Gij zijt de gast die binnen wacht. Gij zijt de vreemdeling aan de deur. Gij zijt het roepen van de armen. Gij zijt het vuur mijn gebed. Gij zijt mijn raadsheer. Gij zijt mijn bron. Gij zijt mijn weg. Gij zijt de waarheid. Gij zijt mijn Redder, dag en nacht, hier en nu. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.