Lezingen van de dag – dinsdag 27 februari 2018

dinsdag in de 2e week
van de 40-dagentijd


Uit de profeet Jesaja 1, 10 + 16-20

Uiterlijke eredienst moet samengaan met een bekering van ons hart. De profeet Jesaja legt het verband tussen de reinigingsriten en de verandering van mentaliteit. ‘Laten we zien we er in zijn recht staat’, zegt de Heer. Wat menselijk gezien onherstelbaar lijkt, wordt mogelijk bij God, als we maar van goede wil zijn en bereid ons leven te veranderen.

Hoor de woorden van de Heer, leiders van Sodom, geef gehoor aan het onderricht van onze God, volk van Gomorra.
Was je, reinig je, maak een eind aan je misdaden, Ik kan ze niet meer zien. Vermijd alle kwaad en leer goed te doen.
Zoek het recht, houd tirannen in toom, bied wezen bescherming, sta weduwen bij.
De Heer zegt: Laten we zien wie er in zijn recht staat. Al zijn je zonden rood als scharlaken, ze worden wit als sneeuw, al zijn ze rood als purper, ze worden wit als wol.
Als je weer naar mij wilt luisteren, zal het beste van het land je ten deel vallen.
Als je koppig bent en niet wilt luisteren, zul je vallen door het zwaard.
De Heer heeft gesproken.

 

Psalm 50, 8 + 9 + 16bc + 17 + 21 + 23

Refr.: Wie rechte wegen gaat, die vindt het heil bij God.

Ik klaag je niet aan om je offers,
nooit dooft voor mij het offervuur.

Maar de stier uit je stal heb Ik niet nodig,
noch de bokken uit je kooien.

Wat baat het dat je mijn geboden opzegt
en mijn verbond in de mond neemt ?

Je haat het als Ik je terechtwijs,
mijn woorden schuif je ter zijde.

Zou Ik dan zwijgen bij wat je doet,
je denkt toch niet dat Ik ben als jij ?
Ik klaag je aan, Ik som je wandaden op.

Wie een dankoffer brengt, geeft mij alle eer,
wie zo zijn weg gaat, zal zien dat God redt.

 

Uit het evangelie volgens Matteüs 23, 1-12

Christus wijst op de plichten van zijn volgelingen in de gemeenschap. Opvallend vertoon en ijdelheid zijn uit de boze. De christen zal de nederige dienaar zijn van zijn broeders. Hij zal zich niet de eigenschappen aanmatigen die alleen aan God of aan zijn Zoon toekomen.

Jezus sprak tot het volk en tot zijn leerlingen:
‘De schriftgeleerden en de Farizeeën hebben plaatsgenomen op de stoel van Mozes. Houd je dus aan alles wat ze jullie zeggen en handel daarnaar; maar handel niet naar hun daden, want ze doen zelf niet wat ze jullie voorhouden. Ze bundelen alle voorschriften tot een zware last en leggen die de mensen op de schouders, terwijl ze zelf geen vinger uitsteken om die te verlichten. Al hun daden zijn erop gericht om door de mensen gezien te worden. Ze verbreden immers hun gebedsriemen en maken de kwastjes aan hun kleren langer, ze verlangen een ereplaats bij feestmaaltijden en in synagogen, en hechten eraan op het marktplein eerbiedig te worden begroet en door de mensen rabbi te worden genoemd.
Jullie moeten je niet rabbi laten noemen, want jullie hebben maar één meester, en jullie zijn elkaars broeders en zusters.
En noem niemand op aarde vader, want jullie hebben maar één vader, de Vader in de hemel.
Laat je ook niet leraar noemen, want jullie hebben maar één leraar, de messias.
De belangrijkste onder jullie zal jullie dienaar zijn.
Wie zichzelf verhoogt zal worden vernederd, en wie zichzelf vernedert zal worden verhoogd.’

Van Woord naar leven

Vandaag zegt Jezus: 'De belangrijkste onder jullie zal jullie dienaar zijn.'Wie we ook zijn, in welke levensstaat we ook leven, welke functie we ook uitoefenen in Kerk of samenleving,... het is wel degelijk mogelijk om de ander ALTIJD hoger te achten dan onszelf. Dat is evangelie. Enkel op deze wijze kunnen we dienstbaar zijn, in de meest diepe religieuze betekenis van het woord.In de ander is God aanwezig, in de ander komt God ons tegemoet, in de ander mogen we Hem eer brengen. We zouden dezelfde eerbied voor elkaar moeten hebben dan de eerbied die we koesteren wanneer we een kerk binnengaan en de Eucharistie knielend of buigend een groet brengen. Christus is in de ander immers niet minder - ofschoon wel anders - aanwezig. Dus de Eucharistie eer brengen terwijl we onze naaste verachten is God beminnen en tegelijk flirten met de duivel. Dat kan en mag niet samengaan.De ander dienen betekent zo met hem omgaan dat we het goede dat God in hem heeft gelegd tot volle leven laten komen, het betekent hem vergeven waar nodig is, het betekent de warme vriendschap van God voor de mensheid in zijn volheid aanbieden doorheen woord en daad.Elkaar tot dienaar zijn is ook voor elkaar bidden. Beroepshalve ben ik veel in contact met mensen ‘op leeftijd’. Als het pas geeft praat ik met hen wel eens over een meer contemplatieve roeping in hun oude dag. De mensen waarvoor ik werk wonen doorgaans in een Woon- en Zorgcentrum, en zijn een groot stuk van de dag op hun kamer. Wat soms wel eens een zekere eenzaamheid met zich meebrengt. Ik praat dan met hen over de waarde van het gebed voor Kerk en wereld, waar zij, op hun tempo en naar hun believen, zo’n rijk steentje kunnen toe bijdragen. Ieder heeft z’n roeping en zending, maar verschillende fasen in ons leven kunnen ons ook in een ‘nieuwe’ roeping brengen. Wel, het is mooi om zien dat mensen ‘op leeftijd’ zich terug zeer zinvol weten door een nieuw soort gebedsleven te ontdekken; iets waartoe de Heer hen roept, sterker dan ooit. Een gebedsleven van dienstbaarheid; een dienst in de schoot van de Kerk; voor Kerk en wereld. We mogen het belang van deze vorm van naastenliefde niet onderschatten.kris
Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer, leer ons nederig en waardig de ander hoger te achten dan onszelf. Leer ons dienen zoals Gij het ons hebt voorgedaan: elkaar de voeten wassen, elkaar vergeven, elkaar optillen, aan elkaar over U vertellen doorheen woord en daad, voor elkaar bidden. Kom heilige Geest. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.