Lezingen van de dag – dinsdag 26 september 2017

dinsdag in week 25 door het jaar


Uit het boek Ezra 6, 7-8 + 12b + 14-20

Het eerste feest dat de Israëlieten vierden in hun herbouwde tempel was het paasfeest. Na hun terugkeer uit de ballingschap was het wel bijzonder zinvol het bevrijdingsfeest te vieren zoals ze dat kenden sinds de uittocht uit Egypte. Ze waren zich zeer bewust wat God voor hen gedaan had.

In die dagen schreef koning Darius aan de stadhouders uit het gebied aan de overzijde van de Rivier: ‘Laat het werk aan de tempel van God ongestoord voortgang vinden. De gouverneur en de oudsten van de Judeeërs mogen de tempel herbouwen op zijn vroegere plaats. En ik heb bevel gegeven dat u de oudsten van de Judeeërs moet steunen bij de bouw van de tempel van God. Ik, Darius, heb dit bevel gegeven, en het moet nauwkeurig worden uitgevoerd.’
De oudsten van de Judeeërs vorderden gestaag met de bouw, dankzij het optreden van de profeet Haggai en van Zacharia, de kleinzoon van Iddo. Zij voltooiden de tempelbouw zoals de God van Israël en de Perzische koningen Cyrus, Darius en Artaxerxes bevolen hadden.
In het zesde regeringsjaar van koning Darius, op de derde dag van de maand adar, was de tempel gereed.
De Israëlieten, de priesters, de Levieten en de overige teruggekeerde ballingen, vierden de inwijding van de tempel van God met vreugde, en daarvoor brachten zij de volgende offers: honderd stieren, tweehonderd rammen en vierhonderd lammeren. Daarnaast offerden zij nog twaalf geitenbokken als reinigingsoffer voor heel Israël, één voor elk van de twaalf stammen. Ook werden de priesters ingedeeld in hun klassen en de Levieten in hun afdelingen, voor de dienst van God in Jeruzalem, volgens de voorschriften in het boek van Mozes.
De teruggekeerde ballingen vierden Pesach op de veertiende dag van de eerste maand. De priesters en de Levieten hadden zich allemaal gereinigd, zij allen waren rein. Ze slachtten het pesachlam voor alle ballingen, voor hun medepriesters, en voor zichzelf.

 

Psalm 122, 1-5

Refr.: Kom, laat ons gaan naar het huis van de Heer.

Verheugd was ik toen ik hoorde:
Wij gaan naar het huis van de Heer.

Verheugd ben ik, nu onze voeten staan,
binnen je poorten, Jeruzalem.

Jeruzalem, als een stad gebouwd,
hecht en dicht opeen.

Daar komen de stammen samen,
de stammen van de Heer.

Om Israëls plicht te vervullen,
te prijzen de Naam van de Heer.

Daar zetelt het gerecht,
daar troont het huis van David.

 

Uit het evangelie volgens Lucas 8, 19-21

‘Mijn moeder en mijn broers zijn degenen die naar het woord van God luisteren en ernaar handelen.’

Jezus’ moeder en zijn broers kwamen naar Hem toe, maar ze konden niet bij Hem komen vanwege de menigte.
Zijn toehoorders zeiden tegen Hem: ‘Uw moeder en uw broers staan buiten, ze willen U spreken.’
Maar Hij antwoordde: ‘Mijn moeder en mijn broers zijn degenen die naar het woord van God luisteren en ernaar handelen.’

Van Woord naar leven

‘Mijn moeder en mijn broers zijn degenen die naar het woord van God luisteren en ernaar handelen.’Jezus vraagt om naar het woord van God te luisteren, en ernaar te handelen. Hij vraagt dat we ons onder Gods Woord plaatsen.Jezus is het mensgeworden Woord, en wilt niet liever dan dat wij ons nestelen in dat Woord, onze woning maken in Hem, ons laten opnemen door Hem. Het is leven in overgave aan Hem, delend in zijn ja-woord tot de Vader. En zoals Jezus ten volle gehoor gaf aan wat de Vader van Hem vroeg, zo zullen wij in Jezus' naam op onze beurt gehoor geven aan wat de Vader van ons vraagt.Op deze wijze mogen we moeder, broeder en zuster zijn van elkaar; wij allen die bewoond zijn door Jezus. We mogen moeder zijn van elkaar door elkaar te brengen naar het hart van het bestaan: God. Zoals een goede moeder waakt over de diepste geheimen van haar kind, zo mogen wij waken over elkaar dat we onder Gods Woord blijven, dat we mogen leven in wat waar is, los van de leugen, los van het kwaad. We mogen broeders en zusters zijn van elkaar om het feest van de vrede met elkaar te delen, van Hem ontvangend, Hem aan elkaar schenkend.Laten we ons plaatsen onder Gods Woord, het be-amen, er gehoor aan geven, om dan samen als een warme gemeenschap Gods liefde te belichamen.kris
Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Goede God, het is een wonder van uw genade dat allen die luisteren naar uw woord en ernaar handelen, broeders en zusters van uw Zoon worden genoemd. Maak ons bereid om te leven naar het evangelie en neem ons op in dat grote mystieke Lichaam van uw Zoon: Jezus Christus, onze broer en Heer. Kom heilige Geest. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.