Lezingen van de dag – dinsdag 4 juli 2017

dinsdag in week 13 door het jaar


Uit het boek Genesis 19, 15-29

Abraham vond geen tien rechtvaardigen in Sodom en Gomorra, alleen Lot en zijn familie. Daarom werden deze gered terwijl de steden met zwavel en vuur werden verwoest. De tussenkomst van Abraham toont aan hoe machtig de voorspraak is van een rechtvaardige bij God.

Zodra het licht begon te worden zetten de engelen Lot aan tot spoed: ‘Vlug, ga hier weg met uw vrouw en uw twee dochters, anders komt u om en wordt u het slachtoffer van de misdrijven die in deze stad zijn begaan.’
Toen Lot aarzelde, grepen de mannen hem en zijn vrouw en zijn twee dochters bij de hand, omdat de Heer hem wilde sparen, en ze trokken hem mee de stad uit. Pas buiten de stad bleven ze staan.
Toen zei een van hen: ‘Vlucht, uw leven is in gevaar! Kijk niet om en sta nergens in de vallei stil. Vlucht de bergen in, anders komt u om.’
Maar Lot antwoordde: ‘Nee, dat niet, mijn Heer! U hebt het beste met uw dienaar voor, U bewijst mij een grote weldaad door mij in leven te laten. Maar ik kan onmogelijk naar de bergen ontkomen, het onheil zou mij inhalen en ik zou alsnog sterven. Dat stadje daar is dichtbij, dat zou ik kunnen halen. Geef mij de kans om daarheen te vluchten, dat zou mijn redding kunnen zijn; het is maar een onbeduidend stadje.’
Hij kreeg ten antwoord: ‘Ook in dit opzicht zal Ik u ter wille zijn: het stadje dat u bedoelt zal Ik niet wegvagen. Vlucht daarheen en haast u, want tot u daar aangekomen bent kan Ik niets doen.’
Zo kreeg die stad de naam Soar.
De zon was al opgegaan toen Lot in Soar aankwam. Toen liet de Heer uit de hemel zwavel en vuur neerkomen op Sodom en Gomorra en Hij vernietigde die steden en de hele vallei, met de inwoners van al de steden en met alles wat er op het land groeide. De vrouw van Lot, die achter hem liep, keek om en veranderde in een zuil van zout.
‘s Morgens vroeg ging Abraham naar de plaats waar hij bij de Heer had gestaan. Toen hij uitkeek over Sodom en Gomorra en over de hele vallei, zag hij dikke rookwolken van het land opstijgen als uit een smeltoven. Toen God de steden wegvaagde waar Lot had gewoond, liet Hij Lot aan de ondergang ontkomen. Zo hield God, toen Hij de steden in de vallei verwoestte, rekening met Abraham.

 

Psalm 26, 2-3 + 9-12

Refr.: Heer, uw liefde staat mij voor ogen.

Doorgrond mij, Heer, en ken mij,
peil mijn hart en mijn nieren,
want uw liefde staat mij voor ogen
en ik bewandel de weg van uw waarheid.

Verwerp mij niet met de zondaars,
met mensen die bloed vergieten.
Aan hun vingers kleeft onrecht,
hun handen zijn met smeergeld gevuld.

Maar ik ga mijn weg zonder dwalen.
Verlos mij en wees mij genadig.
Mijn voeten staan op effen grond,
waar uw volk bijeen is, wil ik U prijzen, Heer.

 

Uit het evangelie volgens Matteüs 8, 23-27

De geleidelijke onthulling van Jezus’ persoon en bedoelingen had zijn redenen. Want anders zouden de mensen Hem verkeerd hebben verstaan. De wonderen die Hij verrichtte, hier het stillen van de storm, hielpen mee om het gelovig verstaan van de leerlingen te helpen oriënteren in de juiste richting.

Jezus stapte in de boot en zijn leerlingen volgden Hem.
Plotseling begon het meer enorm te kolken, zodat de boot bijna door de golven werd verzwolgen. Maar Jezus sliep.
Ze maakten Hem wakker en riepen: ‘Heer, red ons toch, we vergaan!’
Hij zei tegen hen: ‘Waarom hebben jullie zo weinig moed, kleingelovigen?’
Toen stond Hij op en sprak de wind en het water bestraffend toe, en het meer kwam geheel tot rust.
De mensen zeiden vol verbazing: ‘Wat is dit toch voor iemand, dat zelfs de wind en het water Hem gehoorzamen?’

Van Woord naar leven

Het evangelie van vandaag roept op ons op gelovig te zijn. Dit klinkt vanzelfsprekend, maar dat is niet altijd zo. We geloven wel, maar dikwijls kinderlijk, nog niet volwassen. Doorheen de stormen van ons leven wil God ons sterken in het geloof; volwassen. Geef geloof gebaseerd op emoties of sferen, maar een puur geloof, een naakt geloof, een geloof van het hart, een geloof dat geen uiterlijke tekenen nodig heeft maar een geloof dat voldoende heeft aan het weten dat God er is, altijd en overal. Het is een soort ‘bidden zonder ophouden’, een voortdurend vertoeven in Hem, bewust of onbewust, bij licht en donker, in woestijn of oase, bij dorst of verzadiging.Het gaat om een geloof dat in de vanzelfsprekendheid leeft dat men liefheeft vanuit God die in je woont en die de schepper is van uw liefhebben.kris
Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer Jezus, leer ons op U te vertrouwen, Gij die ons bewoont, Gij die ons genadig zijt. Maak ons volwassen in geloof, niet altijd op U roepend, maar ons rustig leggend in U, vertrouwend en gelovend dat God de schepper is van ons leven in U. Kom heilige Geest. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.